In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 1 - Tekstslide
DOEL
- je weet wat voltooide deelwoorden zijn
- je kunt voltooide deelwoorden goed spellen
- je kunt voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen
Slide 2 - Tekstslide
Weet je nog wat een bijvoeglijk naamwoord is?
A
Dat is een woord voor een mens, dier, plant, ding, gevoel of (eigen) naam.
B
Dat is een een woord dat zegt wat iemand of iets doet of overkomt.
C
Dat is een woord dat een plaats, tijd, reden of oorzaak aangeeft.
D
Dat is een woord dat iets verteld over een zelfstandig naamwoord.
Slide 3 - Quizvraag
De leuke meid.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
leuke
C
meid
Slide 4 - Quizvraag
De aardige jongen.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
aardige
C
jongen
Slide 5 - Quizvraag
Het tafeltje is klein.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
Het
B
tafeltje
C
is
D
klein
Slide 6 - Quizvraag
De som is moeilijk.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
som
C
is
D
moeilijk
Slide 7 - Quizvraag
VOLTOOID DEELWOORD
In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:
- Het vliegtuig is op Schiphol geland.
- Robin heeft geen straf gekregen.
- Ik heb mijn kamer opgeruimd.
- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.
- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.
Slide 8 - Tekstslide
VOLTOOID DEELWOORD
In een zin staat altijd een persoonsvorm. Dit is een werkwoord. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in een zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd).
Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de persoonsvorm meestal een vorm van zijn, hebben of worden.
Slide 9 - Tekstslide
VOLTOOID DEELWOORD
als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kan ook als
bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
Het zegt dan iets over een zelfstandig naamwoord.
- De opgeruimde kamer
- De opgepoetste zonnebril
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin: Gino heeft een mop verteld.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin: Karin heeft de ijsjes betaald.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin: De patiënt is snel hersteld.
Slide 13 - Open vraag
Wil je extra uitleg door middel van een filmpje?
Doe je oortjes in en bekijk het volgende filmpje.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Voltooid deelwoord kort samengevat
- Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
- Een voltooid deelwoord eindigt op: -d, -t of -en.
- Schrijf een voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk.
Slide 16 - Tekstslide
Wat moet er op de puntjes staan? Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
A
d
B
t
C
dt
Slide 17 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? Onze school heeft niet bezuinig... op laptops.
A
d
B
t
C
dt
Slide 18 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? De docent vermel... het huiswerk op het digibord.
A
d
B
t
C
dt
Slide 19 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? Alle prijzen in de taxfreeshop worden in euro's vermel...
A
d
B
t
C
dt
Slide 20 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? De lage waterstand belemmer... de scheepvaart op de Rijn.
A
d
B
t
C
dt
Slide 21 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? De reddingswerkzaamheden werden belemmer... door het slechte weer.
A
d
B
t
C
dt
Slide 22 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? Opa Cor vertel... ons graag over vroeger.
A
d
B
t
C
dt
Slide 23 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? De geschiedenisleraar heeft ons het verhaal van de overwintering op Nova Zembla vertel...
A
d
B
t
C
dt
Slide 24 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? Joop bevestig... het schilderij met een spijker aan de muur.
A
d
B
t
C
dt
Slide 25 - Quizvraag
Wat moet er op de puntjes staan? De directeur heeft de geruchten over zijn aftreden bevestig...
A
d
B
t
C
dt
Slide 26 - Quizvraag
Het winkelcentrum is verbouwd. Het _____ winkelcentrum.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 27 - Open vraag
De kleding is zelf ontworpen. De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 28 - Open vraag
De soep is gekruid. De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 29 - Open vraag
De foto is vergroot. De _____ foto.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 30 - Open vraag
De vogel is opgezet. De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 31 - Open vraag
De kerktoren is verlicht. De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 32 - Open vraag
Wat is het meest _____ boek in de bibliotheek?
Kies de juiste vorm van het woord:
A
gezochte
B
gezochtte
Slide 33 - Quizvraag
Tims _____ ouders wonen vlak bij elkaar.
Kies de juiste vorm van het woord:
A
gescheidden
B
gescheiden
Slide 34 - Quizvraag
Medina's lievelingseten is lamsfilet met _____ peper.
Kies de juiste vorm van het woord:
A
geplete
B
geplette
Slide 35 - Quizvraag
Jelle was tevreden over de _____ service bij de kapper.
Kies de juiste vorm van het woord:
A
gebode
B
geboden
Slide 36 - Quizvraag
De jury van de bakwedstrijd proefde alle _____ taarten.
Kies de juiste vorm van het woord:
A
bereidde
B
bereide
Slide 37 - Quizvraag
Lees de tekst.
Noteer in de volgende dia's de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes. Niet alle werkwoorden zijn persoonsvormen.
Slide 38 - Tekstslide
Een groep toeristen (trekken) afgelopen zaterdag met de bus door Ijsland.
Slide 39 - Open vraag
Ze waren vlakbij een vulkanisch gebied (stoppen).
Slide 40 - Open vraag
De vrouw (verdwijnen) even om zich om te kleden en op te frissen.
Slide 41 - Open vraag
Daarna werd ze door niemand (herkennen).
Slide 42 - Open vraag
Enkele uren later ging het als een lopend vuurtje rond: een van de passagiers werd (vermissen).
Slide 43 - Open vraag
Ze (beginnen) dus ijverig mee te zoeken.
Slide 44 - Open vraag
Ongeveer vijftig mensen (uitkammen) de omgeving.
Slide 45 - Open vraag
Ook werd de kustwacht (alarmeren).
Slide 46 - Open vraag
De kustwacht (zetten) zelfs een helikopter in.
Slide 47 - Open vraag
Om drie uur 's nachts werd de zoektocht (staken).
Slide 48 - Open vraag
De vermiste vrouw had de hele tijd naar zichzelf (zoeken).
Slide 49 - Open vraag
GELEERD?
- je weet wat voltooide deelwoorden zijn
- je kunt voltooide deelwoorden goed spellen
- je kunt voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen
Slide 50 - Tekstslide
Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 51 - Open vraag
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.