RS 4/5 mei herdenken (30 april '23)

wat hoor je?
wat hoor je?
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZondagsschoolBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

wat hoor je?
wat hoor je?

Slide 1 - Tekstslide

herdenken
Welkom bij ...

Slide 2 - Tekstslide

Welk indrukwekkende oorlogsmonument vond jij?

Slide 3 - Tekstslide

Noortje

Slide 4 - Tekstslide

Margje/ Seth

Slide 5 - Tekstslide

  • drie teams 
  • 1 vrijwilliger per team (bekerhoedje op hoofd, open zijde naar boven) 
  • De vrijwilligers gaan op drie meter van de startlijn staan.
  • De overige tieners gaan achter de eindlijn staan.
  • ieder team 1 zakje
  • gooi zoveel mogelijk Tikkels ín het bekerhoedje
  • Het team dat de meeste snoepjes opvangt, wint.
dodenherdenking
bevrijding
bevrijding
dodenherdenking

Slide 6 - Tekstslide

Herdenken
- Wat doe jij op 4 en 5 mei?
  
- Hoe ervaar jij de vrijheid in Nederland?

- Vind jij dat Dodenherdenking en Bevrijdingsdag nog jaarlijks herdacht moeten worden?

Slide 7 - Tekstslide

Dodenherdenking
Bevrijdingsdag
Welke groep vindt de meeste (juiste!) vlaggen?

Slide 8 - Tekstslide

Welk 'monument' hadden de Joden? Waarvoor? (Ex. 13)
5b Als jullie in dat land zijn, moeten jullie elk jaar in de eerste maand feestvieren. 6-7 Zeven dagen lang moeten jullie dan brood zonder gist eten. En al die tijd mag er in jullie land niets te vinden zijn waar gist in zit. Op de zevende dag is er dan een feest voor de Heer. 8 Op die dag moeten jullie aan je kinderen vertellen waarom je dit feest viert. Je moet dan zeggen: ‘Omdat de Heer ons uit Egypte heeft bevrijd.’
9 Door dat feest zullen jullie altijd denken aan wat er gebeurd is. Altijd zullen jullie eraan denken dat de Heer zijn grote macht heeft laten zien en jullie uit Egypte bevrijd heeft. Op het feest zullen jullie elkaar altijd vertellen wat de Heer van ons wil. 10 Vier dat feest elk jaar op de afgesproken tijd.
groepsopdracht

Slide 9 - Tekstslide

Welk 'monument' hebben wij? Waarvoor? (1 Kor. 11)
23 Ik heb jullie al eens verteld over de nacht waarin onze Heer Jezus Christus gevangen werd genomen. Ik heb het van de Heer zelf gehoord. ’s Avonds bij de maaltijd pakte Jezus een brood. 24 Hij dankte God, en hij brak het brood in stukken. En hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Kijk, dit is mijn lichaam. Ik zal sterven voor jullie. Herhaal deze maaltijd steeds opnieuw om aan mij te blijven denken.’
25 Na het eten pakte Jezus een beker wijn. Hij zei: ‘Mijn bloed zal vloeien. Maar daardoor zullen jullie gered worden. Dat heeft God beloofd. Deze beker is daarvan het teken. Drink steeds opnieuw uit deze beker om aan mij te blijven denken.
26 Dat is dus de manier waarop jullie met elkaar brood moeten eten en wijn moeten drinken. Want daarmee laten jullie zien dat de Heer voor ons gestorven is. En dat moeten jullie blijven doen totdat de Heer terugkomt.
groepsopdracht

Slide 10 - Tekstslide

ogen dicht
1 persoon vertelt welk plaatje voor hem/ haar 'vrijheid'is
welke koos hij/ zij?

Slide 11 - Tekstslide

waarvan moet de Here Jezus mij  bevrijden? Schrijf op de ballon

Slide 12 - Tekstslide

De Here Jezus bevrijdt van alle verkeerde dingen!

