5.4 deel 3: het ontstaan van staten

5.4 Het ontstaan van staten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.4 Het ontstaan van staten

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Herhaling 
  • Zelfstandig aan het werk / uitleg 
  • Quizje 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
  • Paus, bisschop, priester, bisdom, kathedraal
  • Wat waren 2 gevolgen van het opkomen van de geldeconomie voor het bestuur? 
  • Waarover had de paus ruzie met vorsten? Hoe werd die ruzie opgelost? 

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 5.4 
  • Lees 'Steeds meer centraal bestuur'  (is uitleg over 3e leerdoel)
  • Maak hier een samenvatting /mindmap van
  • Maak opdrachten de opdrachten van 5.4 

  • Wie wil er uitleg over het 3e leerdoel: Je kunt beschrijven hoe vorsten probeerden centraal bestuur in te voeren.

  • Klaar? Herhaal paragraaf 1 t/m 3 voor jezelf --> leren voor het proefwerk. 


Slide 4 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe vorsten probeerden centraal bestuur in te voeren.

Slide 5 - Tekstslide

4 veranderingen in de late middeleeuwen
  1. de steden werden belangrijker
  2. de adel verloor een deel van zijn macht
  3. de paus moest zich tot kerkelijke zaken beperken
  4. de macht van de vorsten nam toe.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe nam de macht van de vorst toe?
  • Vroege middeleeuwen:
  • Vorst reist rond om zaken te regelen en recht te spreken. Overal rekening houden met plaatselijke wetten 
  • Late middeleeuwen:
  • Gebied vanuit 1 plek besturen
  • Overal dezelfde wetten & belasting 
  • Dit noemen we een centraal bestuur. 

Slide 7 - Tekstslide

Centraal bestuur en staten
  • centraal bestuur = Bestuur vanuit één plaats; overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen.
  • Hierdoor ontstonden staten = Een land met duidelijke grenzen waarin overal dezelfde wetten en regels gelden.

  • De overgang van het leenstelsel naar een centraal bestuur duurde eeuwen en verliep soms moeilijk. 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom verliep de overgang moeilijk?
  • In sommige gebieden boden machtige edelen en rijke steden veel verzet tegen de invoering van een centraal bestuur. 
  • Zij hielden liever vast aan hun eigen regels en voorrechten (= dingen die ze mogen doen). 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn gevolgen van het ontstaan van de geldeconomie voor het bestuur?
A
Via belasting huurlegers kunnen betalen
B
Ambtenaren in dienst nemen die de vorst helpen
C
De macht van de paus nam af

Slide 10 - Quizvraag

De vorsten en de paus hadden ruzie over wie er bisschoppen mocht benoemen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De grote ruzie tussen de vorst en de paus werd opgelost in...
A
1100
B
1122
C
1300
D
1322

Slide 12 - Quizvraag

Centraal bestuur = Bestuur vanuit één plaats; overal in het land gelden dezelfde wetten en belastingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een land met duidelijke grenzen waarin overal dezelfde wetten en regels gelden.
A
Domein
B
Staat
C
Bisdom

Slide 14 - Quizvraag

De baas over een bisdom is de...
A
Paus
B
Priester
C
Bisschop

Slide 15 - Quizvraag

Een reis naar een heilige plek om te gaan bidden.
A
Kruistocht
B
bedevaart

Slide 16 - Quizvraag

Een vereniging van mensen die in een stad hetzelfde beroep uitoefenden.
A
Gezel
B
Meester
C
Gilde
D
Hanze

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wilde steden stadsrechten hebben?
A
Stadsmuur mogen bouwen
B
Zichzelf mogen verdedigen
C
Zelf de regels maken voor een stad
D
Zelf de rechtspraak regelen

Slide 18 - Quizvraag

Het drieslagstelsel zorgde ervoor dat de landbouwopbrengst steeg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag