Samenvatting H2

VOOR DE TOETS
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

VOOR DE TOETS

Slide 1 - Tekstslide

Basisregels toets maken
- Lees de vraag goed door : wat wordt er van je verwacht?
- Wees specifiek en volledig in je antwoord
- Als je iets moet overschrijven, schrijf dan niet iets op wat er niet staat
- Als er om meerdere dingen wordt gevraagd, zet dan bij je antwoorden waar je antwoord op geeft
W5
TV3

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
w10

Slide 3 - Tekstslide

Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
- Twee enkelvoudige zinnen aan elkaar gevoegd
- Meerdere persoonsvormen
- Meerdere onderwerpen

TV3

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
- Twee enkelvoudige zinnen aan elkaar gevoegd
   * met een voegwoord, zoals omdat of want *
- Meerdere persoonsvormen
   * zin in een andere tijd zetten *
- Meerdere onderwerpen
   * wie/wat + gezegde ('doet iets') *

TV5

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoordspelling
- Is het woord een persoonsvorm?
- In welke tijd staat een zin?
   * let op signaalwoorden! *
- Is het enkelvoud of meervoud?
- Kies de juiste vorm.

Slide 6 - Tekstslide

Het woord is een persoonsvorm.
Bij tegenwoordige tijd:
Enkelvoud : stam (ik loop)
Enkelvoud: stam + t (hij loopt)
Meervoud: hele werkwoord (wij lopen)

Slide 7 - Tekstslide

Het woord is een persoonsvorm.
Bij verleden tijd:
Zwak werkwoord
Enkelvoud: stam + de  / stam + te
Meervoud: stam + den / stam + ten
Sterk werkwoord : zo kort mogelijk

Slide 8 - Tekstslide

't kofschip
Bij zwakke werkwoorden in verleden tijd/voltooid deelwoord:
stam eindigt wel op medeklinker in 't kofschip > +te(n)
stam eindigt niet op medeklinker in 't kofschip > +de(n)
TV18

Slide 9 - Tekstslide

Het woord is geen persoonsvorm.

Woord langer maken in je hoofd >
hoor je een -d, schrijf je een -d
hoor je een -t, schrijf je een -t
TV19
TV20

Slide 10 - Tekstslide

Cadeautje
* In de verleden tijd schrijf je nooit DT! *
* Hij + [willen] is nooit 'wilt'! *

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
- Oefentoets in je online werkboek
- Volgende week ter voorbereiding van het proefwerk: proeftoets h2 volledig (It's Learning)

Slide 12 - Tekstslide

Hoe kun je leren?
- opdrachten maken
- oefentoetsen maken
- nakijken en nog eens proberen
- flashcards & aantekeningen

Slide 13 - Tekstslide