6.4 - Vruchten en zaden (ha1)
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Bij bevruchting ontstaat een bevruchte zaadcel.
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Wat zie je hier gebeuren?
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Vorming van stuifmeelbuis
D
Vorming van zaden
Slide 5 - Quizvraag
Voor de bevruchting gaan
A
Eicellen van de stamper naar de meeldraad
B
Stuifmeelkorrels van de meeldraad naar de stamper
C
Eicellen en meeldraden beide de lucht in en ontmoeten ze elkaar daar
D
Planten hebben geen bevruchting
Slide 6 - Quizvraag
De ................................. groeit door de ..................................
in de richting van het ......................
Dan gaat hij naar het het ....................
Daar barst de stuifmeelbuis open.
De ................................. van de stuifmeelkorrel smelt samen met de kern van de ...........................
Nu is de de eicel ........................
eicel
stuifmeelbuis
vrucht
beginsel
kern
bevrucht
stijl
zaad
beginsel
stuifmeelkorrel
Slide 7 - Sleepvraag
De bloem van een appelboom is bevrucht. Wat gebeurt er na de bevruchting?
A
Uit het zaadbeginsel ontstaat een vrucht
B
Uit het vruchtbeginsel ontstaat een vrucht
C
Uit het vruchtbeginsel ontstaat een zaad
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Uit welk onderdeel ontwikkelt een kers?
A
Zaadbeginsel
B
Stamper
C
Vruchtbeginsel
D
Stijl
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel eicellen worden in één pruimenbloem bevrucht?
Slide 15 - Open vraag
Welk onderdeel van de plant is het steeltje van de appel?
A
Bloemkelk
B
Stengel
C
Meeldraden
D
Stamper
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Welk onderdeel van de bloem is het groene kroontje van de aardbei?
