§1.3 Arm en rijk in de wereld

Welkom
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les
- terugblikken vorige week 
- uitleg over 1.3 
- aan de slag met opdrachten 
- opdrachten bespreken/nakijken 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
  1. Je kent een aantal buurt- en bewonerskenmerken.
  2. Je begrijpt de samenhang tussen buurt- en bewonerskenmerken.
  3. Je kunt aan de hand van buurtkenmerken uitspraken doen over de bewoners en andersom.

Begrippen: 
Vergrijzing, ontgroening, bebouwingsdichtheid, openbare ruimte

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent manieren om de welvaart en het welzijn van gebieden met elkaar te vergelijken.
  2. Je begrijpt waarom welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
  3. Je kunt op een wereldkaart in grote lijnen een driedeling maken.
begrippen: 
Welvaart, BBP/persoon, werkgelegenheid, beroepsbevolking, welzijn, levensverwachting, alfabetiseringsgraad, koopkracht, BRP/persoon

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen
welvaart – De rijkdom van een land gemeten op basis van geld (bnp/hoofd). 
bbp per persoon – Het bruto binnenlands product per inwoner (bbp/pp) is alles wat in een
jaar in een land verdiend wordt, gedeeld door het aantal inwoners. Vaak wordt hiervoor ook  het bnp/pp gebruikt. 
werkgelegenheid – Het aantal banen dat beschikbaar is. 
beroepsbevolking – Dat deel van de bevolking dat betaald werk verricht. 
welzijn – De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden. 

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen
levensverwachting – Getal dat aangeeft hoe oud mensen gemiddeld worden/nog te leven
hebben.
alfabetiseringsgraad – Hoeveel mensen (ouder dan 15 jaar) kunnen lezen en schrijven. 
koopkracht– Hoeveel je voor 1 dollar kunt kopen. 
brp per persoon – Het bruto regionaal product is alles wat in een jaar in een regio verdiend
wordt, gedeeld door het aantal inwoners van die regio. 

Slide 6 - Tekstslide

Welvaart
  • De welvaart van een land wordt bepaald door wat de mensen er verdienen.
  • Drie groepen landen:
  • koplopers,bijvoorbeeld?
  • VS, Spanje
  • volgers,bijvoorbeeld?
  • China, Brazilië
  • achterblijvers,bijvoorbeeld? 
  • Cambodja, Botswana

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje, welvaart in Rio de Janeiro

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart
Welvaart meet je door te kijken naar:
bbp per persoon – bruto binnenlands product
= Alles wat in een jaar in een land verdiend wordt gedeeld door aantal inwoners.
werkgelegenheid – is er genoeg werk of zijn er werklozen?
verdeling beroepsbevolking = aantal mensen tussen de 20 en 67 die kunnen werken. Hoe meer mensen in de landbouw werken, hoe armer een land

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2
Heb je een vraag? Steek je vinger op en de docent helpt je 
Ben je klaar? Ga verder werken met de andere opdrachten, lees hiervoor wel eerst de tekst in je tekstboek 

Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les
- nieuws bekijken/bespreken
- uitleg over 1.3 
- aan de slag met opdrachten 
- opdrachten bespreken/nakijken 
- socrative toetsje 

https://www.nu.nl/buitenland/6076202/brand-uitgebroken-in-grieks-vluchtelingenkamp-moria.html

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent manieren om de welvaart en het welzijn van gebieden met elkaar te vergelijken.
  2. Je begrijpt waarom welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
  3. Je kunt op een wereldkaart in grote lijnen een driedeling maken.
begrippen: 
Welvaart, BBP/persoon, werkgelegenheid, beroepsbevolking, welzijn, levensverwachting, alfabetiseringsgraad, koopkracht, BRP/persoon

Slide 12 - Tekstslide

Welzijn
Welzijn = de levensomstandigheden van mensen in een land.
Combinatie van:
49 of 84 jaar oud worden =
levensverwachting
25 of 100% kan lezen en schrijven =
Alfabetiseringsgraad
$ 770 of $ 144.000 verdienen =
Koopkracht (hoeveel kan ik kopen in een land, men verdient niet veel maar voedsel en dergelijke zijn vaak ook goedkoper)

Slide 13 - Tekstslide

Binnen een land
In elk land zijn er rijke en arme gebieden, dat kun je meten met het brp per persoon
alles wat in een gebied verdiend wordt, gedeeld door het aantal inwoners vandat gebied.



Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Ga de opdrachten van 1.3 afmaken
Hulp nodig? steek je vinger op en ik kom langs
Ben je klaar? Ga op zoek naar een kaart waar je de welvaart van de wereld kunt zien 

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent manieren om de welvaart en het welzijn van gebieden met elkaar te vergelijken.
  2. Je begrijpt waarom welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
  3. Je kunt op een wereldkaart in grote lijnen een driedeling maken.
begrippen:
Welvaart, BBP/persoon, werkgelegenheid, beroepsbevolking, welzijn, levensverwachting, alfabetiseringsgraad, koopkracht, BRP/persoon

Slide 16 - Tekstslide

Socrative toetsje 
van paragraaf 1,2 & 3

Slide 17 - Tekstslide

Welk woord hoort bij welzijn?
A
Werkgelegenheid
B
Beroepsbevolking
C
Alfabetiseringsgraad
D
BBP per persoon

Slide 18 - Quizvraag

Sleep onderstaande landen naar de goede categorie!
Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Burundi
Japan
Brazilië

Slide 19 - Sleepvraag

Waarom horen welvaart en welzijn vaak bij elkaar

Slide 20 - Open vraag