Samengestelde woorden KKR/LKR

RT
Samengestelde woorden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

RT
Samengestelde woorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is er met de volgende woorden aan de hand?

geluk + ig = gelukkig

nood + ig = nodig

Welke regels zijn hier toegepast?

Slide 2 - Open vraag

Nodig: pen en papier.
Je gaat zo een aantal samengestelde woorden maken.
1.  Spreek het samengestelde woord eerst uit in klankgroepen. 
2. Luister of je aan het eind van de klankgroep een korte of een lange klank hoort en pas de korte-klankregel (KKR) of de lange-klankregel(LKK) toe om het woord goed te schrijven. 
3. Schrijf het woord op je blaadje op.
4.Geef in de LessonUp aan welke regel je hebt toegepast.
(aan het einde van de les stuur je een foto van het blaadje naar mij)

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
misdaad + ig => misdadig LKR (lange klankregel)

Slide 4 - Tekstslide

stof + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 5 - Quizvraag

voorraad + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 6 - Quizvraag

ongeluk + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 7 - Quizvraag

oppervlak + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 8 - Quizvraag

wanhoop + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 9 - Quizvraag

toeval + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 10 - Quizvraag

moeras + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 11 - Quizvraag

onbenul + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 12 - Quizvraag

schandaal + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 13 - Quizvraag

onwil + ig
A
Lange klank regel
B
Korte klank regel

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht, uitvoeren op je blad.
Eerst het hele woord opschrijven. Daarna aangeven of je de korte klank regel (KKR) of lange klank regel (LKR) hebt toegepast.

1. vermaak + lijk => …………….………………………………. KKR / LKR


2. hoofdzaak + lijk => …………………………………..…………. KKR / LKR


3. ongemak + lijk => …………………………………..…………. KKR / LKR


4. ogenblik + lijk => …………………………………..…………. KKR / LKR


5. nadruk + lijk => …………………………………..…………. KKR / LKR

Slide 15 - Tekstslide

Klaar?
Numo: lezen tot einde van het lesuur.

Slide 16 - Tekstslide