Evaluatieles

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 5

Evaluatieles: letters leren en zoemend lezen.

• Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
  
• De vorige les.
• Opwarmertje.
• Instructie.
• Doe-opdracht: bewegend leren.
• Verwerking.
  
• Evaluatie.

Inchecken. Jij & ik.

De vorige les: moeilijke woorden.

Tekst: waar is mijn taart? 

1. Ik lees een alinea (stukje).
2. Ik kies uit de alinea twee (of meer) moeilijke woorden.
3. Ik ga van ieder woord de betekenis zoeken:

       Ik lees terug of verder.
       Ik kijk naar het plaatje.
       Ik kijk naar het woord zelf. Ken ik er al een stukje van?

De vorige les: Wat is voorspellen?

1. In het kort iets vertellen.
2. Vertellen waar jij denkt dat het boek over gaat.
3. Vragen voor, tijdens en na het lezen .
4. Erachter komen wat een woord betekent.

Opwarmertje: dictee met stoepkrijt.

1. Ik doe het voor.
2. Jij doet het na.
3. Je doet het zelf. Buiten met stoepkrijt (volgende slide).

Opwarmertje: dictee met stoepkrijt.

Woorden dictee:

1. buurt
2. kiest
3. koopt
4. lepel
5. rokken

Instructie: toetsles.

Lesdoel: Ik kan deze les bewijzen wat ik al kan en wat ik al weet.

Instructie: dictees.

1. Ik doe het voor: spelling groep 3 / tweede helft groep 3 / oefening 2.
2. Jij doet het na: spelling groep 3 / tweede helft groep 3 / oefening 3.
3. Je doet het zelf: spelling groep 3 / Cito M3, E3, E3-IEP.

Instructie: leestest.

Ik ga een leestest bij je afnemen. 

1. Je gaat een tekst zoemend lezen.
2. Ik houd de tijd bij.
3. Ik houd bij hoeveel leesfouten je maakt.

Instructie: strategietest.

Ik ga vandaag testen of je weet wat je moet doen bij:

1. Voorspellen.
2. Moeilijke woorden.
3. Samenvatten.
4. Vragen stellen.
5. Verwijswoorden.

Pauze! Tijd voor een snack.

• Wat is de snack van vandaag?
  
• Proef het en vertel eerlijk wat je ervan vindt.
  
• Ik vertel je waar het van gemaakt is.

Verwerking: dictees.

Spelling groep 3:

1. Cito M3
2. E3
3. E3-IEP

Verwerking: leestest.

• Nodig: leestekst E3, afdekblad, timer, notitieblad.

Verwerking: strategietest.

• Je gaat een quiz maken.
• Ik stel vragen over alle strategieën die je geleerd hebt.

Maak een voorspelling.

• Ik heb twee boeken gekozen.
• Maak bij elk boek een voorspelling.

Wat is samenvatten?

1. Vragen stellen.
2. Een lange tekst in het kort vertellen.
3. Vertellen waar je denkt dat de tekst over gaat.
4. De betekenis van woorden opzoeken.

Vragen over verwijswoorden.

1. We gaan straks naar een site.
2. We lezen samen een tekst.
3. Je gaat vragen beantwoorden over verwijswoorden.

leestrainer.nl

De betekenis van moeilijke woorden.

1. We lezen een verhaal.
2. Ik kies 2 moeilijke woorden.
3. Jij zoekt de betekenis van de woorden in de tekst. 

Vragen bedenken.

Met welke woorden kan een vraag beginnen?

• Bedenk een vraag over het bever verhaal van les 8.

Eindevaluatie: mail.

• Ik ga een mail naar je moeder sturen met alle resultaten van de eindevaluatie.
• Als je moeder en jij het willen, kunnen je na mijn bevalling weer lessen bij mij volgen om nog beter te worden met lezen.