les 4 voedingsproblematiek

persoonlijke zorg
les 4
zrgvepl420AH
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

persoonlijke zorg
les 4
zrgvepl420AH

Slide 1 - Tekstslide

voedingsproblematiek

Slide 2 - Tekstslide

vandaag
eindopdracht periode 2?
voedingsallergie
voedingsintolerantie
ondervoeding

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen
  1. je kunt het verschil benoemen tussen voedselintolerantie en allergie.
  2. je kent het begrip ondervoeding en de te nemen interventies benoemen.


Slide 4 - Tekstslide

wat versta jij onder voedingsproblematiek?

Slide 5 - Woordweb

definitie
  • Als eetgedrag toch in die mate verstoord is dat de ontwikkeling en/of groei van een kind of jongere verstoord geraakt, spreken we bij kinderen jonger dan zes jaar over voedingsproblemen en –stoornissen. 
  • Bij oudere kinderen spreekt men over eetproblemen en –stoornissen.  

Slide 6 - Tekstslide

behandelen in de lessen
wij gaan de aankomende lessen het volgende behandelen;
  • allergie voor voeding
  • intolerantie voor voeding
  • obesitas
  • ondervoeding
  • kauw en slikproblemen
  • onderkennen en ondersteuning van de problematiek

Slide 7 - Tekstslide

wat is voedingsintolerantie?

Slide 8 - Woordweb

intolerantie
  • niet allergische voedingsovergevoeligheid.
  • immuunsysteem word hier niet bij betrokken
  • ontbreken van een bepaald enzym dat de vertering ondersteunt.
  • klachten lijken op een allergie maar dan in mindere mate.
  • voorkomende: gluten, lactose.

Slide 9 - Tekstslide

wat is voedingsallergie?

Slide 10 - Woordweb

allergie
  • immuunsysteem is hierbij betrokken.
  • het lichaam maakt antistoffen aan tegen een eiwit.
  • klachten zoals: buikpijn, zwellingen, jeuk, uitslag, kortademigheid.
  • meest voorkomende: schaaldieren, pinda's, noten, vis, melk.

Slide 11 - Tekstslide

wat kan ik tijdens het koken doen om een allergie te voorkomen? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
gebruik van apart apparatuur
B
handschoenen aan
C
regelmatig handen wassen
D
anti-allergie tabletten bij de maaltijd verstrekken

Slide 12 - Quizvraag

intolerantie
  • glutenintolerantie = coeliakie.
  • de gluten veroorzaken beschadiging aan het slijmvlies van de dunne darm.
  • lichaam breekt eigen darmcellen af.
  • auto-immuunziekte.

Slide 13 - Tekstslide

wat is GEEN gluten product?
A
brood
B
pizza
C
pasta
D
bruine bonen

Slide 14 - Quizvraag

de wereld nu (800 miljoen mensen hebben honger)
de wereld nu (we worden dikker)

Slide 15 - Tekstslide

ziektes: COPD, orgaanschade
ziektes: DM 2, hart en vaat ziekten

Slide 16 - Tekstslide

de verpleegkundige
wij hebben een aantal taken als zorgprofessional.
wij kunnen een cruciale link zijn tussen zorgvrager en verleners.

wat moeten wij?

Slide 17 - Tekstslide

welke taken heeft de vplk bij een voedingsprobleem?

Slide 18 - Woordweb

taken verpleegkundige
  • adviseren (voeding intake verhogen/ verlagen, gezonde voeding, beweging, etc.).
  • inschakelen van andere disciplines/ mensen, schakel functie.
  • ondersteuning
  • metingen (BMI, bloedonderzoek, vochtbalans, etc.).
  • lichamelijke verzorging.

Slide 19 - Tekstslide

welke andere mensen/ zorgverleners kunnen wij inschakelen?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

wat is ondervoeding?

Slide 22 - Woordweb

ondervoeding
Ondervoeding ontstaat als iemand een langere tijd minder energie of voedingsstoffen binnen krijgt, dan nodig is om gezond te blijven.

Slide 23 - Tekstslide

oorzaken ondervoeding
  • verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid.
  • moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering.
  • psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. 
  • sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.
  • dementie of verslaving.

