In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets: H1 Steden
Oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
Waarin verschilt een megastad van een wereldstad?
A
Geen enkele wereldstad ligt in Azië en megasteden wel.
B
Een wereldstad heeft meer inwoners dan een megastad.
C
Een wereldstad is veel belangrijker dan een megastad.
D
Een megastad heeft meer inwoners dan een wereldstad.
Slide 2 - Quizvraag
Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?
I. De laatste twintig jaar is de verstedelijkingsgraad in Nederland sterk gestegen. II. Door de industriële revolutie nam de suburbanisatie toe.
A
I is juist.
B
II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn grootstedelijke functies
A
Dit is een plaats met meer dan 50.000 inwoners, een hoge bevolkingsdichtheid en veel grootstedelijke functies.
B
Mensen vertrekken uit de stad om op het omliggende platteland te gaan wonen.
C
Iemand die op een andere plek woont dan hij werkt en elke dag op en neer reist.
D
Taken die een stad heeft voor zijn inwoners en de omgeving van de stad, zoals wonen, werken, vervoer en voorzieningen.
Slide 4 - Quizvraag
Welk jaartal past bij het begin van de suburbanisatie in Nederland?
A
1900
B
1800
C
1970
D
2000
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
verbind de letters met het juiste getal:
A
A-3, B-2, C-3, D-4
B
A-2, B-3, C-4, D-1
C
A-3, B-2, D-1, C-4
D
A-2, B-3, C-1, D-4
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet het beleid dat gericht is op re-urbanisatie?
A
Groeikernenbeleid
B
compacte stad-beleid
C
cityvormingsbeleid
D
stedelijke vernieuwingsbeleid
Slide 7 - Quizvraag
In de Pijp (een wijk in Amsterdam) zijn veel straten en pleinen opgeknapt, de slechtste woningen zijn verdwenen en er zijn dure appartementen gebouwd.
Hoe heet deze aanpak van de overheid?
A
herstructurering, stedelijke vernieuwing
B
leefbaarheid verbeteren
C
renovatie
D
sloop
Slide 8 - Quizvraag
Men spreekt weleens van suburbanisatie van bedrijven.
Wat wordt daarmee bedoeld?
A
Bedrijven trekken naar de stad toe
B
Bedrijven breiden zich uit
C
Bedrijven trekken uit de krappe, dure stad op zoek naar ruimte
D
Bedrijven vertrekken naar het buitenland, voor lagere lonen
Slide 9 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Re-urbanisatie
B
Leefbaarheid
C
Smart City
D
Vergroening
Slide 10 - Quizvraag
Een smart city is een stad waar
A
Planologen goed hebben nagedacht over de infrastructuur en indeling van wijken
B
Veel mensen werken in de kenniseconomie, bijvoorbeeld op science parks
C
Een universiteit is en veel mensen hoog opgeleid worden
D
Er technologie wordt gebruikt om het leven in de stad te verbeteren
Slide 11 - Quizvraag
Zonnepanelen passen bij het beleid van een ...
A
sustainable city
B
smart city
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Een perfecte digitale infrastructuur helpt een stad duurzaam te zijn.
B
In een smart city heb je minder sociale ongelijkheid.
C
Een smart city kenmerkt zich door het hebben van een sciencepark.
D
In een sustainable city is alles gericht op openbare data verzameling en toegang tot deze data
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste en volledige definitie van een metropool?
A
Een stad die een belangrijke functie heeft voor een land
B
De functionele regio waarvoor de mainport de belangrijkste hub vormt
C
Een stad die een belangrijke economische functie heeft
D
Een wereldstad die alle stedelijke functies bezit en deze belangrijke functies vervult
Slide 14 - Quizvraag
In welke periode werden in Nederland wijken met veel flats gebouwd?
A
1940 - 1950
B
1960 - 1970
C
1970 - 1980
D
1990 - nu
Slide 15 - Quizvraag
Waarom woonde de meeste mensen tijdens de industriële revolutie (ongeveer 175 jaar geleden) dichtbij hun werk?
Slide 16 - Open vraag
Bekijk de afbeelding.
Elke stad heeft wijken uit verschillende bouwperiodes. Waar staan de wijken op de foto’s in de afbeelding in de juiste volgorde vanuit het centrum naar de buitenwijk?
A
P – Q – R – S
B
R – P – S – Q
C
R – Q – S – P
D
R – S – Q - P
Slide 17 - Quizvraag
Is in de onderstaande drie zinnen sprake van urbanisatie of suburbanisatie?
1. 'Nu we hier wonen is er plek genoeg voor drie auto’s voor de deur!’ 2. ‘Binnenkort verlaat ik ook ons arme dorp. Werk genoeg in de stad!’ 3. ‘Ik ga studeren en verheug me op veel feesten!’
De Randstad bestaat uit een noord- en uit een zuidvleugel. Bij welk antwoord staan enkel kenmerken die horen bij de noordvleugel van de Randstad?
A
Werkgelegenheid in de chemie, industrie en logistiek, lager opleidingsniveau, lagere waardering woonomgeving.
B
Werkgelegenheid in de chemie, industrie, logistiek, hoog opleidingsniveau, hoge waardering woonomgeving.
C
Werkgelegenheid in de creatieve en innovatieve sector, hoog opleidingsniveau, hoge waardering woonomgeving.
