2V_§8.2_Toonhoogte en frequentie

§8.2 Toonhoogte en frequentie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§8.2 Toonhoogte en frequentie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
8.2.1 Je kunt de drie factoren benoemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt.
8.2.2 Je kunt uitleggen wat frequentie, trillingstijd en golflengte zijn.
8.2.3 Je kunt in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon bepalen.
8.2.4 Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie.
8.2.5 Je kunt het frequentiebereik benoemen van het menselijk gehoor.
8.2.6 Je kunt uitleggen wat ultrasoon geluid is.

Slide 2 - Tekstslide

1

Slide 3 - Video

03:44
De eenheid van frequentie is Hertz (Hz).
Bij een frequentie van 128 Hz zijn er:
A
128 trillingen per seconde.
B
256 trillingen per seconde.
C
Één trilling duurt 128 seconde
D
Één trilling duurt 128 milliseconde

Slide 4 - Quizvraag

Snaar instrumenten
In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Een viool heeft bijvoorbeeld vier snaren, een gitaar heeft er zes en een piano heeft er meer dan tweehonderd. Als je zo’n snaar in trilling brengt, geeft hij een toon. Een toon is een geluid met een bepaalde toonhoogte. De hoogte van die toon hangt af van drie dingen.
• Hoe dik de snaar is: hoe dikker de snaar, hoe lager de toon.
• Hoe lang de snaar is: hoe langer de snaar, hoe lager de toon.
• Hoe strak de snaar is gespannen: hoe lager de spanning, hoe lager de toon.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

2

Slide 7 - Video

11:42
Om de dikte van een ooglens te meten, wordt ultrasoon geluid gebruikt. Een apparaat dat ultrasoon geluid uitzendt, wordt voor het oog gezet. Bekijk figuur 14. Door elk deel van het oog wordt het ultrasoon geluid als echo teruggekaatst. De echo's zijn te zien op een beeldscherm (figuur 15). In figuur 15 is ook de tijd aangegeven tussen het uitzenden van het geluid (op het tijdstip 0) en het ontvangen van de echo's.

Slide 8 - Tekstslide

11:42
a) Hoelang duurt het voor de echo van de voorkant van de ooglens wordt terugontvangen?
b) Het geluid beweegt door de ooglens met een snelheid van 1500 m/s. Bereken de dikte van de ooglens.

Slide 9 - Open vraag

3

Slide 10 - Video

06:23

Slide 11 - Open vraag

07:16
Je hebt 4 golven in 0,06 s.
Bereken de frequentie.

Slide 12 - Open vraag

08:38
Er zijn 5 golven in 0,007 s.
Bereken de frequentie.

Slide 13 - Open vraag

Noem de drie factoren die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.

Slide 14 - Open vraag

Leg uit wat de frequentie is van een trilling.

Slide 15 - Open vraag

Hoe bepaal je in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het frequentiebereik van het menselijk gehoor?

Slide 17 - Open vraag

Met welke formule kan je de frequentie van een toon berekenen met de trillingstijd?

Slide 18 - Open vraag