Slide 13 - Tekstslide

'Vrijheid'
volgens de Franse beeldhouwer Fréderic-Auguste Bartholdi.
Hoe ziet 'vrijheid' er volgens jullie uit?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

A4 in vieren
Teken:
1. hoofd
2. bovenlijf
3. benen
4. voeten
terug naar 1.
5. openvouwen
6. naam
7. ballon + naam
8. kenmerken
mijn ideale partner

Slide 16 - Tekstslide

  • zet de bril op
  • ren vanaf de startlijn naar de ballon
  • 7x om de ballon
  • terug naar je groep
  • welke groep is het snelst?
Bekijk jouw wereld door een roze bril

Slide 17 - Tekstslide

wie heeft verkering/ is verliefd?
Wie vroeg verkering?
Welke tips geeft de Bijbel?

Slide 18 - Tekstslide

Liefde = respect voor de ander
je eigen grenzen aangeven
trouw aan jezelf blijven
Gen. 29: 14b - 30

Slide 19 - Tekstslide

Wat staat op jouw ballon?
Wil je nog iets aanpassen?
Iets aanvullen?
Tip:
Vraag God je te helpen zoeken naar de juiste partner

Slide 20 - Tekstslide

tweetal met blinddoek
chocoladezoen in gestrekte arm (hoogte mond)
loop op elkaar af (aanwijzingen van de anderen)
Lukt het tegelijkertijd de zoen te voeren?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

'de hemel' volgens Michelangelo in de Sixtijnse Kapel
Wat zie je allemaal

Hoe dacht M. dat de hemel was volgens dit schilderij?

Slide 23 - Tekstslide

vragen over de hemel
Welke vragen heb jij over de hemel?
Schrijf je vraag/ vragen op een papier 
op elk papier 1 vraag
Vouw je vraag dubbel en doe de vraag in het kistje

Slide 24 - Tekstslide

Bouw een zo hoog mogelijke toren
(3 groepjes)
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

De mensen bouwen een toren in Babel 
11.1 Heel lang geleden sprak iedereen op aarde dezelfde taal. 2 De mensen trokken toen van de ene plaats naar de andere. Zo kwamen ze op een keer in het oosten, in Babylonië. Ze gingen daar wonen in een dal. 3 Toen zeiden de mensen tegen elkaar: ‘Laten we van klei stenen bakken.’ Zo maakten ze bakstenen om mee te bouwen. Ze gebruikten teer om de stenen aan elkaar vast te maken. 4 Toen zeiden ze: ‘Laten we een stad gaan bouwen met een toren die tot in de hemel komt. Dan worden we heel beroemd. En als we in die stad blijven, raken we niet over de hele aarde verspreid.’ 
5 Toen kwam de Heer naar de aarde. Hij kwam kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. 6 Hij zei: ‘De mensen zijn nu één volk en ze spreken allemaal dezelfde taal. Wat ze hier doen, is nog maar het begin. Straks kunnen ze alles doen wat ze bedenken. 7 Laat ik naar ze toe gaan. Ik zal ervoor zorgen dat ze elkaar niet meer kunnen verstaan.’
8Toen verspreidde de Heer de mensen over de hele aarde. Ze stopten met de bouw van de stad.
9Die stad wordt Babel genoemd. Daar zorgde de Heer ervoor dat de mensen elkaar niet meer konden verstaan. En dat ze overal op aarde gingen wonen.
11 1 Heel lang geleden sprak iedereen op aarde dezelfde taal. 2 De mensen trokken toen van de ene plaats naar de andere. Zo kwamen ze op een keer in het oosten, in Babylonië. Ze gingen daar wonen in een dal.
3 Toen zeiden de mensen tegen elkaar: ‘Laten we van klei stenen bakken.’ Zo maakten ze bakstenen om mee te bouwen. Ze gebruikten teer om de stenen aan elkaar vast te maken. 4 Toen zeiden ze: ‘Laten we een stad gaan bouwen met een toren die tot in de hemel komt. Dan worden we heel beroemd. En als we in die stad blijven, raken we niet over de hele aarde verspreid.’
 
