H6.1 B2HV Licht en kleur

  • Je schrift 
  • Pen en potlood 
  • Liniaal/geodriehoek
Pak alvast:
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Je schrift 
  • Pen en potlood 
  • Liniaal/geodriehoek
Pak alvast:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
  1. Introductie: Licht
  2. Uitleg: H6.1 Licht en kleur
  3. Demo - Spectrum
  4. Demo - Een kleur
  5. Proef 2 - de spectra van lampen
  6. Maak: opdracht 1 t/m 13

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet
Je omgeving zien
Hoe zien we voorwerpen eigenlijk? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet
Je omgeving zien
Hoe zien we voorwerpen eigenlijk? 
  • Voorwerpen geven zelf geen licht
  •  Je kan ze alleen zien als ze worden verlicht.
  • Licht dat op een voorwerp valt, wordt teruggekaatst.
  • We noemen dat diffuus licht (het kaatst in alle richtingen terug).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
Demo
Zakspectroscoop

Slide 8 - Tekstslide

Doel: demonstreren wat een spectrum is.
Nodig: overheadprojector, scherm, rechtziend prisma, statief, masker (stuk karton waarin een smalle spleet gesneden is: 25 cm lang en 1 cm breed), kleurenfilters.
Uitvoering: Leg het masker op de projector. Beeld de spleet zo scherp mogelijk op het scherm af. Plaats met behulp van het statief een rechtziend prisma vlak onder de lens. Op het scherm is nu een redelijk lichtsterk spectrum te zien.
Leg achtereenvolgens een rood, groen, blauw en geel filter op de spleet in het masker. Vraag de leerlingen wat ze zien. Bespreek ten slotte wat deze proef precies aantoont.

Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
Spectraal kleuren
  • Het witte licht van de zon bestaat uit alle kleuren van de regenboog.
  • Dat kun je aantonen met een prisma
  • Op een scherm achter het prisma is dan een reeks kleuren te zien: een spectrum.
  • Zonlicht is een mengsel is van verschillende spectraalkleuren (de zuivere kleuren in het spectrum).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet
Je omgeving zien
Hoe zien we kleuren? 
  • Veel voorwerpen weerkaatsten zonlicht maar gedeeltelijk
  • Een rood voorwerp weerkaatst vooral de spectraalkleur rood. En een blauw voorwerp de spectraalkleur blauw.
  • Witte voorwerpen weerkaatsen bijna al het zonlicht terug.
  • Zwarte voorwerpen kaatsen heel weinig licht terug. Daarbij wordt het licht geabsorbeerd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
Het spectrum van lamplicht
  • Kaarsen, ledlampen en tl-buizen zijn kunstmatige lichtbronnen
  • Met een zakspectroscoop kun je onderzoeken wat voor licht ze uitzenden
a = zonlicht



b = tl-licht



c = natriumlamp



Slide 12 - Tekstslide

Doel: het effect van licht van één kleur laten zien.
Nodig: een natriumlamp, vellen gekleurd papier. (Via de gemeente kun je waarschijnlijk wel aan een natriumlamp voor straatverlichting komen.)
Uitvoering: Zet de lamp op tijd aan (het duurt even voordat hij het gewenste felle gele licht geeft.) Verduister het lokaal. Doe het gewone licht uit als de lamp goed brandt. Laat de leerlingen raden welke kleur de vellen papier hebben. Doe nu het licht aan (natriumlamp laten branden) en laat ze zien wat de werkelijke kleur is.
Doe het licht weer uit. Laat een leerling met een veelkleurige trui of iets dergelijks bij de lamp komen staan. Bespreek met de leerlingen welk effect de lamp heeft.
N.B. Een natriumlamp geeft, behalve de bekende Na-lijn met een golflengte van 589 nm, ook nog zwak licht met andere golflengten. Dit komt doordat de lamp ook startgassen bevat.

Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
Het spectrum van lamplicht
  • In het licht van een natriumlamp ziet de wereld er heel anders uit dan je gewend bent. 
  • Een paarse trui lijkt donkergrijs of zwart. 
  • De trui absorbeert het gele licht van de natriumlamp bijna volledig.  
  • Een witte trui en een gele trui lijken onder een natriumlamp allebei geel. 
  • Het gele licht van de natriumlamp wordt door de twee truien even sterk teruggekaatst.

Slide 13 - Tekstslide

Doel: het effect van licht van één kleur laten zien.
Nodig: een natriumlamp, vellen gekleurd papier. (Via de gemeente kun je waarschijnlijk wel aan een natriumlamp voor straatverlichting komen.)
Uitvoering: Zet de lamp op tijd aan (het duurt even voordat hij het gewenste felle gele licht geeft.) Verduister het lokaal. Doe het gewone licht uit als de lamp goed brandt. Laat de leerlingen raden welke kleur de vellen papier hebben. Doe nu het licht aan (natriumlamp laten branden) en laat ze zien wat de werkelijke kleur is.
Doe het licht weer uit. Laat een leerling met een veelkleurige trui of iets dergelijks bij de lamp komen staan. Bespreek met de leerlingen welk effect de lamp heeft.
N.B. Een natriumlamp geeft, behalve de bekende Na-lijn met een golflengte van 589 nm, ook nog zwak licht met andere golflengten. Dit komt doordat de lamp ook startgassen bevat.

Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
Demo

Slide 14 - Tekstslide

Doel: het effect van licht van één kleur laten zien.
Nodig: een natriumlamp, vellen gekleurd papier. (via de gemeente kun je waarschijnlijk wel aan een natriumlamp voor straatverlichting komen.)
Uitvoering: Zet de lamp op tijd aan (het duurt even voordat hij het gewenste felle gele licht geeft.) Verduister het lokaal. Doe het gewone licht uit als de lamp goed brandt. Laat de leerlingen raden welke kleur de vellen papier hebben. Doe nu het licht aan (natriumlamp laten branden) en laat ze zien wat de werkelijke kleur is.
Doe het licht weer uit. Laat een leerling met een veelkleurige trui of iets dergelijks bij de lamp komen staan. Bespreek met de leerlingen welk effect de lamp heeft.
N.B. Een natriumlamp geeft, behalve de bekende Na-lijn met een golflengte van 589 nm, ook nog zwak licht met andere golflengten. Dit komt doordat de lamp ook startgassen bevat.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat subtractieve en additieve kleurmenging is. (extra stof)
EXTRA Subtractieve en additieve kleurmenging

Inkt mengen:
  • Door verschillende kleuren inkt te mengen kun je andere kleuren maken. De inkt werkt als een filter die bepaalde kleuren absorberen.
  • Dit is subtractieve kleurmenging (bovenste plaatje). 
  • Als je een foto afdrukt op papier, gebruikt de printer heel kleine druppeltjes inkt in de basiskleuren geel, cyaan en magenta. 
Licht mengen:
  • Bij gekleurd licht werkt het anders. Als je groen, rood en blauw licht met elkaar mengt, krijg je wit licht (onderste plaatje). Dit is additieve kleurmenging
  • Ze voegen namelijk kleur toe in plaats van te absorberen.
  • Je telefoon maakt hier gebruik van.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  1. Introductie: Licht
  2. Uitleg: H6.1 Licht en kleur
  3. Demo - Spectrum
  4. Demo - Een kleur
  5. Proef 2 - de spectra van lampen
  6. Maak: opdracht 1 t/m 13

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies