H3 - P1 - H5 stijlfiguren

Stillezen
timer
15:00
Leg je boeken en schrift op tafel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
15:00
Leg je boeken en schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- Stillezen
- H5 - Stijlfiguren - bespreken
- Aan de slag


Doel:
- Vragen bespreken toets vrijdag en eventueel nog aftekenen van weektaak
- Je bepaalt of een uitspraak letterlijk of figuurlijk bedoeld is
- Je benoemt de figuurlijke termen die een herhaling of opsomming aangeven

Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven:
de schrijfstijl.

Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.

Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.


- MAAK AANTEKENINGEN VAN DE VOLGENDE DRIE SLIDES!

Stijlfiguren

Slide 3 - Tekstslide

repetitio: 
herhaling

-Om de finish te halen moet je rennen, rennen en nog eens rennen.

anafoor: 
herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van de zin

-Bedankt voor jullie komst, bedankt voor jullie input en bedankt voor jullie aandacht.
H5 Herhalingen en opsommingen

Slide 4 - Tekstslide

tricolon (drieslag)
opsommingen in drieën
- Heerlijk, helder, Heineken

climax: 
steeds sterker wordende serie
- Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.

anticlimax: 
steeds minder sterk wordende serie 
- Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.






H5 Herhalingen en opsommingen

Slide 5 - Tekstslide

Hyperbool: 
sterke overdrijving
- Ik heb jou nog nooit op tijd zien komen

Eufemisme: 
Verzachtende uitdrukking
- Hij blies zijn laatste adem uit

Understatement: 
afgezwakte uitdrukking
- Dat had je wel wat aardiger mogen zeggen.








H5 overdrijven en nuanceren

Slide 6 - Tekstslide

Repetitio
Een woord of woordgroep wordt herhaald
Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.

"Nee, nee, nee", zei moeder boos.

Slide 7 - Tekstslide

Anafoor
Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.
Niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets.

Slide 8 - Tekstslide

Repetitio en anafoor
Tricolon (drieslag)
Climax en anticlimax
Eufemisme
Hyperbool
Understatement
Antithese(tegenstelling)
Paradox
Litotes
Retorische vraag
Chiasme (kruisstelling)

Slide 9 - Tekstslide

H6 Antithese
Dat is een tegenstelling.
Jong geleerd, oud gedaan.

Slide 10 - Tekstslide

H6 paradox
 Paradox: schijnbare tegenstelling. De dingen die je zegt, lijken elkaar tegen te spreken.
Wees spontaan! (hoe kan je nu spontaan zijn op bevel?)
Worden wie je bent ( hoe kan je worden wie je al bent?)
Het wordt meer als je het deelt: liefde! (hoe kan iets meer worden als je het deelt?!)

Slide 11 - Tekstslide

H6 Litotes

Een bijzondere vorm van een understatement is de litotes. Daarmee ontken je het tegenovergestelde.


Voorbeeld:  Ze zijn niet onbemiddeld.


Je bedoelt: Ze zijn rijk.


Slide 12 - Tekstslide

H6 retorische vraag
Een retorische vraag is een vraag waarop geen antwoord wordt verwacht. Je kan het antwoord zelf namelijk al invullen 

Zijn we niet allemaal mensen van vlees en bloed?

Slide 13 - Tekstslide

En de laatste voor vandaag ...
(H6) chiasme (kruisstelling) In een tegengestelde volgorde plaatsen van overeenkomstige elementen in twee zinnen of zinsdelen . 
A              B
X
B             A
De overheid moet niet alleen zeggen wat ze doet, 
maar ook doen wat ze zegt. 

Slide 14 - Tekstslide

Opsomming
Opsomming van namen, feiten of andere dingen

Er zijn 3 bijzondere gevallen:
  1.  de tricolon
  2.  de climax
  3.  de omgekeerde climax

Slide 15 - Tekstslide

Tricolon
Opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed

Slide 16 - Tekstslide

Climax
Steeds sterker wordende reeks woorden
Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste.

Hij voldoet, nee... doet het goed, nee... uitstekend, nee... hij is de allerbeste.
Welk stijlfiguur kan dit nog meer zijn?

Slide 17 - Tekstslide

Anticlimax
Steeds zwakker wordende reeks woorden
Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je gemaakt:
H5 - opdracht 1, 2, 3a, 5, 6 en 7





Stijlfiguren 1 - Bespreken

Slide 19 - Tekstslide

Oefen via de site van het boek
H5 - Drillsteroefening D3 (stijlfiguren 1) - tot 100%





(als je de pagina iets uitzoomt, kun je alle antwoorden 
en toelichting  zien bij foute antwoorden en 
kun je tot 100% komen)
Stijlfiguren 1 - extra oefenen

Slide 20 - Tekstslide

Product - oefening 8 (pagina 25)

1. Kies een gebeurtenis van de afgelopen tijd
(bijv. klimaatdemonstraties, seizoensstart Ajax, 
F1-race Singapore, troonrede, verzin zelf iets... )


Stijlfiguren 1 - Zelf schrijven

Slide 21 - Tekstslide

Product - oefening 8 (pagina 25)

1. Kies een gebeurtenis van de afgelopen tijd
(klimaatdemonstraties, seizoensstart Ajax, 
F1-race Singapore, troonrede, verzin zelf iets )

2. Schrijf hier een objectieve tekstje over van vijf regels


Stijlfiguren 1 - Zelf schrijven
timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide

Product - oefening 8 (pagina 25)

1. Kies een gebeurtenis van de afgelopen tijd
(klimaatdemonstraties, seizoensstart Ajax, PSV gisteravond,
F1-race Singapore, troonrede, verzin zelf iets )

2. Schrijf hier een objectieve tekstje over van vijf regels

3. Herschrijf je tekst met drie (verschillende) stijlfiguren
Gebruik minstens één keer een hyperbool, eufemisme of understatement


Stijlfiguren 1 - Zelf schrijven
timer
7:00

Slide 23 - Tekstslide

Product - oefening 8 (pagina 25)

1. Kies een gebeurtenis van de afgelopen tijd
(klimaatdemonstraties, seizoensstart Ajax, 
F1-race Singapore, troonrede, verzin zelf iets )

2. Schrijf hier een objectieve tekstje over van vijf regels

3. Herschrijf je tekst met drie (verschillende) stijlfiguren
Gebruik minstens één keer een hyperbool, eufemisme of understatement

4. Wat is het verschil tussen de eerste en de tweede tekst?
Stijlfiguren 1 - Zelf schrijven

Slide 24 - Tekstslide

Meenemen:
- Leesboek meenemen
- Kern meenemen

Maken:
- Kern H5 - opdracht 8 en (1, 2, 3a, 5, 6 en 7)
- Online Kern - H5 - Drillster oefening 3 - 100%

Leren:
Stijlfiguren H5

Tot dan!
Vrijdag

Slide 25 - Tekstslide