Domein O: orgaan en organismeniveau

O: Orgaan- en organisme-niveau
Planten, Bloed en bloedsomloop, Ventilatie, Vertering en Lever
1 / 80
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 80 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

O: Orgaan- en organisme-niveau
Planten, Bloed en bloedsomloop, Ventilatie, Vertering en Lever

Slide 1 - Tekstslide

Deze lessonup...
Bevat herhaling van Organen en hun werking.

Bekijk de onderdelen die je wilt herhalen of waar je nog extra uitleg over wilt hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Transport Plant: BINAS 91A, 91B en 91C

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Opdracht
Maak examenopgaven:
CSE 2021II: Huidmondjes in de middeleeuwen vr 20 t/m 25

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Bloedvaten (BINAS 84A)
Naamgeving bloedvaten:
Naam van het orgaan waar het bloedvat naartoe stroomt (+ slagader) of vanaf stroomt ( + ader).

Behalve: Aorta, onderste en bovenste holle ader, poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader






Slide 9 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 10 - Tekstslide

Bloeddruk - andere bloedvaten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Zuurstoftransport:
  • Hemoglobine: rode kleurstof in rode bloedcellen
  • In hemoglobine zit ijzer
  • Zuurstof hecht aan het ijzer in hemoglobine

Slide 15 - Tekstslide

De rol van rode bloedcellen
Hemoglobine wordt afgekort tot Hb.

In je longen zal hemoglobine zuurstof binden:
Hb + O2 --> HbO2

 in je spieren juist loslaten:
HbO2 --> Hb + O2 








Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Samen trekken hart via
prikkelgeleidingssysteem
1. Cellen in de wand van de rechterboezem, de Sinusknoop, vuren een elektrisch signaal af die de boezems laat samentrekken.

2. Deze elektrische prikkel wordt opgevangen in de AV-knop en met een vertraging van ong. 0,04 sec doorgegeven naar de hartpunt.

3. De kamers trekken vanuit de hartpunt naar boven toe samen en duwen zo het bloed de longslagaders en aorta in. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Weefselvloeistof

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Maak examenopgaven:
Onlineslagen # 10 Bloed en bloedsomloop

CSE 2021I Ledlampjes voorkomen hartritmestoornis vr 1 t/m 6
CSE 2021II Slim gemodificeerd eiwit tegen koolmonoxidevergiftiging vr 14 t/m 19

Slide 26 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
De borstkas en ademhaling

Slide 27 - Tekstslide

Bouw longen (BINAS 83A)
Luchtpijp --> Hoofdbronchiën --> Bronchiën --> Bronchiolen (zonder kraakbeenringen)

Slide 28 - Tekstslide

Bouw longblaasjes
BINAS 83A
= oppervlakte van 70 tot 80 m2

Slide 29 - Tekstslide

Inademing
Buitenste tussenribspieren trekken samen: 
-> borstkas gaat omhoog

Middenrifspieren trekken samen: 
middenrif gaat naar beneden
-> borstholte vergroot

Slide 30 - Tekstslide

Luchtdruk
Inademen:
druk in de long lager dan 
buitenlucht: 
lucht stroomt maar binnen.

Slide 31 - Tekstslide

Uitademing
Buitenste tussenribspieren ontspannen: 
-> borstkas gaat omlaag

Middenrifspieren ontspannen: 
middenrif gaat omhoog
-> borstholte verkleint



Slide 32 - Tekstslide

Luchtdruk
Uitademen
druk in de longen hoger 
dan de buitenlucht: 
lucht stroomt naar buiten



Slide 33 - Tekstslide

Extra diepe ademhaling
Hulp van kleine borstspier en spieren in de nek die de borstkas extra optillen: diepere inademing


Hulp van de binnenste ribspieren om de borstkas extra naar beneden te trekken: diepere uitademing

Hulp van de buikspieren om het middenrif extra naar boven te drukken: diepere uitademing




Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Gaswisseling - diffusie
De gaswisseling vind plaatst door diffusie.
Kost geen energie - door verschil in concentratie.
BINAS 83A

Slide 37 - Tekstslide

Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
Door een kleine diffusieafstand verloopt de diffusie snel.

Slide 38 - Tekstslide

Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
groot concentratieverschil:

- continue luchtverversing in longblaasjes door longventilatie 

- Bloedstroom langs de longblaasjes voert steeds nieuw O2-arm bloed aan.

Slide 39 - Tekstslide

Optimale gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
Groot diffusie oppervlak (longblaasjes 70-80 m2)

Slide 40 - Tekstslide

Model O2-transport
5:
pO2 bloed= pO2 longblaasje
pCO2 hoog/laag?


Haarvat weefsel:
pO2 weefsel=pO2 bloed
pCO2 hoog/laag?

Slide 41 - Tekstslide

Verzadigingspercentage (BINAS 83D)

Slide 42 - Tekstslide

CO2 transport BINAS 83E
1

Slide 43 - Tekstslide

Invloed pCO2
Na longen:
pCO2=
pO2=14
verzadiging?


Weefsel:
pCO2=8
pO2=4
verzadiging?

Slide 44 - Tekstslide

Bohr effect
De eigenschappen van hemoglobine veranderen onder invloed van temperatuur, CO2 concentratie en zuurgraad.
Hardwerkende spieren hebben een hogere temperatuur, meer CO2 en een lagere pH (hogere zuurgraad) en krijgen meer O2.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Ademprikkel
Het ademcentrum in hersenstam reageert op prikkels van het lichaam (chemoreceptoren in de wand aorta):

1. pH bloed: lage pH/ hoge zuurgraad: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog 

2. CO2-concentratie bloed: hoge CO2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

Slide 47 - Tekstslide

Ademprikkel
3. Zeer lage O2-concentratie bloed: lage O2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

4. Hormonen (zoals adrenaline) beïnvloeden ook je ademcentrum.

Slide 48 - Tekstslide

Opdracht
Maak examenopgaven:
Onlineslagen # 12A Gaswisseling

Slide 49 - Tekstslide

Stap voor stap verteren
Deel 1
Vertering

Slide 50 - Tekstslide

Verteringsstelsel (zie Binas 82C)

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Enzymen

  1. bindt aan de voedingsstof= substraatspecifiek
  2. knipt de voedingsstof in stukken=werkingsspecifiek
  3. laat los en kan opnieuw een zelfde voedingsstof afbreken

Slide 55 - Tekstslide

Alle enzymen zijn eiwitten
Denatureren bij een bepaalde temperatuur. 
Wordt weergegeven in optimumkromme.

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Video

Slide 58 - Tekstslide

Bloed aan-/ afvoer
Aanvoerende bloedvaten:
Leverslagader (0,3 L/min) Poortader (1 L/min)

Afvoerend bloedvat:
Leverader

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

Koolhydraatstofwisseling (2)
Bij een hoog bloedsuikergehalte zetten levercellen glucose uit het bloed om in glycogeen (onder invloed van insuline uit de alvleesklier) = glycogenese

Slide 61 - Tekstslide

Vetstofwisseling (3)
De lever zet ongeschikte vetzuren om in geschikte vetzuren (bijvoorbeeld verzadigde vetzuren in onverzadigde vetzuren)

Essentiële vetzuren kan de lever niet maken. Die moet je via je voeding binnen krijgen (H10).

Slide 62 - Tekstslide

Eiwitstofwisseling (4)
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering
Een (overtollig) aminozuur 'ruilt' zijn aminogroep (NH2) uit tegen de ketogroep (=O) van een ander molecuul. 
Deze verandert dan in een nieuw aminozuur. 

Slide 63 - Tekstslide

Hieronder een aantal stoffen die in het lichaam van de mens voorkomen:
1) aminozuren
2) koolhydraten
3) eiwitten
Van welke van deze stoffen kan in de lever de concentratie in het bloed gewijzigd worden?
A
alleen van 1
B
alleen van 2
C
alleen van 2 en 3
D
van 1, 2 en 3

Slide 64 - Quizvraag

Afbraak rode bloedcellen (5)
Biliverdine, wordt omgezet naar bilirubine (gele kleurstof), wordt uitgescheiden via de gal en klein deel via de urine. 

Bilirubine wordt door darmbacteriën omgezet en veroorzaakt de bruine kleur van ontlasting (H10).

Slide 65 - Tekstslide

Galproductie (6)

Gal wordt opgeslagen in de galblaas en/ of afgescheiden in de 12-vingerige darm.
Gal bevat bilirubine, cholesterol en galzure zouten (emulgator voor vet).



Slide 66 - Tekstslide

Opdracht
Maak examenopgaven:
Onlineslagen # 11 Voeding en vertering

Slide 67 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
De nieren 

Slide 68 - Tekstslide

Bouw van de nieren
Je hebt in elke nier 1,3 miljoen
nefronen.
Nefron begint in de schors, 
lus naar het merg, terug naar
de schors en dan richting 
nierbekken.




Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

BINAS 85C

Slide 71 - Tekstslide

In het eerste gekronkelde nierbuisje vindt terugresorptie (reabsorptie) plaats. 

Actief transport:
glucose, aminozuren en zouten terug naar het bloed.






Slide 72 - Tekstslide

Passief transport:
Door osmose volgt het water (in de richting van de hoogste concentratie stoffen.

80% van het water uit de voorurine gaat hierdoor al terug naar het bloed. 

Slide 73 - Tekstslide

Lis van Henle - dalende been
Osmose zorgt voor terugresorptie water in de weefselvloeistof .

Hoe dieper in het niermerg, hoe hoger de osmotische waarde van de omgeving.

Slide 74 - Tekstslide

Lis van Henle - stijgende been
Terugresorptie van NaCl, houdt ook de osmotische waarde van het merg hoog.

Slide 75 - Tekstslide

Tweede gekronkelde nierbuisje
Actieve terugresorptie van NaCl + HCO3- 

Water volgt weer via osmose (= passief)

Slide 76 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Het gevormde urine eindigt in het verzamelbuisje. 

In totaal neem je ong. 99% van het water uit de voorurine terug op. 

Er blijft per dag zo'n 1,5 L urine over, dat via de urineleider naar de blaas gaat. 

Slide 77 - Tekstslide

Tegenstroompricipe
Het bloed rond het nier-
buisje loopt de andere
kant op dan de voorurine.
Dit bevorderd de terug-
resorptie van water.

Slide 78 - Tekstslide

Slide 79 - Video

Opdracht
Maak examenopgaven:
Onlineslagen # 12B Uitscheiding

CSE 2021I: Een vis migratievijfer vr 9 t/m 15

Slide 80 - Tekstslide