Dé PWSles

Dé PWSles
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dé PWSles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
-Waarom deze les
-Soorten wetenschap
-Aannames in de wetenschap
-redeneringstechnieken (inductie/abductie/deductie)
-Valkuilen inductie en deductie.
-Falsificatie
-Algemene tips
-Het vind-de-fout-spel. (Optioneel)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
-Aan het eind van de les ben je bekend met de verschillende soorten wetenschap
-Aan het eind van deze les ben je bekend met wetenschappelijke aannames, hun nut en hun valkuilen.
-Aan het eind van de les ken je inductie, deductie en abductie als redeneringstechnieken. Bovendien heb je geoefend in het herkennen van veel gemaakt fouten in inductie en deductief redeneren.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom deze les?
- Wetenschappelijke horizon verbreden
-Valkuilen voorkomen
-Opstapje naar de Uni

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 wetenschap


Pseudowetenschap

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke aannames in de wetenschap
VB: Is democratie de optimale bestuursvorm?


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk vakken wil jij in jouw profielwerkstukken betrekken en welke fundamentele aannames gelden daar?

Slide 7 - Open vraag

Wetenschappelijk realisme vs instrumentalisme
Wat zou er gebeuren als je deze aanname loslaat?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen we aan kennis?
Redeneervormen
-Deductief/beschrijvend
-Inductief/ empirisch (experimenteel)
-Abductief (hypothese )

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deductie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deductie
P1. MRI toont alle hersenactiviteit (Theorie/Algemene regel)
P2. geheugen is een hersenactiviteit (Waarneming/ feit)
C. MRI is een goede manier om geheugen te meten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke deductiefout
 Een voorbeeld:

                            P1:  Sporters krijgen vaak een beter geheugen van sporten
                            P2: ik ben een sporter
                            _______________________
                              C: Ik heb een beter geheugen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke deductiefout
P1= In Klarendal is de leefbaarheid van alle inwoners de afgelopen drie  jaar toegenomen. P2= Ik ben een Arnhemmer C= dus de leefbaarheid is voor mij toegenomen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk na over een deductieve redenering vanuit de hoek waar jouw pws over gaat.
Major+Minor = Conclusie (Denk aan middenterm)

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inductie
- Inductie gaat vanuit “individuele” gevallen naar
               algemene wet, Bottom Up
           - Deductie andersom

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inductie in de praktijk
1. Ik heb jongeren met een strafblad geïnterviewd over hun muzikale voorkeur.
2.Uit mijn interviews blijkt dat alle geïnterviewde jongeren met een strafblad  weleens drillmuziek luisteren. 
3.Conclusie drillmuziek heeft aantrekkingskracht op alle jongeren met een strafblad

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk zelf na over een inductieve redenering vanuit de hoek waar jouw pws over gaat.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke inductiefout
 Iemand doet een aantal interviews met succesvolle managers, en ontdekt dat ze allemaal ’s morgens vroeg opstaan om te mediteren, en 5 boeken per week lezen. De auteur concludeert dat ochtendmeditatie en lezen een belangrijke bijdrage leveren tot succes.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke inductiefout
Bij een enquête over gezonde levensstijlen  vult één van de respondenten de vragenlijst slordig in. Deze respondent is een bejaard persoon. De onderzoeker concludeert dat bejaarden niet meer in staat zijn om enquêtes in te vullen en dus niet bij verder onderzoek betrokken moeten worden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke inductiefout
Uit jouw interview met een gerenommeerd socioloog blijkt dat hij sterke twijfels heeft over  klimaatverandering, je concludeert dat klimaatverandering inderdaad een sprookje is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Falsificatie is het ontwerp van criteria om een theorie te verwerpen.
Zijn er jongeren met een strafblad die geen drillmuziek luisteren?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou je een onderzoeksvraag vanuit falsificatie kunnen bedenken?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips
1. Maak het niet te groot
2.Lees goed, hééééél goed
3. Onderzoeken is hard werken en echt niet altijd leuk, ontdekkingen (hoe klein ook) zijn dan weer fantastisch!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf de jaren 80 volgen steeds meer jongeren middelbaar en hoger onderwijs. Jij hebt onderzocht dat er toch meer jeugdcriminaliteit dan ooit is. Hieruit blijkt dat onderwijs een slechte invloed heeft op jonge mensen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

daarna, dus daardoor
Vanaf de jaren 80 volgen steeds meer jongeren middelbaar en hoger onderwijs. Jij hebt onderzocht dat er toch meer jeugdcriminaliteit dan ooit is. Hieruit blijkt dat onderwijs een slechte invloed heeft op jonge mensen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit jouw enquête naar de leefbaarheid in Klarendal blijkt dat 95% de leefbaarheid beter vindt geworden, je concludeert dat de leefbaarheid beter is geworden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen vindt het dus het is waar
Uit jouw enquête naar de leefbaarheid in Klarendal blijkt dat 95% de leefbaarheid beter vindt geworden, je concludeert dat de leefbaarheid beter is geworden

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je doet onderzoek naar de opkomst van vrouwen in de economie en maatschappij. Je haalt uit data dat vrouwen het steeds beter doen in de economie en concludeert dat vrouwen ook een steeds betere maatschappelijke positie hebben.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 uitblijvende redeneringen
Je doet onderzoek naar de opkomst van vrouwen in de economie en maatschappij. Je haalt uit data dat vrouwen het steeds beter doen in de economie en concludeert dat vrouwen ook een steeds betere maatschappelijke positie hebben.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie is de beste regeringsvorm want het is het eerlijkst

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
Democratie is de beste regeringsvorm want het is het eerlijkst

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
-Aan het eind van deze les ben je bekend met wetenschappelijke aannames, hun nut en hun valkuilen.
-Aan het eind van de les ken je inductie, deductie en abductie als redeneringstechnieken. Bovendien heb je geoefend in het herkennen van veel gemaakt fouten in inductie en deductief redeneren.
-Daarnaast zou het leuk zijn als je wat hebt onthouden van de wetenschappelijke stromingen die hier uit zijn voortgevloeid.



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies