TH1 WOORDENSCHAT H1

Theorie
Synoniem:
Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis. 

Voorbeeld: het synoniem voor aantonen is bewijzen.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorie
Synoniem:
Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis. 

Voorbeeld: het synoniem voor aantonen is bewijzen.

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt niet altijd een woordenboek nodig om de betekenis van een onbekend woord te vinden. Je kunt de betekenis van een woord soms ook vinden door de tekst goed te lezen. Door een woordraadstrategie te gebruiken kun je achter de betekenis van een woord komen.

Slide 2 - Tekstslide

Woordraadstrategie
Je moet weten wat een synoniem is.
Je moet weten wat een antoniem is ( tegenovergestelde betekenis). Het antoniem voor wit is zwart. 

Slide 3 - Tekstslide

Pak je mobiel en ga naar www.lessonup.com
Code invullen in je scherm
Naam toevoegen  (alleen je voornaam!)
En even wachten tot iedereen is aangemeld.

Slide 4 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Geef van de volgende woorden het synoniem:

Slide 5 - Tekstslide

frequent

Slide 6 - Open vraag

Aantonen
A
kijken
B
actief meedoen
C
bewijzen
D
hard zingen

Slide 7 - Quizvraag

Gigantisch

Slide 8 - Open vraag

Stimuleren

Slide 9 - Open vraag

1. Uiteraard

A
Soms
B
Natuurlijk
C
Besluit
D
Beslissing

Slide 10 - Quizvraag

Effect

A
Ontzettend klein
B
Ontzettend erg
C
Geval
D
Gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Diverse

Slide 12 - Open vraag

Huidige

Slide 13 - Open vraag

Wat is het tegenovergestelde van buitensporig?
A
Redelijk
B
Onredelijk
C
Anders
D
Onzinnig

Slide 14 - Quizvraag

Onder de loep nemen

Slide 15 - Open vraag

Individueel

Slide 16 - Open vraag

Methode

Slide 17 - Open vraag

Hoe je het ook wendt of keert

Slide 18 - Open vraag

Trofeeën

Slide 19 - Open vraag

Geëmigreerd

Slide 20 - Open vraag

Meteorologen
A
Wetenschap over meteorieten
B
Liegen over metaforen
C
Voorspellen het weer
D
Elektriciens

Slide 21 - Quizvraag

In de voetsporen treden van iemand

Slide 22 - Open vraag

Heel veel succes met leren!
Tot maandag!
Neem je leesboek mee, want na de toets moet je stil lezen totdat iedereen klaar is met de toets.

Slide 23 - Tekstslide