D
Werkgelegenheid in de creatieve en innovatieve sector, lager opleidingsniveau, lagere waardering woonomgeving.
Slide 19 - Quizvraag
"1960 - Mensen trekken van de stad naar de rand van de stad"
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Randstad
Slide 20 - Quizvraag
Beredeneer hoe globalisering leidt tot gentrification
Slide 21 - Open vraag
Niet in alle wijken zal gentrification plaatsvinden. Noem twee kenmerken van wijken die wél geschikt zijn voor gentrification
Slide 22 - Open vraag
Casus 1 Amsterdam
Opgave 1 – Amsterdam
Amsterdam staat in de top 10 van grootste toeristische attracties in Europa. Maar zij dreigt te bezwijken onder haar eigen succes. De marketingcampagne ‘Amsterdam Bezoeken, Holland Zien’ heeft tot doel om internationale bezoekers die in Amsterdam verblijven te verleiden om de regio te bezoeken.
Slide 23 - Tekstslide
Hoe wordt het deel van het stedelijk netwerk genoemd dat bestaat uit de kernsteden Amsterdam en Utrecht en zich uitstrekt over drie provincies?
A
Noordvleugel van de Randstad.
B
Zuidvleugel van de Randstad.
C
Randstad
D
NH-UT-FL
Slide 24 - Quizvraag
In de jaren 90 van de vorige eeuw waaide er een nieuwe wind in de ruimtelijke ordening. Van dit beleid zijn de Vinex-wijken een gevolg. Een belangrijk onderdeel van dit nieuwe beleid was tevens de vorming van een compacte stad, soms aangeduid als het compacte stadbeleid. Geef kort aan wat het compacte stadbeleid inhoudt en leg uit hoe de compacte stad past bij het uitgangspunt van economische doelmatigheid dat vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw gold.
Slide 25 - Open vraag
In Amsterdam vindt metropoolvorming plaats. Dat verhoogt de druk op de ruimte. Daar komt nog bij dat Amsterdam als een magneet toeristen van over de hele wereld aantrekt. Beoordeel in hoeverre het grote aantal toeristen de metropoolvorming rond Amsterdam kan hinderen. Ga in je antwoord zowel in op het wonen als op het werken.
Slide 26 - Open vraag
Casus 2 Den Haag
Het gebied rond het Centraal Station van Den Haag kende vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw steeds grotere problemen, zoals slecht onderhoud en leegstand van gebouwen. De andere grote steden in Nederland kenden vergelijkbare problemen.
Slide 27 - Tekstslide
Leg uit door welke ruimtelijke ontwikkeling de op de vorige slide geschetste problemen juist vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw ontstonden. Je uitleg bevat een oorzaak-gevolgrelatie.
Slide 28 - Open vraag
Na 1995 leven Nederlandse steden weer op. Den Haag heeft daar met onder andere bijzondere architectuur op spectaculaire wijze vorm aan gegeven. Leg uit waardoor juist in de gemeente Den Haag, meer dan in andere grote steden, het centrum zo spectaculair ontwikkeld kon worden. Ga bij je uitleg in op de specifieke functie van Den Haag voor Nederland. Je antwoord bevalt een oorzaak-gevolgrelatie.
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Video
Lees de volgende tekstbron en beantwoord de opvolgende vraag.
Op 14 september 2016 presenteerde het Haagse college de Agenda Ruimte voor de Stad. De horizon van deze agenda is 2040 en de plannen spreken van enorme kansen voor de Den Haag. Als gevolg van de derde en vierde industriële revolutie zal het karakter van de binnenstad ingrijpend veranderen. Het college heeft een Central Innovation District voor ogen. In een gebied van 375 ha tussen de drie treinstations in Den Haag wil men een hoogstedelijk milieu ontwikkelen met een hoge concentratie aan bedrijvigheid in de kennis- en diensteneconomie. De pijlers hiervan zijn onderwijs, onderzoek, rijksoverheid, wonen en interactie. In het CID bevindt zich ook The Hague Security Delta: een cluster van bedrijven dat zich met veiligheidsaangelegenheden en cybersecurity bezighoudt. In het CID zullen 63 000 mensen werken. Daarnaast worden er ook nog zo’n 28 000 woningen gebouwd.
Slide 31 - Tekstslide
De ontwikkeling van een Central Innovation District brengt een aantal risico’s met zich mee. Zo kan de sociale ongelijkheid tussen Hagenaren groter worden.
Geef aan: • door welk kenmerk van het CID de sociale ongelijkheid in Den Haag kan toenemen. • op welke manier gentrification in de wijken rondom het CID de sociale ongelijkheid kan versterken.
Slide 32 - Open vraag
Casus 3 Utrecht
Bekijk de wijkindeling en de bijgehorende cirkeldiagrammen
Slide 33 - Tekstslide
Bestudeer de volgende tabel en beantwoord de vraag op de volgende slide
Slide 34 - Tekstslide
Uit een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat in Utrecht bijstandsgerechtigden de afgelopen vijftien jaar steeds meer geconcentreerd wonen in bepaalde wijken en minder verspreid over de stad. Echter, de hogere inkomens laten een ander beeld zien: zij wonen steeds meer verspreid over de stad. Uit welk woningkenmerk uit de tabel op de vorige slide kun je afleiden in welke wijk de meeste bijstandsgerechtigden zullen wonen? Leg je antwoord uit.