5 Toen kwam de Heer naar de aarde. Hij kwam kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. 6 Hij zei: ‘De mensen zijn nu één volk en ze spreken allemaal dezelfde taal. Wat ze hier doen, is nog maar het begin. Straks kunnen ze alles doen wat ze bedenken. 7 Laat ik naar ze toe gaan. Ik zal ervoor zorgen dat ze elkaar niet meer kunnen verstaan.’
8 Toen verspreidde de Heer de mensen over de hele aarde. Ze stopten met de bouw van de stad.
9Die stad wordt Babel genoemd. Daar zorgde de Heer ervoor dat de mensen elkaar niet meer konden verstaan. En dat ze overal op aarde gingen wonen.

Slide 26 - Tekstslide

En? Werkt dat?
Kunnen wij zelf zo'n hoge toren maken dat we bij God in de hemel kunnen komen?

Slide 27 - Tekstslide

Estafette
- luister het liedje
- ken je het? Ren naar de overkant
- luid als 1e het belletje
- zing een stukje van het liedje

Slide 28 - Tekstslide

Hoe/ wat is de hemel volgens deze liedjes?

En hoe is de hemel volgens jou? (Ylja)

Slide 29 - Tekstslide

Hoe is de hemel volgens jou?
(Hanne)

Slide 30 - Tekstslide

Hoe is de hemel volgens jou?
(Margje)

Slide 31 - Tekstslide

Hoe is de hemel volgens jou?
(Seth)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Welke vragen hebben wij over de hemel?

Slide 34 - Tekstslide

Hoe/ wat is de hemel volgens de bijbel?

2 groepjes: lees de bijbelteksten
bespreek samen wat het betekent
schrijf jullie antwoorden op
1 groepsleider legt het daarna in de groep uit

Slide 35 - Tekstslide

Hoe is de hemel?
  • de Here Jezus zit in de hemel, naast God
  • er wonen veel mensen in de hemel, de Here Jezus maakt een plekje voor ons
  •  als de Here Jezus terugkomt, klinkt er een trompet. Alle gestorven en levende gelovigen gaan Hem tegemoet in de lucht en we zullen voor altijd bij Hem zijn
  • in de hemel zullen we op de Here Jezus lijken
  • in de hemel krijg je een beloning
  • je krijgt een nieuw hemels lichaam
  • niemand zal meer sterven, er zal geen verdriet en pijn meer zijn
  • we kunnen niets meenemen naar de hemel
  • we zullen, samen met de Here Jezus en de Vader, op de troon zitten

Slide 36 - Tekstslide

nadenkertje
De hemel is daar waar de Here Jezus is

De Here Jezus woont in mijn hart, 
de hemel is dus éigenlijk al in mij, nu al ...

Slide 37 - Tekstslide

cake-estafette

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Izaäk zegent Jakob
  • Op welke manier gebruikt Jakob een filter?
  • Wat is het resultaat van het filter? (positief en negatief)

  • Waarom is het fout dat Jakob 'een filter' gebruikt?
  • Wat zou er gebeurd zijn als Jakob dit niet gedaan had?

  • Wat gebeurt er later in het leven van Jakob? (Genesis 29/ 32)

Slide 42 - Tekstslide

Gebed om heiligheid
O Jezus Christus, zachtmoedig en nederig van hart
Hoor mij aan

Bevrijd mij, Jezus...
Van het verlangen geliefd te worden;
Van het verlangen verheerlijkt te worden;
Van het verlangen geëerd te worden;
Van het verlangen geprezen te worden;
Van het verlangen verkoren te worden boven anderen;
Van het verlangen geraadpleegd te worden;
Vna het verlangen goedgekeurd te worden;
Van de angst vernederd te worden;
Van de angst een berisping te ondergaan;
Van de angst vergeten te worden;
Van de angst uitgelachen te worden;
Van de angst onrechtvaardig behandeld te worden;
Van de angst verdacht te worden.






