H1 les 1

Hoofdstuk 1: Scheikunde een wetenschap

paragraaf 1: scheikunde
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Scheikunde een wetenschap

paragraaf 1: scheikunde

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
  • Introductie
  • Natuurwetenschappen: scheikunde, biologie en natuurkunde.
  • Stoffen: Stofeigenschappen, kennis over stoffen.
  • Waar vinden we scheikunde?
  • Zelfstandig werken aan opdrachten.



Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Wie ben ik?
Wie zijn jullie?

Slide 3 - Tekstslide

Introductieopdracht
Schrijf op een blaadje:
Je naam
De antwoorden op de volgende vragen:
-Hoe vond je het vak NASK vorig jaar?
-Hoe gaat wiskunde bij jou?
-Wat is je doel voor scheikunde dit jaar?
-Hoe kan ik jou daarbij helpen?
Klaar? Maak een propje van je blaadje en leg deze op je tafel!
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Klaar?
Gooi je propje in de bak!

Slide 5 - Tekstslide

Natuurwetenschappen
Biologie: de levende natuur (planten, dieren en de mens).
Natuurkunde: omkeerbare veranderingen.
Scheikunde: blijvende veranderingen.

Slide 6 - Tekstslide

Stoffen
Wat: opschrijven wat je op het plaatje ziet, zo gedetailleerd mogelijk in steekwoorden.
Hoe: Alleen in stilte.
Tijd: 2 minuten (zie timer).
Klaar?: pen neerleggen en in stilte wachten.

timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Kies 5 steekwoorden uit en geef deze als antwoord

Slide 8 - Open vraag

Stoffen
Stofeigenschappen helpen mee om een stof te herkennen.
Veel gebruikte stofeigenschappen zijn:
  • Fase
  • Smaak
  • Geur
  • Kleur
  • Oplosbaarheid in water
  • Kookpunt
  • Smeltpunt/stolpunt

Slide 9 - Tekstslide

Kennis over stoffen
Eigenschappen staan in de vorm van gevarensymbolen of pictogrammen op de verpakking.

Slide 10 - Tekstslide

Kennis over stoffen
Op een chemiekaart staan alle eigenschappen van een stof. Daarnaast staat er wat je moet doen als er iets gebeurt met deze stof.

Slide 11 - Tekstslide

Boeken en schriften dicht!
Je krijgt meerkeuze vragen over de stof.
Je hebt voor elke vraag 30 seconden om te antwoorden!

Slide 12 - Tekstslide

Welke wetenschap houdt zich bezig met het veranderen van stoffen?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 13 - Quizvraag


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
licht ontvlambaar
B
oxiderend
C
corrosief
D
giftig

Slide 14 - Quizvraag

Welk rijtje bevat alleen maar stofeigenschappen?
A
kleur, smaak, lengte
B
gewicht, geur, smeltpunt
C
kleur, geur, kookpunt
D
volume, smaak, oplosbaarheid in water

Slide 15 - Quizvraag


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
vuurwerk
B
schadelijk
C
gassen onder druk
D
schadelijk voor het milieu

Slide 16 - Quizvraag

Je maag knort als je honger hebt. Dat hoort bij
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 17 - Quizvraag

Als er bliksem is, is dat:
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 18 - Quizvraag

Dit symbool betekent:
A
licht ontvlambaar
B
corrosief
C
giftig
D
explosief

Slide 19 - Quizvraag

Welke wetenschap houdt zich bezig met het energie probleem op de wereld.
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 20 - Quizvraag

Welke wetenschap houdt zich bezig met de levende natuur?
A
sterrenkunde
B
biologie
C
natuurkunde
D
scheikunde

Slide 21 - Quizvraag

Dit symbool betekent:
A
corrosief
B
milieugevaarlijk
C
schadelijk
D
explosief

Slide 22 - Quizvraag

Het beslag van een cake wordt hard als je het bakt. Dat is dus:
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 23 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Giftig

Slide 24 - Quizvraag

Een stukje papier verbranden is:
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent
dit pictogram?
A
warm
B
schadelijk
C
Corrosief
D
giftig

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat: Opdrachten 1 t/m 23 (blz 6-9 van je werkboek A)
Hoe: overleg met buur op zacht volume mag
Tijd: tot einde van de les
Klaar?: Inleveren opdracht 11, 19 en 22.

Slide 27 - Tekstslide