detailhandel H1

Als ik denk aan verkoop, dan denk ik aan?
Schrijf de komende 5 minuten zoveel mogelijk (minimaal 3) dingen op.
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
DetailhandelPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Als ik denk aan verkoop, dan denk ik aan?
Schrijf de komende 5 minuten zoveel mogelijk (minimaal 3) dingen op.

Slide 1 - Woordweb

Les 1 verkoop/logistiek
Detailhandel

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je na vandaag
  • Ik weet wat detailhandel is.
  • Ik weet wat een groothandel is.
  • Ik weet welke kwaliteiten belangrijk zijn om in de detailhandel te kunnen werken. 
  • Ik weet wat het verschil is tussen groothandel en detailhandel.

Slide 3 - Tekstslide

Detailhandel
Wat is detailhandel?
  • Winkels die producten verkopen aan consumenten.

Wat zijn producten?
  • Producten zijn spullen of diensten die te koop worden aangeboden. Bijvoorbeeld: snoep, eten, TV, telefoonabonnement


Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn consumenten?
  • Mensen die producten kopen in de winkel.
Wat zijn producenten?
  • Mensen die het product maken

Slide 5 - Tekstslide

Detailhandel

Slide 6 - Woordweb

Werken in de detailhandel

Slide 7 - Tekstslide

Welke soorten detailhandel zag je in het filmpje?

Slide 8 - Open vraag

In welke winkel zou jij willen werken? Vertel ook waarom.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Vul in: de klant heeft heel veel ...
A
Eisen
B
Vragen
C
Klachten
D
Gedachten

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet je doen om ergens te kunnen werken?
A
Gewoon beginnen
B
Via Facebook DM
C
Solliciteren
D
Opleiding volgen

Slide 12 - Quizvraag

In de detailhandel werken betekent
A
Dat je nooit vrij hebt
B
Dat je altijd vrij bent op woensdag
C
Dat je vaak op zaterdag moet werken
D
Dat je veel vakantie hebt

Slide 13 - Quizvraag

Wat is detailhandel
A
Een kledingwinkel
B
Winkels wat je eten kan kopen
C
Winkels die producten verkopen aan consumenten
D
Een plek waar consumenten producten kunnen verkopen.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Wat is een verkoopspecialist
A
Iemand die artikelen verkoopt in elk soort winkel
B
Iemand die 1 soort artikelen verkoopt in een winkel.
C
Iemand die in 1 soort winkel artikelen verkoopt

Slide 16 - Quizvraag

Detailhandel
Vul in op de flipover

Slide 17 - Woordweb


Groothandel

Slide 18 - Tekstslide

Groothandel 
  • NIET voor consumenten
  • voor andere bedrijven
  • levert in grote aantallen


Detailhandel
  • consumenten
  • kleinere winkels
  • iedereen kan er kopen

Slide 19 - Tekstslide

Ga in tweetallen samenwerken
Ga in de komende 5 minuten overleggen en schrijf op:

-3 bedrijven die groothandel zijn
-3 bedrijven die detailhandel zijn
-Zijn er bedrijven die zowel detailhandel als groothandel zijn?

Slide 20 - Tekstslide

Afronding
Ik hang nu de papieren op
Welke bedrijven komen overeen?
Welke bedrijven zijn verschillend?
Zijn er bedrijven die zowel groothandel als detailhandel zijn?

Slide 21 - Tekstslide

Ik weet nu:
  • Wat detailhandel is.
  • Wat een groothandel is.
  • Wat het verschil is tussen groothandel en detailhandel.
  • Welke soorten detailhandel er zijn.
  • Welke kwaliteiten belangrijk zijn om in de detailhandel te kunnen werken. 

Slide 22 - Tekstslide