Les 6: Voeding

Aan het einde van  de les:
Kun je uitleggen hoe je dieren op basis van voedselvoorkeur kunt indelen.

Kun je uitleggen wat stereotiep gedrag is.

Kun je stereotiep gedrag doorbreken door voedselverrijking te maken.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het einde van  de les:
Kun je uitleggen hoe je dieren op basis van voedselvoorkeur kunt indelen.

Kun je uitleggen wat stereotiep gedrag is.

Kun je stereotiep gedrag doorbreken door voedselverrijking te maken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst: terugblik op hoofdstuk 1
Maak de vragen over hoofdstuk 1. Klaar? Kijk zelf na!



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planteneters - herbivoren
Hebben plooikiezen. Deze hebben grote ribbels.
Hebben een lang darmstelsel.

Grote planteneters hebben vaak 4 magen. 
Herkauwers- herken je aan gebit. Ze missen boventanden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Schaap

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vleeseters-Carnivoren
Hebben kleine scherpe tanden en knipkiezen
Hebben een kort darmgestel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alleseters- Omnivoren
hebben snijtanden, hoektanden en knobbelkiezen,

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel verrijking





Verrijking is iets dat de instincten van het dier stimuleert. Met voedsel kunnen we stereotiep gedrag doorbreken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hamster voedsel verrijking
https://youtube.com/shorts/Pvjl1x4gsu4?si=0DbYzsYPJqG8fO-e


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypische gedragingen
knagen aan de tralies
Likken aan glas
Ijsberen
Heel veel gebruik maken van het loopwiel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht-Voedselverrijking
Je gaat nu met voedsel een snackroll maken. 
Lees goed de opdracht door. 
Gebruik wilgentakken, kruiden uit de bak, je eigen rolletjes.
Kijk ook in de tuin of je iets kunt vinden!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Welke 3 voedingsgewoonten kunnen dieren hebben?

Wat is stereotiep gedrag?

Wat is voedselverrijking? Wat heb je gemaakt?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hanteren
Geslachtsrijp
Periodieke verzorging
Ontsmetten
Fixeren
ZoÖnose
Ruwvoer
Stalmest
Primaire geslachtskenmerken
Persoonlijke hygiene
Krachtvoer
Drijfmest
Secundaire geslachtskenmerken
Dagelijkse verzorging
Dierenpaspoort
Dierwelzijn

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding: deel 2-      Aan het einde van de les kun je:
1.Uitleggen hoe het verteringskanaal van een herkauwer werkt
2.Het boekje voedingsnormen gebruiken en hier vragen over beantwoorden. 
3. Vertellen en aanwijzen welke voedingssoorten we hier op school hebben en in welke voeders deze gaan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog?

Slide 21 - Tekstslide

Schaap

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het filmpje en schrijf op:
Wat is de volgorde van voedsel verwerken voor een herkauwer?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het spijsverteringsstelsel van een herkauwer
Pens-  Eerste sortering van voedsel
Netmaag- Werkt samen met pens om te sorteren. Hier komt het ook weer terug na herkauwen
Boekmaag- Opname van water en mineralen
Lebmaag- afbreken eiwitten, Dit is de 'echte maag' met maagsappen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Herbivoor, herkauwer, eet vooral grassen.​
Grassen zijn voor veel dieren onverteerbaar omdat de taaie celwanden van gras heel slecht afgebroken kunnen worden. Doordat bij herkauwers het gras herkauwt wordt en in de pens veel bacteriën aanwezig zijn lukt dit wel. Koeien eten zo´n 8 – 10 uur per dag en herkauwt ook zo’n 8 – 10 uur per dag. Per dag eet de koe ongeveer 100 kilo.​
Met zijn lang, flexibele en ruwe tong trekt de koe het gras uit de grond. Hij slaat eigenlijk zijn tong om een graspol heen. De eerste keer dat een koe gras eet wordt het voedsel nauwelijks gekauwd. Het voer gaat eerst direct naar de pens en netmaag waar het deels wordt afgebroken. Vervolgens gaat de koe herkauwen en dan pas wordt het voedsel goed gekauwd. Tijdens het herkauwen komen er grote hoeveelheden speeksel vrij dit kan wel 40 – 150 liter per dag zijn, afhankelijk van het soort voer. Bij het eten van vooral ruwvoer wordt er veel meer speeksel aangemaakt dan bij het eten van granen en krachtvoer. Per keer wordt er ongeveer 100 gram voedsel herkauwt en tijdens het herkauwen maken de kaken zijdelings of vooruit- en achteruitgaande bewegingen. Per opgeboerde brok voedsel herkauwt de koe ongeveer 1 minuut waarin ongeveer 65 kauwbewegingen plaats vinden. ​

