Marktonderzoek les 9

Hoofdstuk 5 De steekproef
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
marketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 De steekproef

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag:

Uitleg geven over de  steekproef.

De volgende termen komen erin voor -->
De bruto-steekproef berekenen
  • Steekproefkader
  • steekproefomvang
  • homogene populatie
  • aselecte trekking
  • afspiegeling
  • representativiteit
  • non-response
  • bruto-steekproef
  • bij-enquêteren
  • respondentenpanel
  • soorten steekproeven

Slide 2 - Tekstslide

Steekproef

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Onderzoeksdoelgroep
  • Ook wel onderzoekspopulatie genoemd.
  • Een steekproef is een zorgvuldig gemaakte selectie van mensen of bedrijven uit de onderzoekspopulatie. Dit zijn degenen die benaderd worden om het onderzoek deel te nemen. (voorbeeld kijkcijfers)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bruto-steekproef
Zie blz. 249

Slide 7 - Tekstslide

Je wilt een steekproef van 150 personen nemen. Je verwacht een respons van 20% Bereken de bruto-steekproef

Slide 8 - Open vraag

steekproef 150. response is 20% Wat is de brutosteekproef

  • 150 : 0,20 = 750

Slide 9 - Tekstslide

Maak de casus op blz. 239

Slide 10 - Tekstslide

Voor dit onderzoek nemen we een steekproef uit alle huishoudens in Nederland. Reken uit hoe de huishoudens procentueel verdeeld zijn over de verschillende groepen.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 11 - Open vraag

Antwoord

Slide 12 - Tekstslide

De steekproef van SKO vormt ook een afspiegeling van de bevolking naar regio. Reken op basis van de cijfers uit, hoeveel procent van de steekproef afkomstig moet zijn uit Zuid-Nederland.
Rond af op één decimaal.
Oost
3.543.938
West
7.880.753
Zuid
3.586.761
Noord
1.718.896
Totaal
16.730.348

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord 1b

Slide 14 - Open vraag

Antwoord

Slide 15 - Tekstslide

De steekproef van SKO bestaat uit 2.800 personen en 1.235 huishoudens. Hoeveel huishoudens in de steekproef moeten afkomstig zijn uit Zuid-Nederland? Rond je antwoord af op nul decimalen.

Slide 16 - Open vraag

Antwoord 1c

Slide 17 - Tekstslide

Iedere steekproef moet voldoen aan 4 eisen:

  1. De steekproef moet voldoende groot zijn. 
  2. De eigenschappen van de onderzoekspopulatie moeten binnen een bepaald gebied liggen.
  3. De steekproef moet willekeurig, ofwel aselect, getrokken worden. 
  4. De gekozen eenheden, dat wil zeggen mensen, huishoudens of bedrijven, moeten een goede afspiegeling vormen van de onderzoekspopulatie. 

Slide 18 - Tekstslide

Representativiteit
  • mate waarin de deelnemende respondenten een goede afspiegeling vormen van de totale gekozen onderzoeksdoelgroep.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

8 soorten steekproeven

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 1, 3 en 5 behandelen
Zijn er nog mensen die andere vragen willen behandelen?

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Alle vragen van hoofdstuk 5 af.

Slide 29 - Tekstslide