Begrijpend lezen leerjaar 1 blok 1 t/m 4 Op niveau

TV2 Week 15 - Lezen, les 1

Afronding Begrijpend lezen
Op Niveau Blok 1 t/m 5.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TV2 Week 15 - Lezen, les 1

Afronding Begrijpend lezen
Op Niveau Blok 1 t/m 5.

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Ga naar LessonUp 
  • Vul de code 6825 in
  • Bekijk de planning
  • Maak slides 5 t/m 12
  • Klaar? Maak opdr. 2 en 3 - BLOK 6 van Op Niveau digitaal

 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekstdoelen en tekstsoorten ken je?

Slide 4 - Open vraag

Welke manieren ken je om een tekst in te leiden?

Slide 5 - Open vraag

Welke manieren ken je om een tekst af te sluiten?

Slide 6 - Open vraag

Hoe formuleer je het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn hoofdzaken en wat zijn bijzaken?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent subjectief en wat betekent objectief?

Slide 10 - Open vraag

Einde van deze les



Volgende les mag je alleen afmaken 
lescode: nnoyq

Je kunt ook via Hangouts joinen en dan doen we het weer samen. Maak wel alle quizvragen en maak opdr. 2 en 3, blok 6 van Op Niveau digitaal

Slide 11 - Tekstslide

TV2 Week 15 - Lezen, les 2
  • Herhalen begrippen
  • Aan de slag!
             - verder werken aan opdracht 2 en 3. Deze les moet de opdracht af zijn

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling belangrijke begrippen
  • Onderwerp
  • Deelonderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Kernzin
  • Opbouw tekst: inleiding, middenstuk, slot
  • Opbouw alinea: kernzin + voorbeeld/toelichting
  • Tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm
  • Inleiding: vraag stellen, onderwerp aankondigen, aanleiding voor het schrijven noemen, een anekdote vertellen
  • Slot: conclusie, advies, samenvatting



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

 3 soorten publiek
  • Breed publiek - alle leerlingen van Wolfert Tweetalig
  • Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp. 
 
  • Kleiner, gespecialiseerd publiek - De klas TV2D van Wolfert Tweetalig
  • Het publiek weet al iets over het onderwerp.

  • Een persoon, een kleine groep personen - de mentor van TV2D
  • Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld of toelichting
Kernzin =
Belangrijkste zin van de alinea

Rest van de alinea =
voorbeeld
of
toelichting

Slide 16 - Tekstslide

Kernzin + Voorbeeld
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Op het mbo in Rotterdam waar ik eerst werkte, zag ik regelmatig in de pauze leerlingen een jointje halen. Dat is niet goed voor hun gezondheid, niet goed voor hun schoolprestaties en niet goed voor hun motivatie. Op  de school waar ik nu werk is geen coffeeshop in de buurt en gebeurt dat niet. Coffeeshops horen dus niet thuis in een schoolomgeving.

Slide 17 - Tekstslide

Kernzin + toelichting
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Jongeren experimenteren graag, choqueren graag en zoeken grenzen op. In coffeeshops waar drugs verkocht worden, worden jongeren op hun wenken bediend: met drugs wordt door sommige jongeren volop geëxperimenteerd en ouders zijn vaak gechoqueerd als hun kind blijkt te blowen. Dingen doen die niet mogen, is van alle tijden. Socrates in de 5e eeuw voor Christus klaagde al over de jongeren van zijn tijd. Dat betekent echter niet dat we het jongeren zo gemakkelijk moeten maken. Het blowen in tussenuren of pauzes is gemakkelijk te vermijden door coffeeshops in de buurt van scholen niet toe te staan.

Slide 18 - Tekstslide

Alineaopbouw

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een uitleg in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 21 - Quizvraag

Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Een bijzaak
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een hoofdzaak en een bijzaak?

Slide 23 - Open vraag

Hoofd- en bijzaken
✔️Hoofdzaak: Het belangrijkste van de tekst.
Vind je vooral in de kernzinnen.

✔️Bijzaak: Minder belangrijke dingen van de tekst.
Zoals; uitleg, voorbeelden of toelichting.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak de opdrachten 2 en 3 af

Slide 25 - Tekstslide