Writing - Lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Writing - Lesson 1

• Word order - how to write a correct English sentence.

Task 1: Word order

Re-write the words to make a correct English sentence.

am - the store - I - at

he - eating - is - a chocolate bar

was - where - Nikky - today (?)

to school - not - they - are - going

playing - she - was - at the park - today

Hoe schrijf je een zin in het Engels?

 

wie + doet + wat + waar + wanneer

onderwerp (pronoun) + werkwoord zijn (verb to be)

wie - doet - wat - waar - wanneer

WIE = Persoonlijke Voornaamwoorden (subject pronouns)

De persoonlijke voornaamwoorden (personal pronouns) gebruik je om naar iemand of iets te refereren of letterlijk te wijzen. 

Een persoonlijk voornaamwoord is vaak het onderwerp van een zin.

DOET = Veb to be (zijn)

Tegenwoordige tijd (present simple) zijn er drie vormen: 

EN	NL
am	ben
is	is
are	zijn

Lesson goals...

I understand the structure of a basic English positive, negative and question sentence.

I can write a correct English sentence.