50 min - havo 2- Un 4, Les 4- Do 29/11/2018

Bienvenidos



¿Qué aprendiste la clase anterior?

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos



¿Qué aprendiste la clase anterior?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
- je herhaalt de regelmatige ww
- je herhaalt gustar
- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir
- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse
- je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week
- je leert zeggen hoe vaak je iets doet
- je leert de uitspraak en spelling van de z,s,c





Slide 2 - Tekstslide

Vorige les: 
ww ' gustar' 
getallen tm 100

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag: 
- de ontkenning
- kloktijden 
- herhalen regelmatige ww
- herhalen w.w. tener, ser, estar, ir, gustar, llamarse
- getallen tm 100


Slide 4 - Tekstslide

El programa














  • 5 min    - Terugblik/ Vooruitblik





  • 10 min   - Corregir los deberes
  • 10 min  - La negación

  • 15 min  - El reloj











  • Los deberes
  • Evaluación

Slide 5 - Tekstslide

10 min - Corregir los deberes

Hacer: 
WB p. 41 oef 1
WB p. 42 oef 5
TB p.56 oef 1C

Slide 6 - Tekstslide

10 min - La negación
Stap 1:  Lees de uitleg over de ONTKENNING: Gram nr. 17 
Stap 2: heb je vragen? stel ze aan de docent!
Stap 3: Maak in VOC (me gusta bailar) p. 18 oef 27ab 

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

KLOKKIJKEN

¿Qué hora es?                      - Hoe laat is het?


Het is acht uur.                      - Son las ocho.

Het is acht uur precies.     - Son las ocho en punto.

Het is vijf over acht.             - Son las ocho y cinco.

Het is kwart voor acht.       - Son las ocho menos cuarto.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide



Het is vijf uur


Son las cinco.



Om vijf uur


A las cinco

Let op verschil:

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Para preguntar la hora.
¿Qué hora es?                              Hoe laat is het?
Es la una.                                        Het is 1 uur.
Son las dos y cuarto.                Het is kwart over twee.
¿A qué hora te levantas?        Om hoe laat sta je op?
A las siete de la mañana.        Om 7 uur 's ochtends.

Slide 14 - Tekstslide

Los partes del día
Por la mañana                                  's ochtends
Por la tarde                                        's middags
Por la noche                                      's avonds
Son las siete de la mañana        het is 7 uur 's ochtends
Son las cuatro de la tarde           het is 4 uur 's middags
Son las nueve de la noche          het is 9 uur 's avonds
in combinatie met een tijd gebruik je de la mañana/de la tarde/de la noche

Slide 15 - Tekstslide

¿Qué hora es?
  1. 14.30
  2. 13.30
  3. 19.28
  4. 15.36
  5. 10.15
  6. 11.45
  7. 12.55
Son las dos y media
Es la una y media
Son las siete y veintiocho
Son las cuatro menos veinticuatro
Son las diez y cuarto
Son las doce menos cuarto
Es la una menos cinco

Slide 16 - Tekstslide

Los deberes

leren: 
4.1, 4.2
getallen tot 0-100
gram nr. 17-18 (negacion)
kloktijden
Alle werkwoorden uit je hoofd kennen! (hablar, comer, vivir, ser, tener, estar, ir, llamarse, gustar)


maken: 
VOC (me gusta bailar) p. 18  + p. 27



    Slide 17 - Tekstslide

    Klaar?
    Oefen op verbuga.eu

    Selecteer: 
    ww: alle regelmatige werkwoorden +  ser, tener, estar, ir, llamarse.

    tijd: presente



    Slide 18 - Tekstslide

    ¿Qué has aprendido? (Wat heb je geleerd?)
    ¿Cómo has trabajado? (Hoe heb je gewerkt?

    Slide 19 - Open vraag

    Slide 20 - Tekstslide