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Fijne voerdeeltjes (groene lijn) zakken naar beneden. Door samentrekkingen worden deze deeltjes als snel naar de netmaag gebracht. De grove deeltjes (rode lijn) zakken ook maar doordat ze zwaarder zijn duurt het langer voordat ze bij de netmaag zijn. De netmaag sorteert het voedsel. De fijne deeltjes gaan door naar de boekmaag en de grove deeltjes worden gevormd tot bal en gaan terug naar de bek waar deze herkauwt worden. 

Slide 31 - Tekstslide

Net als de koe is het schaap een herbivoor en herkauwer en vooral een graseter. Per dag eet een schaap zo’n 6 tot 9 uur per dag met vijf a zes graasperiodes. Hij herkauwt zo’n 8 tot 10 uur per dag en maakt per opgeboerde brok ongeveer 60 kauwslagen. 
Darmen
Dikke darm- Onttrekken van water, opnemen van zouten en mineralen, indikken van de ontlasting

Dunne darm- Afbreken en opnemen voedingsstoffen die pens velaten hebben.
Blinde darm- vitamineproductie  en belangrijk voor afbreken van koolhydraten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Aan het begin van de dunne darm zit de lever. De lever produceert gal en dit wordt opgeslagen in de galblaas. Wanneer het voedsel de dunne darm in komt worden er kleine hoeveelheden gal toegevoegd. Gal is belangrijk bij de vertering van vet. Ook de alvleesklier zit aan het begin van de dunne darm. Alvleesklier sap bevat enzymen en zorgen voor de vertering van eiwit, koolhydraten en vetten. De dunne darm bestaat uit drie delen, het eerste deel is de twaalfvingerige darm hier komt het gal en het sap van de alvleesklier vrij. Het middenstuk van de dunne darm is de nuchtere darm en het laatste stuk is de kronkeldarm. In de nuchtere darm en in de kronkeldarm vind het grootste deel van de vertering plaats vrijwel alle voedingsstoffen worden hier uit de voedselbrij onttrokken. 

Slide 35 - Tekstslide

Na de dunne darm gaat het voedsel naar de dikke darm dit is het laatste gedeelte van het verteringsstelsel. De onverteerde delen worden afgebroken door micro-organismen (bacteriën, protozoa, schimmels, etc.) en vitamines en minerale worden door de darmwand opgenomen. Hoe langer het voedsel in de dikke darm zit hoe dikker de mest zal zijn, er kan veel water onttrokken worden. Als de mest kort in de dikke darm blijft wordt er weinig vocht onttrokken en zal de mest dunner zijn. 
Krachtvoer= Diervoeder met zeer hoge voedingswaarde
Ruwvoer= verzamelwoord voor vezelrijk grof voer

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To do: EERST TM 3
1.Spijsvertering van een herkauwer
2.Voer en waterverstrekkers
3.Voersoorten 
4.Opdracht voedernormen
5.Voersoorten opplakken/memory?
Tijd over? Uitdagingen Rantsoenberekening óf Verschil in spijsverteringstelsel rund, schaap en geit.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitdaging?
1. Zoek op: het verschil tussen ee nrund, schaap en geit als het gaat om het spijsverteringsstelsel.

óf

2. Opdracht rantsoenberekening paarden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding: deel 2-      Je kunt nu:
1.Uitleggen hoe het verteringskanaal van een herkauwer werkt
2.Het boekje voedingsnormen gebruiken en hier vragen over beantwoorden. 
3. Vertellen en aanwijzen welke voedingssoorten we hier op school hebben en in welke voeders deze gaan

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies