Marketing les 10

Met welk doel doe je marktonderzoek?
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Met welk doel doe je marktonderzoek?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn de 5 stappen van een marktonderzoekproces.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

fase 1
fase 2
fase 3
fase 4
fase 5
fase 6
fase 7
Rapportage en presentatie
Deskresearch
Fieldresearch
Probleemstelling of probleemanyse
Gegevens verwerken
Gegevens analyseren
Informatiebronnen

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat wordt bedoeld met secundaire onderzoeksgegevens ?
A
gegevens die onvolledig zijn
B
gegevens die als tweede worden verzameld
C
gegevens die al eerder zijn verzameld
D
gegevens die voor een ander doel zijn verzameld

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist als het gaat over het verzamelen van primare gegevens voor je onderzoek?
A
Dit is het verzamelen van gegevens zoals jaarverslagen, CBS Statistieken, branche rapporten en eerdere onderzoeken zoals klanttevredenheidsonderzoek
B
Dit is het verzamelen van gegevens voordat je pas de probleemstelling (van stap 1) goed kan bepalen.
C
Dit is het verzamelen van gegevens die voor verschillende onderzoeken (universeel) te gebruiken zijn. Bijvoorbeeld door observatie, interview, enquête of experiment uit te voeren.
D
Dit is het verzamelen van gegevens die specifiek bedoeld zijn voor een bepaald onderzoek. Bijvoorbeeld door observatie, interview, enquête of experiment uit te voeren.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend onderzoek
Beschrijvend onderzoek
Verklarend onderzoek
Onderzoek naar behandelmethodes voor Covid patiënten
Hoeveelheid ziekenhuisopnames in een periode
nieuwsberichten over de oorzaak van Covid19
eetgewoonten van studenten JAM
Resultaten van de toets marktonderzoek
Onderzoek naar het verband tussen resultaten en motivatie van studenten van de opleiding

Slide 6 - Sleepvraag

Soms kun je het aan meerdere functies hangen, dat hangt af van de onderzoeksvraag
Bv wat voor tussendoortjes eten studenten zoals is verkennend
Hoe vaak eet men een tussendoortje? is beschrijvend
Heeft het eten van tussendoortjes invloed op de concentratie tijdens de les? is verklarend
met een groepsdiscussie of interview worden
A
actuele gegevens verzameld
B
secundaire gegevens verzameld
C
primaire gegevens verzameld
D
bestaande gegevens verzameld

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Over de winkelroute van Ikea is goed nagedacht.
Ikea onderzoekt welke route de klanten nemen, hoe lang ze verblijven in de winkel, en of de acties de aandacht trekken. Hoe noemen we dit soort onderzoek?
A
Experiment
B
Observatie en registratie
C
Ondervraging
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de grootste verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?
A
Kwalitatief is kleinschalig onderzoek en kwantiatief is grootschalig onderzoek.
B
Kwantitatief is kleinschalig onderzoek en kwalitatief is grootschalig onderzoek.
C
Kwalitatief onderzoek doe je m.b.v. een enquete of grootschalig experiment en kwantitatief onderzoek o.a. door interviews
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 methodes die je kunt gebruiken om field research te doen. Welke zijn dit?
A
1. Observatie en registratie 2. Ondervraging 3. Experiment
B
1. Observatie en registratie 2. Ondervraging 3. Desk research
C
Zowel antwoord A en B zijn juist
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Rapport CBS (Centraal Buro voor de Statistiek).
Als je gebruik maakt voor je onderzoek van externe gegevens zoals dit CBS rapport, wat is dan juist?
A
Dit is Desk Research waarbij je secundaire gegevens verzameld.
B
Dit is Field Research waarbij je secundaire gegevens verzameld.
C
Dit is Field Research, waar je secundaire gegevens verzameld
D
Geen van de antwoorden zijn juist.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Google Analytics is een tool waarmee je de statistieken van je website kunt bekijken zoals o.a. hoeveel bezoekers je hebt en via welke website ze bij jou terecht zijn gekomen. Hoe noem je deze methode van onderzoek?
A
Desk research
B
Experiment
C
Field research
D
Ondervraging

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een kwantitatief onderzoek maak je gebruik van een steekproef. Welke uitspraak klopt NIET als het gaat om de steekproef?

A
Dat deze een goede afspiegeling is van de populatie.
B
Dat de steekproef alleen mannen of vrouwen zijn, immers kies je maar voor een selecte groep mensen.
C
Dat de steekproef voldoende groot moet zijn vanwege eventuele uitval bij de respondenten.
D
Dat het een selectie is omdat grootschalig onderzoek teveel tijd kost.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'de populatie' wanneer je een steekproef bij je kwantitatief onderzoek doet?
A
Dit is de onderzoekgroep, bijv. de marketingdoelgroep.
B
De totale groep waar je uit kan kiezen om onderzoek te doen.
C
Dit zijn de twee groepen samen die je moet kiezen om gedegen onderzoek te kunnen doen.
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar als we praten over de twee verschillende manieren van een steekproef houden (aselecte en selecte steekproef)?
A
Bij selecte steekproef kies je op basis van selectiecriteria de respondenten
B
Bij aselect steekproef kies je willekeurig de respondenten uit de populatie
C
Antwoord A en B zijn beide juist.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er worden eisen gesteld aan de resultaten van een onderzoek. Wat betekent validiteit?
A
Dit is het percentage dat mag afwijken in de resultaten van het onderzoek vergeleken met de .werkelijkheid
B
Met je onderzoek moet je meten wat er gemeten wordt. Er kunnen ook resultaten uit komen die geen antwoord op de vraag geven.
C
Dit is de mate waarin de steekproef nauwkeurige resultaten geeft. Het is tenslotte een deel van den populatie.
D
Dat de betrouwbaarheid goed is. Oftewel de uitkomst moet representatief zijn.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er worden eisen gesteld aan de resultaten van een onderzoek. Wat betekent betrouwbaarheid?
A
Dit is het percentage dat mag afwijken in de resultaten van het onderzoek vergeleken met de .werkelijkheid
B
Met je onderzoek moet je meten wat er gemeten wordt. Er kunnen ook resultaten uit komen die geen antwoord op de vraag geven.
C
Dit is de mate waarin de steekproef nauwkeurige resultaten geeft. Het is tenslotte een deel van den populatie.
D
Dat de betrouwbaarheid goed is. Oftewel de uitkomst moet representatief zijn.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies