oefenen examenvragen

oefenen examenvragen
Op afbeelding 1 zie je een schilderij van de Spaanse kunstenaar Salvador Dalí uit 1931.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

oefenen examenvragen
Op afbeelding 1 zie je een schilderij van de Spaanse kunstenaar Salvador Dalí uit 1931.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk afbeelding 1.
 Noem twee aspecten van de voorstelling die net echt lijken.

Slide 3 - Open vraag

 de rotsen / de bergpartij
 de zee / het water
 de spiegeling van de rotsen in het water
 de lucht
 de mieren
 het (rode) horloge / het knopje / de wijzers van de horloges
 een dode boom / tak
 de plaat/het plateau aan de waterlijn
 de wimpers in de 'vorm' op de grond
 het blok onder de boom
Noem twee aspecten van de vormgeving waardoor het schilderij net echt lijkt. Leg je antwoorden uit.


Slide 4 - Open vraag

aspect uitleg
kleur naturalistisch / realistisch
textuur realistische stofuitdrukking
licht  slagschaduw
 eigenschaduw
 reflecties
ruimte  verkleining
 vervaging
 lijnperspectief

Dit schilderij behoort tot het surrealisme.
Noem twee kenmerken van het surrealisme die je terugziet in het schilderij.



Slide 5 - Open vraag

voorbeelden van juiste kenmerken:
 Het verbeeldt een droomwereld / het onderbewuste.
 Er wordt een nieuwe / onmogelijke werkelijkheid geschapen.
 Het is onlogisch / irrationeel.
 Alledaagse voorwerpen worden in vreemde combinaties geplaatst.

Naast schilderen, fotografeerde Dalí ook. Hij werkte samen met de Amerikaanse fotograaf Philippe Halsman.
Op afbeelding 2 zie je een foto uit 1948 die zij samen maakten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De foto heeft een dynamisch karakter.
 Noem twee aspecten van de voorstelling die bijdragen aan het dynamische karakter.

Slide 8 - Open vraag

 de omhoog springende Dalí
 de mimiek / de grimas van Dalí
 het omhoog geheven gezicht van Dalí
 de springende / vallende katten
 de plens water
 het zwevende meubilair

Noem een aspect van de vormgeving dat bijdraagt aan het dynamische karakter. Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

aspect uitleg
ordening  over gehele foto geplaatste elementen
 elementen zijn geplaatst in verschillende richtingen
 de diagonale lijn van de plens water
ruimte  afsnijding van de stoel
 overlappen van elementen
licht  licht-donker contrast op
 verschillende plekken
 schaduwwerking op verschillende plekken
Om de foto op afbeelding 2 te maken waren achtentwintig pogingen nodig. Vier van deze pogingen zie je op afbeelding 3a t/m 3d.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bekijk afbeelding 2 en 3d.
De foto's op afbeelding 3 werden afgekeurd.
 Bekijk afbeelding 3d en geef twee redenen waarom deze foto werd afgekeurd.

Slide 12 - Open vraag

 Persoon (assistent) links is in beeld.
 Stoel overlapt gezicht van Dalí.
 Schilderij is nog niet in de lijst geplaatst.
 Katten springen / vallen niet in één richting.


Bekijk afbeelding 2 en 3a t/m 3d.
Het maken van de foto op afbeelding 2 was lastig.
 Geef twee redenen waarom het lastig was om deze foto te maken.

Slide 13 - Open vraag

 Omdat de timing belangrijk was: alles moest zich op exact hetzelfde moment, op de juiste plek bevinden.
 Omdat de foto werd gemaakt met echte personen / dieren waardoor je er geen/weinig grip op hebt.
 Omdat het in één keer moest lukken, zonder bewerking achteraf.
 Omdat het moest lijken alsof voorwerpen / Dalí / katten zweven.
 Omdat het vervelend is te moeten gooien met katten.