Periode 1 Overall overzicht biologie
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat bestudeert een bioloog?
A
de cel
B
planten
C
dieren
D
de levende natuur
Slide 6 - Quizvraag
Welke richting in de biologie bestudeert ziekten?
A
immunologie
B
hematologie
C
pathologie
D
biochemie
Slide 7 - Quizvraag
Benoem de kenmerken van het leven
Slide 8 - Open vraag
Geef een ander woord voor 'stofwisseling'
Slide 9 - Open vraag
Wat is de belangrijkste brandstof voor levende cellen?
Slide 10 - Open vraag
Tot welke stof wordt die brandstof afgebroken?
Slide 11 - Open vraag
Cellen kunnen worden verdeeld in 2 groepen als gekeken wordt naar de algemene bouw. Welke?
A
Planten cellen en dierlijke cellen
B
Eukaryoten en planten cellen
C
Prokaryoten en bacteriën
D
Prokaryoten en eukaryoten
Slide 12 - Quizvraag
Stelling I: Eukaryoten zijn groter dan prokaryoten
Stelling II: Schimmels zijn prokaryoten
Stelling II: Schimmels zijn prokaryoten
A
Stelling I en II zijn beide juist
B
Stelling II is juist
C
Stelling I is juist
D
Stelling I en II zijn onjuist
Slide 13 - Quizvraag
De celwand van een bacterie opgebouwd uit?
Slide 14 - Open vraag
Een gram positieve bacterie.......
A
Heeft een dikkere celwand en is rood
B
Heeft een dikkere celwand en is paars
C
Heeft een dunnere celwand en is paars
D
Heeft een dunnere celwand en is rood
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de functie van een kapsel?
Slide 16 - Open vraag
Stelling I: flagellen zorgen voor beweeglijkheid.
Stelling II: pili zijn korte flagellen
Stelling II: pili zijn korte flagellen
A
Stelling I en II zijn juist
B
Stelling II is juist
C
Stelling I is juist
D
Stelling I en II zijn onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Waaruit bestaat een endospore?
Slide 18 - Open vraag
Wat wordt bedoeld met een pathogene bacterie?
Slide 19 - Open vraag
I: N en Zn zijn macronutriënten
II: C en P zijn micronutriënten
II: C en P zijn micronutriënten
A
I en II zijn juist
B
I en II zijn onjuist
C
I is juist
D
II is juist
Slide 20 - Quizvraag
De aanloopfase in een groeicurve wordt de .....................fase genoemd
A
Logfase
B
Lagfase
C
Stationaire fase
D
afstervingsfase
Slide 21 - Quizvraag
Bacteriën die groeien bij 37C zijn?
A
thermofiel
B
psychrofiel
C
extreem thermofiel
D
mesofiel
Slide 22 - Quizvraag
Bacteriën die groeien bij een hoge zout concentratie noemen we
A
Acidofiel
B
mesofiel
C
micro- aerofiel
D
halofiel
Slide 23 - Quizvraag
De glasplaat in de praktijk behandel je voor en na de praktijk met Ethanol 70%. Ethanol is een ............
A
Antibioticum
B
chemotherapeutisch reagens
C
Antisepticum
D
Desinfectans
