Bedrijfskunde Les 7 - Herhaling
Wat valt niet onder primaire behoeften
A
Groenten
B
Aardappels
C
Snoep
D
Melk
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Wat valt niet onder primaire behoeften
A
Groenten
B
Aardappels
C
Snoep
D
Melk
Slide 1 - Quizvraag
Wat valt niet onder secundaire levensbehoeften
A
Gebak
B
Gehakt
C
IJs
D
Drop
Slide 2 - Quizvraag
Welke lening heeft een hoger rentepercentage
A
Hypothecaire lening
B
Persoonlijke lening
Slide 3 - Quizvraag
Wat wordt er verstaan onder de rekening courant
A
Lening bij de bank voor aanschaf machines
B
Een rekening waar bedrijven mee starten (startkapitaal)
C
Een rekening waar de winst van het bedrijf op gestort wordt
D
Een rekening waarop bedrijven tijdelijk rood mogen staan
Slide 4 - Quizvraag
Machines
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen
Slide 5 - Quizvraag
Crediteuren
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen
Slide 6 - Quizvraag
Debiteuren
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen
Slide 7 - Quizvraag
Hypothecaire lening
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen
Slide 8 - Quizvraag
Rekening courant
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen
Slide 9 - Quizvraag
Gebouwen
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen onderdeel van het eigen vermogen
A
Eerder behaalde winsten
B
Eigen ingebracht geld
C
Aandelenkapitaal
D
Achterstallige betalingen
Slide 11 - Quizvraag
Een balans:
A
De balans is een momentopname van alle bezittingen die een bedrijf heeft en de wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd.
B
is een periode-overzicht van alle opbrengsten en kosten van een bedrijf
C
De balans is een vast moment van alle bezittingen die een bedrijf heeft en de wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd.
D
is een moment opname van alle opbrengsten en kosten van een bedrijf
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen onderdeel van de jaarrekening
A
Balans
B
Resultatenrekening
C
Dividend uitkering
D
Toelichten op de cijfers
Slide 13 - Quizvraag
Een directeur van een bedrijf betaalt inkomsten belasting en moet tevens vennootschapsbelasting betalen.
Hij is directeur van een:
Hij is directeur van een:
A
VOF
B
BV
C
Eenmanszaak
D
NV
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een BV
A
De aandeelhouders zijn eigenaren
B
De directeur is niet pers. aansprakelijk voor eventuele schulden
C
De Bv moet jaarlijks een Jaarrekening opstellen
D
De directeur is niet in loondienst van de bv
