Bestuur van Nederland deel (H5)

Het bestuur van Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Het bestuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Je leert
  • Hoe Nederland wordt bestuurd.

  • Wat de woorden regering, kabinet, minister, staatssecretaris  betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Wat weet je nog van het bestuur van Nederland?

Slide 4 - Woordweb

Taken van de Nationale overheid
Regering
- Maken van het beleid; bv. bepalen waar het geld naar toe gaat
- Maken en uitvoeren van wetten

Volksvergetenwoordigers
- Controleren of alles goed wordt uitgevoerd
- Stemmen over wetten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wie zitten er in de reging?
.


<--- Koning + ministers 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Ministers
E




wetsvoorstellen          wetten uitvoeren              rijksbegroting          
maken                                                                                maken     

Slide 10 - Tekstslide

Ministers en staatssecretaris
De minister hoeft niet alles alleen te doen. De persoon onder de minister is een staatssecretaris. = hulpminister
Die is verantwoordelijk voor een deel van de taken van een minister

Ministers en staatssecretaris samen noem je het kabinet

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is het verschil tussen een regeerakkoord en een troonrede?

Slide 14 - Open vraag

Regering
Koning
Kabinet
Minister-president
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 15 - Sleepvraag

Minister-president
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 16 - Sleepvraag

De Koning is GEEN onderdeel van
A
De regering
B
Het kabinet

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet de koning?
Taken van de koning:
  • Handtekening onder wetten

  • Overleg met minister-president. 
  • Land vertegenwoordiger. 
  • ministers benoemen
  • Troonrede voorlezen 

De koning is wel staatshoofd, maar hij heeft geen macht.

Slide 18 - Tekstslide

Welke uitspraak is ONJUIST over de politieke rol van de koning?
A
De koning zit in de regering
B
De koning mag politieke uitspraken doen
C
De koning leest op Prinsjesdag de Troonrede voor
D
De koning ondertekent alle wetten

Slide 19 - Quizvraag

Het kabinet bestaat uit..
A
Eerst en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen

Slide 20 - Quizvraag

Wat doet een staatssecretaris?
A
Maakt de wetten
B
Helpt de minister
C
Presenteert de miljoenennota

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je de regeringsleider
A
staatshoofd
B
Minister-president
C
Minister
D
onder minister

Slide 22 - Quizvraag

Wie is het staatshoofd?
A
De koning
B
De minister
C
De minister-president

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht
De koning heeft 5 taken. Zoek bij elke taak een afbeelding en plaats je mini powerpoint in itslearning (onder politiek).

Zoek vervolgens in je boek (H5.2) wat het verschil is tussen een monarchie en een republiek.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video