Kern hoofdstuk 29

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid

Hoofdstuk 29 

Wat weet je nog?

Lesdoelen

- Je leert welke indeling een tekst heeft;

- Je leert welke  bedoeling een schrijver heeft met elke alinea;

- Je leert wat de kernzin van een alinea is;

- Je leert hoe je de kernzin kunt vinden.

Hoe is een tekst opgebouwd?

Opbouw tekst

Tweedeling

Driedeling

Opbouw tekst

Tweedeling = inleiding + kern

Driedeling = inleiding + kern+slot

 

In een slot kan geen nieuwe informatie meer staan

Welke manieren van afsluiten ken je?

Manieren van inleiden

Kern

• Grootste gedeelte van de tekst;
• Meerdere alinea's;
• Deelonderwerpen, zoals uitwerking van een onderzoek, argumenten bij een mening.

Op welke manieren kan je een tekst inleiden?

Slot

In het slot rondt de schrijver de tekst af.

Ook dit kan op verschillende manieren.

Manieren van afsluiten (slot)

1. Samenvatting geven
2. Conclusie trekken
3. Advies geven/oproep doen
4. Antwoord geven op belangrijke vraag
5. Oplossing voor een probleem geven

 

Kernzin

• Hierin staat de belangrijkste informatie;
• Meestal de eerste of laatste zin van de alinea;
• Om de kernzin heen staat extra informatie (uitleg, voorbeelden).

Waar vind je de kernzin?

• In de eerste of laatste zin van een alinea staat vaak de belangrijkste informatie kernzin.
• De andere zinnen geven meestal een uitleg/voorbeelden bij de kernzin.
• In elke alinea staat een kernzin.

Wat is een kernzin?

1. De eerste zin van de inleiding
2. De laatste zin van het slot
3. De belangrijkste zin van een tekst
4. De belangrijkste zin van een alinea

AAN DE SLAG!!!

Er volgen 4 alinea's van een tekst over het opsporen van aardbevingen vanuit de ruimte.

Kies telkens welke zin de kernzin is.

Welke zin is de kernzin?

1. eerste zin
2. Zin 2
3. laatste zin

Welke zin is de kernzin?

1. eerste zin
2. Zin 2
3. laatste zin

Welke zin is de kernzin?

1. eerste zin
2. Zin 2
3. laatste zin

Welke zin is de kernzin?

1. eerste zin
2. Zin 2
3. laatste zin

Maken?

Les 29: opdracht 1 t/m 9

Antwoord in hele zinnen. Neem altijd een stukje vraag mee in je antwoord.

Klaar? Kom het extra werkblad halen bij de docent.

Geleerd?

- Je weet welke indeling een tekst heeft;

- Je weet welke bedoeling een schrijver heeft met elke alinea;

- Je weet wat de kernzin van een alinea is;

- Je weet hoe je de kernzin kunt vinden.