1.3 Arm en rijk in de wereld (17-11)

Rijk en Arm?
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rijk en Arm?

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
1. Vorige les herhalen
2. samen lezen 1.3 + uitleg
3. Kennistest
4. Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Mensen zijn in Nederland de afgelopen 100 jaar:
timer
0:20
A
Rijker geworden
B
Armer geworden
C
Skeer geworden
D
Minder skeer geworden

Slide 4 - Quizvraag

Woonbuurten in Apeldoorn zijn erg verschillend, in welke wijk je woont heeft voor een groot deel te maken met :
timer
0:20
A
het welzijn
B
de welvaart
C
de bevolkingsdichtheid

Slide 5 - Quizvraag

De welvaart is gestegen de 20e eeuw, hierdoor:
timer
0:20
A
Zijn mensen dichter bij hun werk gaan wonen
B
is de mobiliteit toegenomen
C
zijn de hoeveelheid huizen toegenomen

Slide 6 - Quizvraag

Omdat de mobiliteit (auto's/openbaar vervoer) is toegenomen:
timer
0:20
A
Kunnen mensen verder van hun werk wonen
B
Zijn fabrieken failliet verklaard
C
zijn woningen in de buurt van het centrum meer waard geworden

Slide 7 - Quizvraag

Welk effect zal dit hebben gehad op de wijken tegen de fabrieken aan?
timer
0:20
A
alle mensen zijn hier blijven wonen
B
de rijke mensen die een auto konden betalen zijn ergens anders naartoe verhuisd
C
de rijke mensen die huizenprijzen konden betalen zijn in de buurt van de fabriek blijven wonen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen renovatie en sanering?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Als buurten achteruitgaan, zullen jonge/welvarende mensen hier minder snel gaan wonen, dus:
timer
0:20
A
Zal dit ontgroening als resultaat hebben
B
Zal hierdoor een groei plaatsvinden van het aantal voorzieningen
C
zal dit zorgen voor een groei aan hoogopgeleide mensen

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen 1.3
- Je kent manieren om de welvaart en het welzijn van gebieden met elkaar te vergelijken.

- Je begrijpt waarom welvaart en welzijn met elkaar samenhangen.
- Je kunt op een wereldkaart in grote lijnen een driedeling maken.



Slide 11 - Tekstslide

Samen lezen 1.3

Slide 12 - Tekstslide

Welvaart

Slide 13 - Tekstslide

Welvaart
De welvaart van een land wordt vooral bepaald door wat mensen in een land verdienen. De welvaart van een land kun je zien aan:

Slide 14 - Tekstslide

1. het bpp per persoon: alles wat in een jaar in een land verdiend wordt
2. De werkgelegenheid: De hoeveelheid mensen die aan een baan kunnen  komen
3. De verdeling van de beroepsbevolking (hoeveel mensen werken in  de landbouw, industrie, diensten)

Slide 15 - Tekstslide

Verdeling beroepsbevolking (waarom belangrijk?)

Slide 16 - Tekstslide

Rijke landen
arme landen
gemiddelde landen
Waarom is het belangrijk om een beeld te krijgen van de beroepsbevolking?

Slide 17 - Tekstslide

Primair: landbouw
Secundair: industrie
tertiair: diensten

Slide 18 - Tekstslide

Vergelijk Brazilie, Nederland en Sudan

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welzijn

Slide 21 - Tekstslide

Welzijn is een combinatie van:
  1. levensverwachting
  2. alfabetisersingsgraad (lezen en schrijven)
  3. koopkracht (wat kan je kopen van 1 dollar?)

Slide 22 - Tekstslide

Alfabetiseringsgraad (hoeveelheid inwoners die kunnen lezen/schrijven boven de 15 jaar) 

Slide 23 - Tekstslide

Levensverwachting

Slide 24 - Tekstslide

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld iemand verdient.
B
Hoeveel iemand van zijn geld kan kopen.
C
Hoeveel supermarkten er in de buurt zijn.

Slide 25 - Quizvraag

Drie groepen landen
  1. Koplopers         --> centrumlanden  --> ontwikkelde landen
  2. Volgers              --> semi-periferie     --> ontwikkelings landen                                   (voorbeeld: ) BRIC landen
  3. Achterblijvers --> periferie                 --> onontwikkelde landen

Slide 26 - Tekstslide

4 Consumptiegoederen per 1000 inw.
 Auto’s per 1.000 inwoners
Wereldwijd gemiddelde       132
Europese Unie                          470
VS                                                    444
België                                            484
China                                                20
India                                                    9


Slide 27 - Tekstslide

Bruto Regionaal Product/hoofd (brp)



Gemiddeld inkomen van een inwoner van een regio

Slide 28 - Tekstslide

Kennistest
klaart

Slide 29 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting bbp ?
A
Buitenlandse Nationale Product
B
Binnenlandse Nederlandse Product
C
Bruto Buitenlandse Product
D
Bruto Nationale Product

Slide 30 - Quizvraag

Primair: landbouw
Secundair: industrie
tertiair: diensten

Slide 31 - Tekstslide

timer
1:00
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 32 - Sleepvraag

Nederland behoort tot...
timer
0:29
A
Centrum
B
Semi - periferie
C
Periferie

Slide 33 - Quizvraag

timer
0:29
Centrum
(Semi-) periferie
Veel mensen onder armoedegrens
Goed onderwijs
Rijkdom en macht
Westerse landen
Veel mensen werken in de industrie
Vooral export van landbouwproducten

Slide 34 - Sleepvraag

timer
0:29
Koplopers
Volgers en achtrblijvers
China
Argentinië
Frankrijk
Senegal
Zweden
de VS

Slide 35 - Sleepvraag

Wat is analfabetisme?
timer
0:29
A
Het niet willen schrijven en/of spreken
B
Het niet kunnen lezen en/of schrijven
C
Het niet kunnen spreken
D
Het niet naar school kunnen gaan

Slide 36 - Quizvraag

Analfabetisme zegt iets over..
timer
0:29
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 37 - Quizvraag

Levensverwachting gaat over...
timer
0:29
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 38 - Quizvraag

timer
0:29
Welvaart
Welzijn
BBP/hoofd
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht

Slide 39 - Sleepvraag

Welzijn gaat niet over ...
timer
0:29
A
De gezondheid van mensen
B
Het inkomen van mensen
C
Het onderwijs dat mensen volgen
D
De voedselzekerheid die mensen hebben

Slide 40 - Quizvraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 41 - Open vraag

Zelfstandig werken

klaar? 
- Maak van §1.3 (1,2,3,4,5)
Bonusopdracht -> opdr. 5 + 7
Kies linksboven voor leerroute (alle onderdelen)

timer
30:00

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide