H7 - abbb's

Waar staat de afkorting abbb voor?
A
algemene beginselen van beleid
B
algemene beginselen van behoorlijk bestuur
C
ander beleid voor bevoegden
D
algemene beleidsregels voor behoorlijk bestuur
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Waar staat de afkorting abbb voor?
A
algemene beginselen van beleid
B
algemene beginselen van behoorlijk bestuur
C
ander beleid voor bevoegden
D
algemene beleidsregels voor behoorlijk bestuur

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

abbb
algemene beginselen van behoorlijk bestuur

Zo volgt steeds een abbb, waarbij je dient aan te geven wat het betekent! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. fair play

Slide 3 - Woordweb

open en onpartijdige houding (deels in art. 2:4 Awb --> onpartijdigheid)
2. Wat houdt formele zorgvuldigheid in?
A
iedereen hetzelfde behandelen
B
alle feiten die voor het besluit van belangzijn te verzamelen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. verbod van détournement de pouvoir

Slide 5 - Woordweb

= specialiteitsbeginsel
art. 3:3 Awb

Moeilijk aan te tonen. Een bevoegdheid alleen gebruiken waarvoor ze gegeven is:
Woning in Zandvoort blz. 70
4. Wat houdt het materieel zorgvuldigheidsbeginsel in?
A
het BO vragen om inhoudelijk tot een zorgvuldig besluit te km
B
eerlijke behandeling

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. verbod van willekeur

Slide 7 - Woordweb

= materiële zorgvuldigheid
art. 3:4 lid 2 Awb
verbiedt een besluit te nemen dat in redelijkheid niet genomen kon worden (bijv. omdat er niet gekeken is naar nadeelcompensatie of iets dergelijks) = uit de lucht gegrepen

Willekeur = toeval
6. Wat houdt het evenredigheidsbeginsel in?
A
geen besluit nemen dat belanghebbende onevenredig zwaar treft
B
vertrouwen dat is opgewerkt ook nakomen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. motiveringsbeginsel

Slide 9 - Woordweb

Deugdelijke motivering: art. 3:46 jo. 3:47 Awb = 
  1. duidelijke uitleg (kenbaarheid)
  2. steekhoudende argumenten (draagkracht) = inhoudelijk juist (wetsartikel, etc.)
8. Wat houdt het gelijkheidsbeginsel in?
A
Alle BO zijn even belangrijk
B
burgers in gelijke gevallen gelijk te behandelen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. vertrouwensbeginsel

Slide 11 - Woordweb

Periode voor het besluit. Niet in Awb vastgelegd. = jurisprudentie
  1. gerechtvaardigd vertrouwen
  2. belangen van derden
  3. schade die is geleden door het opgewekte vertrouwen
  4. toezegging in strijd met de wet (alleen wanneer er geen belangen van derden zijn betrokken)
Blz. 75/76
10. Wat houdt rechtszekerheidsbeginsel in?
A
als een wet wijzigt in nadeel van burger, dit langzaam te doen
B
Nooit wetten veranderen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heet het hoofdstuk 'Normering van besluiten'?

Slide 13 - Open vraag

Normeren = vaststellen wat normaal en gewenst is