WRE 2TN - Cursus Grammatica - Herhaling + Werkwoordelijk gezegde
WELKOM BIJ NEDERLANDS!
Materiaal klaarleggen (boek + schrift)
Inloggen LessonUp
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
WELKOM BIJ NEDERLANDS!
Materiaal klaarleggen (boek + schrift)
Inloggen LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Lesdoelen
2. Herhalingsopdracht
3. Uitleg: werkwoordelijk gezegde
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp en werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen;
Je leert wat het werkwoordelijk gezegde van een zin is.
Lesdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht = Benoem de persoonsvormen en onderwerpen van onderstaande zinnen.
1. De kinderen lezen een boek over een schatzoektocht in het gras.
PV = OW =
2. Vorige week heeft hij een brief voor zijn vrouw geschreven.
PV = OW =
3. In de vakantie kon ik elke dag uitslapen.
PV = OW =
4. De komende tijd gaan we leren over zinsdelen.
PV = OW =
Herhalingsopdracht
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
Jari heeft een baantje gezwommen.
A
Jari
B
heeft
C
heeft gezwommen
D
gezwommen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Morgen
willen
mijn ouders
naar het strand
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
De appels
hangen
aan de boom
al
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Mijn voetbal
is
gevallen
in de sloot
Slide 8 - Sleepvraag
Werkwoordelijk
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Ze zeggen wat het onderwerp (mens, dier of ding) doet of ondergaat. De persoonsvorm is altijd een onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Als er meer werkwoorden in de zin staan, horen die er ook bij.
gezegde (wg)
Slide 9 - Tekstslide
Werkwoordelijk
Bepaal welke woorden werkwoorden zijn.
Deze woorden vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
Delen van een scheidbaar werkwoord horen ook bij het wg. De bezorger heeft het pakketje gisteravond afgeleverd.