Thema 5: Waarneming en Gedrag, Basisstof 5: Gedrag

Vaste zitplaatsen H1TL3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vaste zitplaatsen H1TL3

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5, Basisstof 5: Gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Gedragsregels en aadachtspunten
  • Heb respect voor elkaar en laat elkaar uitpraten.
  • Steek je vinger op als je een vraag hebt of antwoord wilt geven.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Bespreken huiswerkopdracht 2 blz. 114 van basisstof 4
  • Uitleg basisstof 5
  • Nabespreking opdracht zintuigen, zenuwstelsel en gedrag
  • Huiswerk controle basisstof 4
  • Afsluiting (korte quiz)

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 114 Basisstof 4
In welke volgorde vinden de gebeurtenissen plaats in het lichaam van mevrouw Lee?

......  Hersenen verwerken impulsen, ze wordt zich bewust van de spin in haar oor.
......  In het oor van de vrouw ontstaan impulsen.
......  Traanklieren produceren traanvocht.
......  Via zenuwen gaan impulsen naar haar traanklieren.
......  Zenuwen geleiden impulsen naar het ruggenmerg.
......  Zenuwen in het ruggenmerg geleiden impulsen naar de hersenen.
......  Zintuigcellen in de huid in het oor vangen prikkels op.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 114 Basisstof 4
In welke volgorde vinden de gebeurtenissen plaats in het lichaam van mevrouw Lee?

5  Hersenen verwerken impulsen, ze wordt zich bewust van de spin in haar oor.
2  In het oor van de vrouw ontstaan impulsen.
7  Traanklieren produceren traanvocht.
6  Via zenuwen gaan impulsen naar haar traanklieren.
3  Zenuwen geleiden impulsen naar het ruggenmerg.
4  Zenuwen in het ruggenmerg geleiden impulsen naar de hersenen.
1  Zintuigcellen in de huid in het oor vangen prikkels op.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat gedrag is.
  2. Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  3. Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is gedrag?
  • Gedrag = Alles wat een mens of dier doet
  • Gedrag bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen en samen een doel hebben.
  • Gedragsketen = Verschillende handelingen die elkaar in een vaste volgorde opvolgen.

Slide 8 - Tekstslide

Motivatie
  • Respons = Een reactie op een prikkel.
  • Uitwendige prikkel / inwendige prikkel
  • Motivatie = Bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag.

Slide 9 - Tekstslide

Aangeboren, aangeleerd en sociaal gedrag
  • Aangeboren gedrag / aangeleerd gedrag
  • Sociaal gedrag = gedrag van soortgenoten naar elkaar.
  • Signaal = Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag.

Slide 10 - Tekstslide

Normen en waarden, observatie en interpretatie
  • Waarden = Dingen die mensen belangrijk vinden
  • Normen = Gedragsregels gebaseerd op waarden
  • Observatie / Interpretatie

Slide 11 - Tekstslide

Ga naar: https://lessonup.app


Voer deze code in

Slide 12 - Tekstslide

10

Slide 13 - Video

01:17
Is dit gedrag (bloed schieten uit de ogen) aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 14 - Quizvraag

02:23
Wat zou het doel (of meerdere doelen) van het gedrag van dit dier kunnen zijn?

Slide 15 - Open vraag

03:35
Is dit gedrag aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
Aangeleerd
C
Deels aangeboren en deels aangeleerd

Slide 16 - Quizvraag

04:04
Wat zou het doel (of meerdere doelen) van het gedrag van de jonge koekoek kunnen zijn?

Slide 17 - Open vraag

05:15
Is dit een voorbeeld van sociaal gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

06:00
Is dit gedrag aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 19 - Quizvraag

07:03
Is dit een voorbeeld van sociaal gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

07:56
Waardoor wordt dit dier gemotiveerd tot dit gedrag?

Slide 21 - Open vraag

08:44
Waardoor wordt dit dier gemotiveerd tot dit gedrag?

Slide 22 - Open vraag

09:31
Is dit een voorbeeld van sociaal gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Vraag 4: Als een gedrag wordt veroorzaakt door één prikkel, hoe wordt dit dan in het lichaam geregeld? Zet de nummers in de juiste volgorde.
1: Impulsen
2: Impulsen
3: Zenuwen via het ruggenmerg naar o.a. de spieren
4: Zenuwen van de zintuigen naar het ruggenmerg
5: Bewustwording
6: Gedragsketen
7: Prikkel
8: Hersenen
9: Respons
10: Zintuigcellen
11: Handelingen
Juiste volgorde:
7: Prikkel
10: Zintuigcellen
1: Impulsen
4: Zenuwen van de zintuigen naar het ruggenmerg
8: Hersenen
5: Bewustwording
2: Impulsen
3: Zenuwen via het ruggenmerg naar o.a. de spieren
9: Respons
11: Handelingen
6: Gedragsketen

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
H1TLP: Opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 7
H1TL3: Opdracht 1, 2, 3, 5, 6 en 9

Slide 25 - Tekstslide

Jantje heeft honger. Hij komt een snackbar tegen, gaat ernaar toe, bestelt een patatje, pakt het vorkje en begint met eten. Hoe noemen we dit?
A
Een handeling
B
Een gedragsketen
C
Een respons

Slide 26 - Quizvraag

Jantje gebruikt een vorkje om het patatje mee te eten. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag

Slide 27 - Quizvraag

Jantje komt thuis en begroet zijn enthousiaste hond. Is dit sociaal gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Onderweg naar huis zag Jantje een man zijn richting op kijken met zijn hand de lucht in. Jantje dacht dat de man naar hem zwaaide en zwaaide terug, maar later bleek dat de man naar iemand achter hem had gezwaaid. Welke fout heeft Jantje hier gemaakt?
A
Verkeerde observatie
B
Verkeerde interpretatie

Slide 29 - Quizvraag