Ch.5 oefentoets so 1vwo

Maandag hebben jullie de toets. Hoe gaat het met de voorbereiding?
😒🙁😐🙂😃
1 / 46
volgende
Slide 1: Poll
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maandag hebben jullie de toets. Hoe gaat het met de voorbereiding?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Wat vind je nog lastig? Wat wil je nog beter leren?
Vocabulaire
Passé Composé
Grammaire
alles

Slide 2 - Poll

La forme de l'adjectif

Mijn oma is oud en heeft grijs haar -
Ma grand-mère est vieille et a les cheveux gris.

Slide 3 - Tekstslide

Vormen
1: vormen ✔
2: woorden op -e of -s
3: uitzonderingen
enkelvoud
mannelijk: -
vrouwelijk: -e
meervoud
mannelijk: -s
vrouwelijk: -es

Slide 4 - Tekstslide

-e of -s
1: vormen ✔
2: woorden op -e of -s ✔
3: uitzonderingen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op -e?
Geen extra -e bij vrouwelijke vormen.

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op -s?
Geen extra -s bij mannelijk meervoud.

Slide 5 - Tekstslide

Uitzonderingen
1: vormen ✔
2: woorden op -e of -s ✔
3: uitzonderingen ✔
mooi: beau - belle - beaux - belles

nieuw: nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles

oud: vieux - vieille - vieux - vieille

Slide 6 - Tekstslide

1: vormen ✔
2: woorden op -e of -s ✔
3: uitzonderingen ✔
regel
enkelvoud
mannelijk: -
vrouwelijk: +e

meervoud
mannelijk: +s
vrouwelijk: +es
Let op!


geen dubbele -e


geen dubbele -s
uitzonderingen:
beau - belle - beaux - belles
nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles
vieux - vieille - vieux - vieilles

Slide 7 - Tekstslide

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

Mon copain est ......
A
charmant
B
charmante
C
charmants
D
charmantes

Slide 8 - Quizvraag

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

Mes copains sont ....
A
intelligent
B
intelligente
C
intelligents
D
intelligentes

Slide 9 - Quizvraag

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

Mélanie et Iris sont ....... en maths.
A
fort
B
forte
C
forts
D
fortes

Slide 10 - Quizvraag

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

Les garçons sont ...
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 11 - Quizvraag

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

Une ... voiture
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 12 - Quizvraag

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

Ma grand- mère est ...
A
vieux
B
vieille
C
vieilles

Slide 13 - Quizvraag

Choisissez la bonne forme de l'adjectif.

C'est une fête ...
A
génial
B
géniale
C
géniales
D
génials

Slide 14 - Quizvraag

Vocabulaire

Vocabulaire A, B, E 
(bron D = de zinnen, doen we nu niet)

Slide 15 - Tekstslide

vertaal: le début

Slide 16 - Open vraag

vertaal: maintenant

Slide 17 - Open vraag

vertaal: possible

Slide 18 - Open vraag

vertaal: rigolo

Slide 19 - Open vraag

vertaal: la capitale

Slide 20 - Open vraag

vertaal: vinden

Slide 21 - Open vraag

vertaal: een hekel hebben aan

Slide 22 - Open vraag

vertaal: niet slecht

Slide 23 - Open vraag

vertaal: dragen

Slide 24 - Open vraag

vertaal: het haar

Slide 25 - Open vraag

vertaal: le jean

Slide 26 - Open vraag

vertaal: les lunettes de soleil

Slide 27 - Open vraag

vertaal: la star

Slide 28 - Open vraag

vertaal: les yeux

Slide 29 - Open vraag

vertaal: la casquette

Slide 30 - Open vraag

vertaal: de jurk

Slide 31 - Open vraag

vertaal: steil haar

Slide 32 - Open vraag

vertaal: bruin (bij oogkleur)

Slide 33 - Open vraag

vertaal: de tas

Slide 34 - Open vraag

vertaal: de sportschoenen

Slide 35 - Open vraag

vertaal: le pull

Slide 36 - Open vraag

vertaal: la boutique

Slide 37 - Open vraag

vertaal: cher/chère

Slide 38 - Open vraag

vertaal: le pantalon

Slide 39 - Open vraag

vertaal: comme

Slide 40 - Open vraag

vertaal: de riem

Slide 41 - Open vraag

vertaal: het vest, het jasje

Slide 42 - Open vraag

vertaal: het overhemd

Slide 43 - Open vraag

vertaal: de kwaliteit

Slide 44 - Open vraag

vertaal: winkelen

Slide 45 - Open vraag

Hoe goed ken je het nu?
beter dan ik dacht
slechter dan ik dacht
evengoed als ik al dacht
net zo slecht als ik al dacht

Slide 46 - Poll