Slide 24 - Tekstslide

voedingsstoffen

Slide 25 - Tekstslide

criteria ondervoeding diagnose
  • onbedoeld gewichtsverlies (>5 procent in de afgelopen 6 maanden of >10 procent in een periode langer dan 6 maanden), 
  • lage BMI (<20 bij <70 jaar of <22 bij >70 jaar)
  • verminderde spiermassa

Slide 26 - Tekstslide

symptomen
  • geen aandacht meer voor de omgeving.
  • ingevallen wangen.
  • weinig spierkracht.
  • vermoeidheid.

Slide 27 - Tekstslide

hoe vaak weeg ik een gezond persoon?
A
1x per week
B
dagelijks
C
1x per maand
D
als het uitkomt

Slide 28 - Quizvraag

hoe vaak ik een persoon met risico op ondervoeding?
A
1x per week
B
dagelijks
C
1x per maand
D
als diegene dat aangeeft

Slide 29 - Quizvraag

hoe vaak weeg ik een ondervoed persoon? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
1x per week
B
dagelijks
C
1x per maand
D
voor de afspraak met de diëtiste

Slide 30 - Quizvraag

wegen
  • gezond persoon: 1x per maand, minimaal 1x per 3 maanden.
  • risico op ondervoeding: minimaal 1x per maand.
  • ondervoed persoon: 1x per week, voor de afspraak bij diëtiste.
 

Slide 31 - Tekstslide

waar kan ik naar kijken bij een persoon thuis of er ondervoeding dreigt?

Slide 32 - Woordweb

thuis check
  • kijk in de koelkast naar de inhoud,
  • versheid van  voeding (houdbaarheid),
  • hoeveelheid van de voorraad,
  • kijk/ vraag of de persoon zelf boodschappen kan doen,
  • kijk/ vraag of de persoon zelf kan koken.

Slide 33 - Tekstslide

SNAQ
Short
Nutritional
Assessment
Questionnaire

Slide 34 - Tekstslide

wat is GEEN gevolg van ondervoeding?
A
lage afweer
B
kans op doorligplekken
C
diabetes mellitus
D
langer herstel na ingreep

Slide 35 - Quizvraag

behandeling per voedingstoestand

  1. groen (goede voedingstoestand)
  2. oranje (risico op ondervoeding)
  3. rood (ondervoed)

Slide 36 - Tekstslide

goede voedingstoestand
  • geen behandeling,
  • wel alert blijven op ondervoeding,
  • screening elke 6 maanden

Slide 37 - Tekstslide

risico op ondervoeding
  • verstrek tussendoortjes en noteer de intake
  • uitleg geven over ondervoeding
  • voedingstips
  •  verstrek informatiefolders
  • inschakelen arts en/ of diëtiste als bovenstaande niet werkt

Slide 38 - Tekstslide

ondervoed
  • uitleg geven over ondervoeding en  voedingstips
  • verrijking hoofdmaaltijden
  • verstrek tussendoortjes en noteer de intake
  • inschakelen arts en/ of diëtiste en zorg dat deze binnen 3 dagen langs is geweest
  • start behandeling binnen acht dagen en binnen 5 dagen controle werkzaamheid

Slide 39 - Tekstslide

tips en adviezen
  • veel energierijke voeding (eiwitten, suikers, vetten)
  • kant en klare dieetproducten (poeders en dranken)
  • maaltijden op vast momenten
  • betrek de familie/ gezelschap bij de maaltijd(en)
  • variatie in maaltijden en temperatuur 
  • beweging
  • neem de tijd om te eten

Slide 40 - Tekstslide

vandaag
eindopdracht periode 2?
voedingsallergie
voedingsintolerantie
ondervoeding

Slide 41 - Tekstslide

leerdoelen
  1. je kunt het verschil benoemen tussen voedselintolerantie en allergie.
  2. je kent het begrip ondervoeding en de te nemen interventies benoemen.

Slide 42 - Tekstslide

volgende les
eenzijdige voeding
obesitas

Slide 43 - Tekstslide