12-1 klas 3 kraamzorg

Goedemorgen! Hoe gaat het met jullie? Zin in wat nieuwe kennis?
Het gaat goed!!
JAZEKER!
ik wil liever slapen
Ja en JA!
Nee en nee
ik was net aan het netflixen
iIk doe heel goed mijn best
ik mis school
ik hou van chocolade
Er was nog een hokje en daar moest ook nog iets in.
1 / 44
volgende
Slide 1: Poll
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen! Hoe gaat het met jullie? Zin in wat nieuwe kennis?
Het gaat goed!!
JAZEKER!
ik wil liever slapen
Ja en JA!
Nee en nee
ik was net aan het netflixen
iIk doe heel goed mijn best
ik mis school
ik hou van chocolade
Er was nog een hokje en daar moest ook nog iets in.

Slide 1 - Poll

Klas 3 
Kraamzorg

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
  • kennismaken met het vak kraamverzorgster
  • Wat zijn de werkzaamheden, vaardigheden.


Slide 3 - Tekstslide

Zijn er vragen over het huiswerk (one note: kraamzorg)
of heb je een algemene vraag?
(vul sowieso iets in (je naam)> check aanwezigheid

Slide 4 - Open vraag

Je gaat leren over
  • Het verloop van de bevalling 
  • Wat je als kraamverzorgster tijdens de bevalling kan doen
  • Werkzaamheden zoals de moeder helpen met de baby aan de borst leggen, de kraamvrouw helpen met aankleden/douchen. 
  •    
  • Het baby'tje goed in de gaten te houden: 
  • De eerste poep en plas van de baby! en wat is de kleur van de poep en poept en plast de baby vaak genoeg.

Slide 5 - Tekstslide

Volgende week:
De baby goed observeren en meten en noteren
temperatuur, drinkt het baby'tje effectief en vaak genoeg (hoor je de baby slikken).
vertoont het babyt'je normaal gedrag


De kraamvrouw: hoe gaat het met haar (fysiek & mentaal)
De familie helpen (en uitleggen) over luiers verschonen, 
baby aankleden, wanneer moet je baby slapen, 
hoe kun je je baby troosten, 
hoe weet je of je baby goed drinkt, 
wat is een juiste temperatuur, veilig slapen, 
wiegedood voorkomen, 
postnatale depressie herkennen.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het zo belangrijk dat een kraamverzorgster(er) goed de baby inspecteert en overal op let?

Slide 7 - Woordweb

Bevalling
  • Fases van de bevalling
  • Belangrijk bij de bevalling
  • Rust & vertrouwen bij de kraamvrouw                                    vergroten
  • zelfregie
  • eventueel helpen bij houdingen, tegendruk geven
  • de kraamvrouw helpen met douchen.
  • zorgen voor hygiëne
  • ligt alles klaar voor als de baby er is?

Slide 8 - Tekstslide

Waarom mag je de kraamvrouw tijdens
het douchen niet uit het gehoor en zicht hebben?

Slide 9 - Woordweb

Welke fase duurt langer, de ontsluitingsfase of de uitdrijvingsfase

A
ontsluitingsfase
B
uitdrijvingsfase

Slide 10 - Quizvraag

Duur bevalling
Een bevalling duurt tussen de 12-24 uur.
uitdrijvingsfase duurt tussen de 1 minuut en 2 uur

Slide 11 - Tekstslide

en dan is de baby er dan eindelijk!
De kraamvrouw mag zelf haar baby aanpakken, de verloskundige of haar man pakt het baby'tje aan.

Slide 12 - Tekstslide

Het eerste uur met de baby
  • Huid op huid contact
  • wordt ook wel gouden uurtje genoemd
  • belangrijk voor hechting
  • zorgt voor aanmaken hormonen                                                         bij de moeder en de baby.

Slide 13 - Tekstslide

Bevallingsplan
De wensen die een vrouw heeft over haar eigen bevalling wordt steeds vaker opgeschreven in een bevallingsplan. Zo weet je verloskundige en de kraamverzorgende precies wat je wel en niet wil.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Verloopt de bevalling sneller als een vrouw alleen op haar rug ligt
of juist beweegt en verschillende houdingen aanneemt?
Waarom is dat?

