Les 3 - Vocabulario vacaciones - mapa mental

Clase de español - V3
90 minutos

Miércoles, 20 de septiembre de 2023
Objetivo
Al final de la clase sabes muchas palabras relacionadas a las vacaciones y sabes el perfecto-regular
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Clase de español - V3
90 minutos

Miércoles, 20 de septiembre de 2023
Objetivo
Al final de la clase sabes muchas palabras relacionadas a las vacaciones y sabes el perfecto-regular

Slide 1 - Tekstslide

La clase anterior

Slide 2 - Tekstslide

PEPE
SER/TENER actividades del verano

Slide 3 - Tekstslide

De pepe ging goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Practicar preguntas personales
¿Cuántos años tienes?
¿Cuándo es tu cumpleaños?
¿Tienes hermanos?
¿Tienes mascotas?
¿Dónde vives?
¿Cómo se llama tu madre?
¿Cuál es el número de tu móvil?

Slide 5 - Tekstslide

La tarea - cuento en fotos
Je gaat een foto verhaal maken over je zomervakantie
In welke tijd ga je het verhaal schrijven?

Slide 6 - Tekstslide

Mis vacaciones
¿Qué has hecho este verano? 
Yo he viajado en avión. 
He ido a España. 
He visitado a mis amigos españoles. 
He comido mucho.
 He salido por la noche. 
He ido a la playa… 
Puedo decir que he tenido unas vacaciones completas. 
Schrijf  de Spaanse zin in je schrift met daaronder de vertaling in het NL. Doe dit samen met je buurman/vrouw

Slide 7 - Tekstslide

El perfecto - regular
Voltooid
tegenwoordige tijd

¿Cómo se forma?
¿Cuándo se usa?
He comido mucho

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

El perfecto 
Hulp werkwoord     +    voltooid deelwoord

In Nederlands zijn er 2 hulpwerkwoorden
Welke?

Slide 10 - Tekstslide

El perfecto: hulp werkwoord
In het Spaans is er maar 1 hulp werkwoord
HABER -> betekent zowel hebben als zijn
Wat moet je doen met een hulp werkwoord?
Wat gebeurt er met een voltooid deelwoord?

Slide 11 - Tekstslide

El perfecto: hulp werkwoord - haber
(yo)
(tú)
(él, ella, usted)
(nosotros)
(vosotros)
(ellos, ellas, ustedes)
he
has
ha
hemos
habéis
han
Waarom staan de persoonlijke voornaamwoorden tussen haakjes?

Slide 12 - Tekstslide

El perfecto: voltooid deelwoord
  • Welke drie groepen werkwoorden heeft het Spaans?
  • -ar, -er en -ir

Slide 13 - Tekstslide

El perfecto: voltooid deelwoord
Cantar

Comer

Vivir
Cantado

Comido

Vivido
Hoe maak je het volt deelwoord?

Slide 14 - Tekstslide

El perfecto
he
has
ha
hemos                + ww op: 
habéis
han
-ar + ado
-er + ido
-ir  + ido

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf het voltooid deelwoord en de vertaling
1) dormir tarde 2) nadar 3) jugar al tenis 4) montar a caballo 5) leer revistas 6) tomar un café 7) ir a la playa

Slide 16 - Open vraag

¿Has aprendido algo nuevo hoy?
¿Qué has aprendido?
Geef antwoord in een hele zin en in het Spaans.
Noem 2 dingen
La evaluación

Slide 17 - Open vraag

¿Verdad o mentira?
  1. En esta clase hemos aprendido el presente.
  2. La tarea de este periodo es hacer un cuento en fotos
  3. De Spaanse perfecto heeft 2 hulpwerkwoorden
  4. Cantar - cantado; comer - comedo; vivir - vivido
  5. El perfecto es muy fácil.



Slide 18 - Tekstslide

Los deberes 
Estudiar
el perfecto (regelmatig) NIEUW
Estudiar vocabulario 'actividades de verano' S-N en N-S (58-60)

Mirar:
el perfecto irregular p. 34 
Decir/Hacer/Abrir/Volver/Escribir/Ver/Poner/Romper



Hacer
hacer ejercicio 19A y B , 21 del reader

Slide 19 - Tekstslide