P4 Poëzie & Leesvaardigheid

P4 Poëzie en Leesvaardigheid & grammatica

Je leert het verschil tussen poezie en proza en hoe gedichten opgebouwd kunnen worden door bijvoorbeeld beeldspraak en verschillende soorten rijm te herkennen. Je werkt deze periode aan een themaposter. Op die poster komen 8 door jou uitgewerkte gedichten.   (...) Tijdens een les in week 23 (2 t/m 6 juni) presenteer je je poster. Een van de gedichten mag een gedicht van een bekende Nederlandse dichter zijn. (telt 2x mee) 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

P4 Poëzie en Leesvaardigheid & grammatica

Je leert het verschil tussen poezie en proza en hoe gedichten opgebouwd kunnen worden door bijvoorbeeld beeldspraak en verschillende soorten rijm te herkennen. Je werkt deze periode aan een themaposter. Op die poster komen 8 door jou uitgewerkte gedichten.   (...) Tijdens een les in week 23 (2 t/m 6 juni) presenteer je je poster. Een van de gedichten mag een gedicht van een bekende Nederlandse dichter zijn. (telt 2x mee) 

Slide 1 - Tekstslide

Leesvaardigheid & grammatica
We behandelen de laatste twee paragrafen van Leesvaardigheid (eerste module). Van de zinsdelen behandelen we het meewerkend voorwerp en herhalen we het werk- en naamwoordelijk gezegde. Je leert over het aanwijzend, het vragend en het onbepaald voornaamwoord (hoofdstuk 5) en over het voorzetsel en het bijwoord (hoofdstuk 6). Deze stof komt ook terug in de afsluitende toets in de toetsweek. De toets tijdens de toetsweek bestaat uit een deel lezen en een deel grammatica. Deze toets telt 3x mee. 

Slide 2 - Tekstslide

BOEKOPDRACHT
Het beste boek voor 1G
Dit jaar heb je voor Nederlands, als het goed is, vier boeken gelezen: iedere periode één boek. Met je klas ga je nu bepalen welk boek, van alle door jullie gelezen boeken, het Beste Boek voor 1G’ers is.

Je werkt opdracht 1 & 2 individueel uit. 
Opdracht 3 & 4 doe je met je groepje in een daltonuur. Groepjes worden gemaakt door de docent en krijg je volgende week. 

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke data (PLENDA)
- 6 juni - Poëzieposter inleveren

- 13 juni - opdracht 5 van boekopdracht

19 - 25 juni - Toetsweek: Leesvaardigheid & grammatica


Slide 4 - Tekstslide

Organisatie in de week
WOENSDAG - Zakelijk Nederlands
= leesboek, Nieuw Nederlands + schrift mee

VRIJDAG  - Poëzie
= leesboek + schrift mee 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Strofen 
Bij poezie noem je datgene wat tussen witregels staat een strofe. 

Bij iedere strofelengte hoort een andere naam.
twee regels: distichon
drie regels: terzine
vier regels: kwatrijn

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Lees het gedicht over De Dapperstraat nogmaals en maak opdracht 1 t/m 6

Slide 8 - Tekstslide

Enjambement


Enjambement betekent dat één zin verdeeld is over twee of meerdere versregels. Het is een techniek die dichters voor hun gedichten gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht/Huiswerk
* Verzin een thema waarbinnen je gedichten wil schrijven (bijv. sport, eten, vriendschap, verdriet, vreugde, seizoenen o.i.d.)

* Schrijf een gedicht waarin je de strofebouw afwisselt. Je gedicht bestaat uit minimaal 10 regels.

* Maak minimaal 3x gebruik van de techniek enjambement. 

Slide 10 - Tekstslide