Slide 16 - Woordweb

rustig blijven en je goed voelen 
= snellere bevalling
minder kans op ingrepen (in het ziekenhuis)

Slide 17 - Tekstslide

Als een kraamvrouw zich onprettig, boos of stressvol voelt wat gebeurd er dan met de weeën/ontsluiting

Slide 18 - Woordweb

De moeder legt binnen één uur na de bevalling haar kindje aan de borst.


De baby aanleggen: komt oxytocine vrij bij de moeder 
waardoor de placenta sneller wordt geboren.

Eerste voedingen noem je de colostrum deze zit vol met antistoffen
ter voorkoming van infectieziekten.

Rol kraamzorg: Je kan de moeder helpen met een fijne houding om haar kindje 
vast te houden en je kan haar leren hoe ze het kindje
 goed aan de borst legt. 

De baby moet goed aan happen, de kraamzorg 
moet hier goed naar kijken en de moeder dit leren hoe ze dit kan doen. Als de baby niet                                                        
goed wordt aangelegd kan borstvoeding pijnlijk zijn en kan de baby niet genoeg binnenkrijgen.

  

Slide 19 - Tekstslide

Kunstvoeding
Een kraamvrouw kan er ook voor
kiezen om de baby geen borstvoeding
te geven maar kunstvoeding.
Je legt de kraamvrouw uit hoe ze 
een flesje maakt met kunstvoeding.

De kraamvrouw kan er ook voor kiezen
om te kolven, je geeft dan uitleg over het 
bewaren en opwarmen van moedermelk


Slide 20 - Tekstslide

noem 1 voordeel of
1 nadeel van borstvoeding

Slide 21 - Woordweb

Flesje klaarmaken
1. Water koken > laten afkoelen of mengen met koud water of gebruik Flessenwarmer
2. Bij het gebruiken van kunstvoeding moet je goed kijken naar de hoeveelheid poeder per ml.
3. Schenk voorzichtig het fles heen en weer.
Niet schudden! (extra krampjes en boertjes voor de baby)
4. Zit er borstvoeding in het flesje, dan warm je het flesje langzaam op.
  (ze behoudt je alle antistoffen)
Vaker kleine beetjes voeden is beter voor de baby  
(minimaal 8 keer per uur) om de 2/3 uur. 
De baby hoort ongeveer 20 minuten
over een voeding te doen. Is een baby na een paar minuten 
klaar, dan is de speen te groot. 

Dit gaan jullie donderdag op school oefenen

Slide 22 - Tekstslide

  • Je leert de kraamvrouw
 op hongersignalen te letten.
Dan kan ze op het juiste moment de baby 
voeden.

Als de baby al overstuur is van de honger 
dan is het lastiger om de baby te troosten en
op de juiste manier aan het drinken te krijgen.

Slide 23 - Tekstslide

Meconium
  • De allereerste poep van de baby heet meconium
(dit bestaat uit vruchtwater, dode cellen en afvalstoffen uit de baarmoeder)
  • Dit is zwart! 
  • De kleur van babypoep hoort 
over te gaan in mosterdgeel.
ander kleuren zeggen iets over de baby gezondheid en of hij/zij de voeding goed verteerd.

Slide 24 - Tekstslide

perfecte poep
Poep zegt meer als 1000 woorden!
Gele poep: alle voedingsstoffen zijn goed verteerd zijn

Slide 25 - Tekstslide

Wat kan rode of zwarte poep betekenen na een aantal dagen?

Slide 26 - Woordweb

Plas
De baby hoort 6 natte luiers te hebben per dag
en tussen de 2-5 keer poep

éénmalig bloed bij de urine > pseudo menstruatie
Door hormonen uit de placenta kan de baby eenmalig 
wat bloed uitplassen. Dit is normaal.

Letten op uraten (kleine kristallen in plas) 

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel natte luiers hoort een baby te hebben per dag
A
1-2
B
3-5
C
2-3
D
5-6

Slide 28 - Quizvraag

Huishoudelijke taken


Binnen de kerntaken van kraamzorg valt ook zorg voor een goede hygiëne ter voorkoming van infecties. Daarom verschoont de kraamverzorgende regelmatig jullie bed en het wiegje van jullie baby. Ook de dagelijkse schoonmaak van het toilet, douche en eventueel bad vallen onder deze noemer.

Om de kraamvrouw rust te geven voor herstel en tijd voor haar baby, neemt de kraamverzorgende, in overleg met het gezin, ook een aantal huishoudelijke taken over. Je kunt hierbij denken aan stofzuigen en het afnemen van stof in jullie kamer en de babykamer alsook de was.

Slide 29 - Tekstslide

Welke huishoudelijke taken vallen onder het kopje voorkomen van infectie
A
stofzuigen
B
stoffen
C
Bed verschonen
D
eten maken

Slide 30 - Quizvraag

De kraamverzorgende observeert de pasgeborene elke dag op de volgende punten.
1. de temperatuur
2. de ademhaling
3. het gewicht
4. de huidskleur
5. de conditie van de huid
6. de uitscheiding (mictie en defecatie)
7. de motoriek
8. het gedrag (van slapen, drinken en huilen)
9. de navel en de navelstomp
10. de schedel/de fontanel

Slide 31 - Tekstslide

Temperaturen
Meet de temperatuur ten alle tijden rectaal. De normaalwaarde van de
temperatuur van de pasgeborene ligt tussen de 36.5˚C en 37.5˚C. De
temperatuur kan tussen de 36.8˚C en 37.2˚C schommelen.
 Noteer de temperatuur op de daarvoor bestemde plaats in het zorgdossier

Slide 32 - Tekstslide

Baby te warm

Doe de pasgeborene luchtige kleding aan;
 Verwijder de warmtebron;
 Breng de verloskundige op de hoogte bij een temperatuur hoger dan 37.5ºC;
 Soms treedt op de 3e
of 4e dag een lichte temperatuurstijging op; 37.6ºC -
38.0ºC. Deze verhoging wordt dorstkoorts genoemd en wordt veroorzaakt door
een groot verlies van vocht. Extra voeding, in overleg met de verloskundige,
geeft snel normalisatie van de temperatuur.
Baby te koud

Kleed de pasgeborene warm aan, een katoenen mutsje is heel effectief, omdat de
pasgeborene veel warmte via het hoofd verliest;
 Zorg voor bloot op bloot contact;
 Gebruik kruiken, zie Richtlijn Kruikgebruik (Handelingenboek Kraamzorg);
 Meet bij een temperatuur tussen 36.0ºC en 36.5ºC een uur nadat je actie hebt
ondernomen opnieuw de temperatuur. Die moet dan een halve graad gestegen
zijn. Zo niet, waarschuw de verloskundige;
 Meet bij een temperatuur lager dan 36ºC opnieuw en bel altijd de verloskundige.

Slide 33 - Tekstslide

Ademhaling baby checken
Kijk naar de manier van ademhalen: gaan borst en buik gelijktijdig omhoog?
 Luister naar de manier van ademhalen: hoor je een geluid bij het ademhalen
zoals kreunen of snuiven?
 Leg je hand op de borst van de pasgeborene en tel met de polsteller. Normaal:
o in rust 30-50 ademhalingen per minuut;
o de ademhaling is onregelmatig; snelle en wat langzamere ademhalingen
wisselen elkaar af;
o mond is gesloten, de kin omhoog en neusvleugels zijn bewegingsloos;
o borst en buik gaan gelijktijdig omhoog, er vallen tussen ribben of op
grenslijn borst en buik geen intrekkingen;
o geluidloos. 

Slide 34 - Tekstslide

Baby wegen
Stel het weegbeleid in overleg met verloskundige op;
 Weeg de pasgeborene volgens de afspraken met de verloskundige;
 Weeg de pasgeborene bloot, bij voorkeur steeds op hetzelfde tijdstip.
Normaal:
o 5% - 7% verlies van geboortegewicht bij borstvoeding;
o Pasgeborene is binnen 2 weken weer op geboortegewicht.

Slide 35 - Tekstslide

controleer de huidskleur
Controleer dagelijks de huidskleur van de pasgeborene.
Normaal:
o egaal roze. Handjes en voetjes zijn na de geboorte blauw. Bloed gaat eerst
naar essentiële organen zoals hersenen, hart en buikorganen.

Slide 36 - Tekstslide

controle van de huid
de huid heeft een goede spanning (turgor);
o er is huidsmeer (vernix) op de huid aanwezig;
o de huid is glad;

gerstenkorrels, geboortevlekken, ooievaarsbeet zijn normaal.
zwelling van de borstjes kan op de 3e dag plaatsvinden bij jongens als meisje

Slide 37 - Tekstslide

plas
Controleer of de pasgeborene binnen 24 uur na de geboorte geürineerd heeft
(mictie). Doet hij dat niet, neem dan contact op met de verloskundige. Doe bij
gebruik van papieren luiers, om dit te controleren, een tissue of een zakdoek in
de luier;
 Noteer alle natte luiers zorgvuldig in het zorgdossier, zodat er goed inzicht is in
hoe veel en hoe vaak de pasgeborene plast.
De eerste paar dagen is het gewoon dat de pasgeborene 2 à 3 natte luiers per dag
heeft. Daarna moet er tenminste zes keer per dag een natte luier zijn

Slide 38 - Tekstslide

Letten op poep
Defecatie:
 Neem contact op met de verloskundige als de pasgeborene na 48 uur na de
geboorte nog geen meconium heeft geloosd.
Gedurende de eerste 2-3 dagen heeft de pasgeborene 3 tot 6 keer per dag
ontlasting (Zorgprotocol Borstvoeding en kunstvoeding). Bij borstgevoede
pasgeborenen is dit gemiddeld 2 tot 5 keer per dag. Omdat borstvoeding licht
verteerbaar is, is de frequentie wat lager dan bij kunstvoeding.
Kleur en consistentie/structuur:
o meconium: zwart/groen;
o overgangs defaecatie: groen/bruin;
o borstvoeding: geel korrelig/spuitluier (geen diarree);
o flesvoeding: geel/bruinig, wat steviger/hard.

Slide 39 - Tekstslide

motoriek
Observeer de beweeglijkheid, reacties op geluid bij de pasgeborene (geeft de
pasgeborene bijvoorbeeld pijn aan bij bewegen?).
 Bekijk de spiertonus: is de pasgeborene slap, passief of overstrekt hij/zij?
Normaal:
o alle ledematen bewegelijk en bewegen zonder pijn;
o goede spiertonus (spierspanning);
o pasgeborene heeft symmetrische houding en bewegingen.

Slide 40 - Tekstslide

Slapen v.d. baby
Normaal:
Pasgeborene wordt gemiddeld om de drie uur wakker uit een oppervlakkige slaap, circa
Zorgprotocol


7 maal per dag. Vaak slaapt de pasgeborene korter. Wel is het van belang de
pasgeborene, zeker de eerste week, niet langer dan 3,5 - 4 uur te laten slapen. Let goed
op vroege voedingssignalen 

Slide 41 - Tekstslide

drinken
Normaal:
o circa 20 minuten (maximaal 30 minuten) krachtig en regelmatig zuigen, af
en toe een korte pauze;
o huidskleur blijft normaal.

Slide 42 - Tekstslide

huilen 
Huilen is normaal, de
oorzaak van het huilen kan afwijkend zijn. Redenen waarom een pasgeborene huilt: 
obehoefte aan huidcontact;
o honger voor de voeding;
o te weinig/te veel voeding, overtollig lucht, boertje na de voeding;
o spanning (in het gezin);
o huiluurtje;
o buikkrampen (koliek);
o vieze luier;
o pijn;
o te koud of te warm;
o vermoeidheid;
o een grote zuigbehoefte;
o teveel prikkels. 

Slide 43 - Tekstslide

Navel/fontanel

Slide 44 - Tekstslide