meervouden en verkleinwoorden

Februari 2022
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute HLeerroute VLeerroute VKLeerroute 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Februari 2022

Slide 1 - Tekstslide


Slide 2 - Tekstslide

Doelen van vandaag



Aan het eind van deze les ken je de regels die horen bij de meervoudsvormen
Aan het eind van deze les kun je de meervoudsvormen juist schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Noteer het meervoud van cowboy
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 6 - Quizvraag

Noteer het meervoud van café
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 10 - Quizvraag

Noteer het meervoud van bospad

Slide 11 - Open vraag

Het meervoud van: braderie

Slide 12 - Open vraag

Het meervoud van: essay

Slide 13 - Open vraag

Het meervoud van: monnik

Slide 14 - Open vraag

Het meervoud van: orchidee

Slide 15 - Open vraag

Het meervoud van: steekproef

Slide 16 - Open vraag

Het meervoud van: politicus

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Wat is het verkleinwoord van bikini
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
ring
A
ringtje
B
ringetje
C
rinnetje

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van...
app?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Slide 24 - Open vraag

Is alles duidelijk of zijn er vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Slide 26 - Tekstslide

Evaluatie
Wat heb je gedaan?
Wat heb je geleerd?
Is het lesdoel behaald?
Wat was je inbreng?
Bedankt voor je inzet!

Volgende X: verkleinwoorden

Slide 27 - Tekstslide