.
En Jezus, verleen mij de genade om te verlangen Dat men anderen meer liefheeft dan mij,
Dat men anderen meer waardeert dan mij,
Dat anderen meer aanzien in de wereld zullen genieten dan ik,
Dat anderen gekozen worden, en ik opzij gezet,
Dat anderen geprezen worden en ik onopgemerkt blijf,
Dat men te allen tijd aan anderen de voorkeur geeft,
Dat anderen heiliger mogen worden dan ik,
Als ik maar zo heilig wordt als nodig is.



onderstreep wat voor jou geldt

Slide 43 - Tekstslide

wat ga jij laten zien komende week? (zonder filter)

Slide 44 - Tekstslide

Weerwoord ... 
ik vertrouw je wel/niet


Neem iemand in gedachten die je vertrouwt

neem ook iemand in gedachten die je moeilijk kan vertrouwen

Slide 45 - Tekstslide

Weerwoord ... 
ik vertrouw je wel/niet

Neem iemand in gedachten die je vertrouwt
neem ook iemand in gedachten die je moeilijk kan vertrouwen
wie vertrouw je altijd?
wanneer twijfel je?
wanneer is vertrouwen moeilijk/ makkelijk?
Hoe zit dat met geloof in God?
Is alles wat God zegt te vertrouwen?

Slide 46 - Tekstslide

Abraham en 
Sara krijgen een zoon
21 1-2. De Heer had beloofd dat hij aan Sara zou denken. En dat deed hij ook. Abraham was al oud. Maar de Heer zorgde ervoor dat Sara zwanger werd en dat Abraham en Sara een zoon kregen. Dat gebeurde een jaar nadat God het tegen Abraham gezegd had.
3. Abraham noemde hun zoon Isaak. 4-7Sara zei: ‘God heeft ervoor gezorgd dat ik weer kan lachen. En iedereen die mijn verhaal hoort, zal ook lachen. Niemand had tegen Abraham durven zeggen dat ik nog eens een kind aan de borst zou hebben. Want Abraham is al zo oud. Toch hebben we een zoon gekregen.’
weet je nog hoe Sara eerst reageerde?
wat vertelt dit verhaal over God?
wat vind jij daarvan?

Slide 47 - Tekstslide

Het geloof van Abraham
(Hebreeën 11)
8. Ook Abraham had een groot geloof. God beloofde hem een nieuw land, en gaf hem de opdracht om daarheen te gaan. Abraham gehoorzaamde. Hij ging weg uit zijn land, zonder dat hij wist waar hij terecht zou komen.
9-10. Door zijn geloof kwam hij in het land dat God hem beloofd had. Maar hij woonde daar in tenten, als een vreemdeling, samen met zijn zoon Isaak en zijn kleinzoon Jakob. Die kregen dezelfde belofte van God. En ook zij bleven vreemdelingen in dat land. Want ze wachtten op het hemelse Jeruzalem, de stad die God zelf zou bouwen.
11Abrahams vrouw Sara kon geen kinderen krijgen en Abraham was al oud. Maar omdat Abraham een groot geloof had, kon hij toch vader worden. Want God had hem nakomelingen beloofd, en Abraham vertrouwde op God. 12. En zo kreeg één man, die al bijna dood was, heel veel nakomelingen. Net zo veel als er sterren aan de hemel zijn, en net zo veel als er zand is bij de zee.
Abraham geloofde wat hij nog niet zag.
Wat belooft God ons dat we nog niet zien?
Geloof jij dat?
Geloven = erop vertrouwen dat het nog zal gebeuren

Slide 48 - Tekstslide

ik geloof dat ...

Slide 49 - Tekstslide