Grammar - Nouns I

Welcome!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Road map
  • BBC One Minute World News - Practice your WLS
  • Grammar: nouns
  • Work on assignments
  • Break!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BBC One minute world news
  • Watch the clip
  • What are the two/three topics that are being discussed? 
  • What is your idea/opinion about ..... 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lesson Goal
At the end of this class you can:  

  • recognise common nouns, abstract nouns, proper nouns, and collective nouns
  • describe the difference between countable and uncountable nouns. 





Slide 5 - Tekstslide

Imporant because:

you can use the techniques in your letters and essays (Part of the 5H PTA). 
When I was six years old I broke my leg
A
I, old
B
when, years
C
when, leg
D
years, leg

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I was running from my brother and his friends
A
running, brother
B
brother, friends
C
running, friends
D
I, his

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'I tasted the sweet perfume of the mountain grass I rolled down'
What are the nouns in this sentence?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

'I found my heart and broke it here'
What are the nouns in this sentence?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Different sorts of nouns
  • common noun - a goose, a cat, a man, a woman
  • proper noun - Klaas, Appie
  • abstract noun - honesty, world peace, faith
  • collective noun - family, team, crowd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Countable nouns:
  • can get the indefinite article 'a'
  • singular and plural - one goose, two geese
  •  thus: they can be counted!
  • often something tangible and concrete

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uncountable nouns:
  • cannot get the indefinite article 'a'
  • no (direct) plural form 
  •  thus: they cannot be counted!
  • material /abstract nouns
E.g. Water needs a glass!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quantifiers 



In vragende of ontkennende zinnen:
Much: uncountable nouns (e.g. money, information, time)
Many: countable nouns 
A lot of/lots of: bij bevestigende zinnen bij alle nouns! 
 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quantifiers 


Much: bij zelfstandige naamwoord
Few : countable nouns
There were few men willing to fight in the war
Little : uncountable nouns
There is little information available on that topic

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quantifiers 



a few : countable nouns
There were a few cows grazing in the field 
a little : uncountable nouns
Put a little love in your heart!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik "Many/Much" bij
ontkennende en vragende zinnen.

O: I haven't got much time.
V: How much money do you need?



O: I don't have many friends.
v: How many copies do you need?
Gebruik  "A lot of" of "lots of" bij
bevestigende zinnen

B:  Dagobert Duck has a lot of money.
B: Students generally spend lots of time on their homework.


B:  John has got lots of work to do.
B: I have got lots of Facebook friends.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A few/A little
Dutch: 'een paar' & 'een beetje'. Nadruk op het kleine beetje dat er wel is (het glas is half vol)
Vorm: a little/a few + Zelfstandig nw.

Een beetje wijn                                   A little wine
Een paar leerlingen                           A few pupils

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Few/Little
Dutch variant is 'weinig'. Nadruk op het feit dat er weinig is (het glas is half leeg).
Vorm: little/few + Zelfstandig nw.

Weinig wijn                                          Little wine
Weinig leerlingen                              Few pupils

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quantifiers 
Few horses remained in the paddock after cowboys had raided the ranch =  not many horses, emphasis on what is lacking! 'Weinig'

There are a few horses left of what once was a very large herd = small number, emphasis on what there is! 'een paar'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quantifiers 
We had little time to prepare for the test.
=  emphasis on the fact that there is not a lot of time. 'weinig'

We had a little time to prepare for the test.
= emphasis on the fact that there still is time to prepare for the test albeit not a lot. 'een beetje'

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Looking ahead
Friday 4 Feb: Watching and listening

Tuesday 8 Feb: start on Alquin Block 3

Thursday 10 Feb: Finish grammar Nouns A. 2 - 6 on Learnbeat, study the theory. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:
There aren't ..... sheep left in Ireland. (veel)
A
many
B
much

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:

Does anybody have .... love left? (een beetje)
A
a few
B
a little
C
little
D
few

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:

Oliver did not get ... sleep last night (veel).
A
little
B
many
C
much
D
a little

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:

In fact, Oliver got ... sleep because his new born baby cried constantly. He is knackered!
A
a little
B
little
C
much
D
a little

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:

They have .... money so they can buy a swimming pool (veel).
A
a lot of
B
many
C
few
D
a few

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:

Do the students read .... books? (veel)
A
much
B
a few
C
few
D
many

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct form:

Research shows that .... students read all their course material before a test (weinig).
A
a little
B
a few
C
few
D
little

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

MUCH
MANY
People
Water
leaves
Fun
Homework
Hamburgers

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Any questions?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies