1.2 Westerse wereldrijken

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wereldrijken
Europeanen willen steeds meer kolonies, om 3 redenen:
  • Grondstoffen
  • Afzetmarkt
  • Hun manier van leven overbrengen op andere gebieden
Wapens en stoomschepen hielpen bij het veroveren van nieuwe gebieden      
Tussen 1870 en 1914 breiden Europeanen hun gebied en macht uit (= imperialisme)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Westerse wereldrijken
Door middel van de driehoekshandel verdiende Nederland veel geld. Kijk maar in het volgende plaatje hoe dit ging:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Westerse wereldrijken
Voordat wij verder kijken naar de de koloniën van Nederland kijken wij naar het imperialisme in Azië en Afrika.

Wat is imperialisme?

Slide 15 - Tekstslide

Westerse wereldrijken
Imperialisme:

Veroveren (of afhankelijk maken) van andere landen of streken.
-> Europa werd machtiger

Slide 16 - Tekstslide

Westerse wereldrijken
Imperialisme simpel gezegd:

'Uitbreiding van gebied en macht.' (blauwe stukje blz. 19)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Imperialisme in Azië
Vanaf 1500: 
  • Handelsposten en kleine kolonies
Rond 1900: 
  • Europeanen heersen over grote kolonies
Japan is nooit een kolonie geworden en gaat juist zelf gebieden veroveren 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Pak je spullen erbij

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Imperialisme in Afrika
Er ontstaat strijd tussen Europese landen om het meeste gebied te krijgen         1878: Conferentie van Berlijn:
  • Afspraken over de verdeling van Afrika 
  • Er wordt geen rekening gehouden met de volken die er al leven
  • Gebruik van geweld 


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Plantages
  • Slaven werkten op de plantages.
  • Hier werd bijvoorbeeld tabak, katoen, suiker, koffie en cacao verbouwd.

Slide 29 - Tekstslide

Slaven
  • West-Afrika
  • Op de slavenmarkt aan de kust in West-Afrika werden ze gekeurd en geruild.
  • Werden geruild voor kostbare materialen. Zoals: wapens of textiel.

Slide 30 - Tekstslide

Slaven
  • Slaven werden verkocht aan plantagehouders in de koloniën.

  • Slaven werkten op de plantages.

  • Vervolgens werden de producten van plantages naar Europa vervoerd

Slide 31 - Tekstslide

Leven van een slaaf
  • Zwaar werk op de plantages.

  • Waren eigendom van degene die ze gekocht had.

  • Kinderen van een slaaf werden ook slaaf.

  • Straf als een slaaf niet luisterde

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Afschaffing slavernij
  • Mensen gingen in de 18e eeuw meer nadenken over vrijheid en gelijkheid. <- Franse Revolutie (afschaffing standenmaatschappij, grondwet)
  • Slavernij paste niet bij 'vrijheid en gelijkheid'.
  • Alle mensen zouden vrij moeten zijn.

Slide 35 - Tekstslide

Jaartallen
  • 1833: afschaffen van de slavernij in Engeland.

  • 1 juli 1863: afschaffen van de slavernij in Nederland.

Slide 36 - Tekstslide

Abolitionisme
Afschaffen van de slavernij

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide