KERN blz. 82/83 - Herhaling klas 1 hv Gram. Woordsoorten H4. Uitleg werkwoorden klas 2 H3

Werkwoorden
Deze les:

Nodig: agenda + leesboek

Inloggen op deze lessonup 
Pen + papier (of Word) voor aantekeningen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden
Deze les:

Nodig: agenda + leesboek

Inloggen op deze lessonup 
Pen + papier (of Word) voor aantekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk

- Nieuw Nederlands
H2 koppelwerkwoord of hulpwerkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Welke soorten werkwoorden zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Zelfstandig Werkwoord
Heeft een hele duidelijke betekenis.
Bijv. lopen, opletten, zwemmen, rennen

Als een zin meerdere werkwoorden heeft,
staat het ZWW meestal achteraan.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig werkwoord?
A
Werkwoord dat de actie aangeeft in de zin
B
Werkwoord dat een ander werkwoord helpt
C
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quizvraag

Zelfstandig werkwoord:
A
worden
B
wandelen

Slide 6 - Quizvraag

Hulpwerkwoord
Overige werkwoorden in de zin,
helpen het werkwoordelijk gezegde te vormen.

Als er meer werkwoorden in de zin staan, 
is de persoonsvorm altijd een HWW.

Bijvoorbeeld: 'Ik had naar GTST kunnen kijken.' 
had=hww, kunnen=hww, kijken = zww

Slide 7 - Tekstslide

Wij hebben haar helaas niet kunnen helpen. 
hebben
kunnen
helpen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 8 - Sleepvraag

Hij heeft die opdracht moeten maken. 
heeft

moeten

maken
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 9 - Sleepvraag

Zij zou wel een nieuwe jas willen kopen
zou

willen

kopen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 10 - Sleepvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.

Slide 11 - Sleepvraag

Koppelwerkwoord
Werkwoorden in een zin geven aan wat het onderwerp doet!
In een zin zit óf een zelfstandig werkwoord óf een koppelww:

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen.
(onderdeel van het naamwoordelijk gezegde)

Bijvoorbeeld: Zou Lowlands echt populairder worden dan Pinkpop?
Kww: worden

Slide 12 - Tekstslide

Zijn is een koppelwerkwoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de 6 koppelwerkwoorden?
A
zijn, worden, blijven, lijken, blijken , schijnen
B
zijn, geven, worden, blijken, schijnen, lijken
C
eten, zijn, worden, blijken, lijken, schijnen
D
zijn, worden, blijven, geven, blijken, schijnen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN koppelwerkwoord?
A
Lijken
B
Lopen
C
Dunken
D
Schijnen

Slide 15 - Quizvraag

Is het onderstreepte werkwoord een koppelwerkwoord of een zelfstandig werkwoord.
Koppelwerkwoord 

Zelfstandig werkwoord

Ze is dierenarts geweest.
Gister heb ik op school de hele dag geleerd.
Lisa is vorig jaar tandarts geworden.

Slide 16 - Sleepvraag

Wij
Koppelwerkwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
hadden
moeten 
kunnen
lopen

Slide 17 - Sleepvraag

Benoem de gekleurde woorden.
Melk schijnt lang niet voor iedereen gezond te zijn.
schijnt
zijn
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
koppelwerkwoord

Slide 18 - Sleepvraag

Benoem de gekleurde woorden.
De leerlingen in de VS willen protesteren tegen de wapenwet daar.
willen
protesteren
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord
zelfstandig werkwoord

Slide 19 - Sleepvraag

Benoem de gekleurde woorden.
Is Alexander Zverev al eens de nummer één van de wereld geworden?
Is
geworden
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
koppelwerkwoord

Slide 20 - Sleepvraag

Opdracht deze les
-KERN opdrachten koppelwerkwoord maken
Op papier!

- Nieuw Nederlands 
H2 koppelwerkwoord of hulpwerkwoord

Klaar?
Nederlands Online
- H3 grammatica: werkwoorden: zww, kww, hww
- H6 grammatica: ww in samengestelde zinnen

Slide 21 - Tekstslide

Leesboek uitlezen!
Uit? HW afmaken / Nieuwsbegrip maken

Slide 22 - Tekstslide