Praktijkles 2.3 Smaak

Welkom
Vorige les
Les agenda
werkveld
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wonen en HuishoudenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Vorige les
Les agenda
werkveld

Slide 1 - Tekstslide

Het smaakkompas.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is smaak?

Slide 3 - Woordweb

Welke zintuigen hebben
invloed op smaak?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

alle zintuigen
Smaak is het geheel van indrukken dat wordt waargenomen door de (smaak)zintuigen:

  • tong                                    temperatuur, smaak en mondgevoel
  • neus                                   aroma en geur 
  • oren                                    geluid
  • ogen                                   kleur en uiterlijk
  • Emotie                               

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de vijf basissmaken?
A
Zoet, zuur, metaal, umami & bitter
B
Zout, zuur, zoet, bitter & umami
C
Zuur, zout, heet, metaal & bitter
D
Bitter, zout, pittig, zuur & zoet

Slide 9 - Quizvraag

De vijf basissmaken - naar quizvraag
  1. Zoet 
  2. Zout
  3. Zuur
  4. Bitter
  5. Umami

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Proeven 
  • 95% van smaak proef je met je neus, dus zonder reuk proef  je alleen de basissmaken! 
  • Proeven doe je met de tong

  • Proeven kan alleen met natte tong, dus je hebt speeksel nodig om smaak te ervaren
  • PROEFEXPERIMENT!


Slide 12 - Tekstslide

Welke invloed hebben de zintuigen samen op je smaakbeleving?
A
Samen zorgen ze ervoor dat ik de basissmaken kan proeven
B
Samen zorgen ze voor een emotionele herinnering
C
Samen zorgen ze ervoor dat ik goed kan proeven
D
Samen zorgen ze ervoor dat ik details kan proeven

Slide 13 - Quizvraag

In alles wat je proeft, komen dezelfde smaakfactoren voor. Alleen niet in dezelfde mate. 
Er zijn 3 smaakfactoren:

Mondgevoel
Smaakgehalte
Smaaktype

Slide 14 - Tekstslide

Mondgevoel:
Strak: mondsamentrekkend of mondopdrogend

Filmend:mondbedekkend

Balans


Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden:
Mosterd, peper, mierikswortel, radijs,tomaat, rauwe ui, azijn.
Verder lichte en frisse rode en witte wijn.

Slide 16 - Tekstslide

Mondopdrogend:

Tannine gaat een verbinding aan met speeksel en maakt de mond stroef. Tannine en zuur beinvloeden elkaar.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden:
Bescuitjes, beschuit, toast, pils,
thee, koffie, krachtige jonge rode wijnen met tannine.

Slide 18 - Tekstslide

Filmend; mondbedekkend
filmend houdt in dat het speeksel dikker en plakkeriger wordt. Er blijft een dun filmlaagje in de mond achter. 
Filmend: Romig, vettig, rond, dik, vol en rijk.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden:

honing, boter, zalm, room, olie, pindakaas,
alcohol, zoete witte wijnen.




Slide 20 - Tekstslide

Balans:

Wanneer is iets in balans?

Slide 21 - Tekstslide

Vinaigrette of dressing
Versgebakken friet met mayonaise

Slide 22 - Tekstslide

Mondbeleving: strak of filmend
Smaakgehalte: laag of hoog
Complexiteit: laag of hoog
Smaaktype: fris of rijp

Slide 23 - Tekstslide

Hoog smaakgehalte
Lage complexiteit
Hoog smaakgehalte
Hoge complexiteit

Slide 24 - Tekstslide

Laag smaakgehalte
Lage complexiteit
Hoog smaakgehalte
Lage complexiteit

Slide 25 - Tekstslide

Complexe smaken komen het best tot hun recht in fase van rust. 
Dus neem de tijd om goed te proeven 
en lekker te eten

Slide 26 - Tekstslide

Smaakverlies bij ouderen

Slide 27 - Tekstslide

Afronding
Je hebt nu geleerd
Volgende les
huiswerk

Slide 28 - Tekstslide