Herhaling 5.2 en uitleg 5.3 formules

Zorg dat je klaar bent
Boek 
werkboek B
pen
aantekeningenschrift
inloggen in lessonUP
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Zorg dat je klaar bent
Boek 
werkboek B
pen
aantekeningenschrift
inloggen in lessonUP

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Bespreken huiswerk 42 t/m 56
(uitleg 1e deel 5.3 formules)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
Je herhaalt:
  1. wat er met stofeigenschappen gebeurt in een mengsel 
  2. hoe je ziet of stoffen veranderen
  3. het verschil tussen een reactie en een faseovergang
  4. Welke stoffen ontstaan bij een verbranding
  5. Hoe je een reactieschema maakt van een verbranding
  6. wat een vormingsreactie is
Je leert:

    Stoffen met formules weergeven

    Slide 3 - Tekstslide

    Bespreken huiswerk
    We herhalen eerst een stukje van 5.1 en 5.2 
    We bespreken opgave  43,46,47,50,51,53,55
    zijn er nog andere vragen die besproken moeten worden?


    Slide 4 - Tekstslide

    reacties

    Slide 5 - Woordweb

    Bij het mengen van twee stoffen ontstaat altijd een oplossing
    Juist
    Onjuist

    Slide 6 - Poll

    Als je stoffen mengt , veranderen de stof eigenschappen niet
    juist
    Onjuist

    Slide 7 - Poll

    In een suspensie is een vaste stof opgelost in water
    Juist
    Onjuist

    Slide 8 - Poll

    Een stof waarmee de reactie begint, heet beginstof
    Juist
    Onjuist

    Slide 9 - Poll

    Als reactieproducten verdwijnen, spreek je van een chemische reactie
    Juist
    Onjuist

    Slide 10 - Poll

    Bij een chemische reactie veranderen de stof eigenschappen niet
    juist
    onjuist

    Slide 11 - Poll

    Wat is een ontledingsreactie?

    Slide 12 - Open vraag

    Wat is een vormingsreactie?

    Slide 13 - Open vraag

    Wat is een verbrandingsreactie?

    Slide 14 - Open vraag

    Fotolyse
    Elektrolyse
    Thermolyse
    Warmte
    Licht
    Elektriciteit

    Slide 15 - Sleepvraag

    Vraag 43 Nicotine bestaat uit de atoomsoorten koolstof, waterstof en stikstof. Hoeveel soorten oxiden ontstaan er bij de verbranding van nicotine?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    0

    Slide 16 - Quizvraag

    Vraag 46 Welke reactie is een verbrandingsreactie?
    A
    kwikoxide(s) -> kwik (l)+ zuurstof (g)
    B
    water (l) -> waterstof (g) + zuurstof (g)
    C
    magnesium (s) + zuurstof (g) -> magnesiumoxide (s)
    D
    ammoniumdichromaat (s) -> chroomoxide(s) + stikstof (g) + water (l)

    Slide 17 - Quizvraag

    Vraag 47 a Bij de verbranding van koolstof ontstaat koolstofdioxide en koolstofmonoxide-oxide, zijn de stofeigenschappen van deze twee stoffen gelijk?
    ja
    nee

    Slide 18 - Poll

    Vraag 47b zijn koolstofdioxide en koolstofmono-oxide verbrandingsproducten?
    ja
    nee

    Slide 19 - Poll

    vraag 50 zijn weer een aantal stellingen

    Slide 20 - Tekstslide

    bij een vormingsreactie heb je altijd twee of meer beginstoffen
    juist
    onjuist

    Slide 21 - Poll

    Bij een vormingsreactie is de zuurstof nooit een beginstof
    juist
    onjuist

    Slide 22 - Poll

    Natrium en chloor reageren tot natriumoxide en chlooroxide
    juist
    onjuist

    Slide 23 - Poll

    Vraag 51 Als je natrium (s) laat reageren met chloor (g) ontstaat natriumchloride (s). Wat is het juist reactieschema
    A
    natrium (s) -> chloor (g) + natriumchloride (s)
    B
    natrium (s) + chloor (g) -> natriumchloride (s)
    C
    natriumchloride (s) -> natrium (s) + chloor (g)

    Slide 24 - Quizvraag

    Vraag 53 Stikstofgas en waterstofgas reageren samen tot het gas ammoniak. Wat is het reactieschema?
    A
    stikstofgas + waterstofgas -> ammoniakgas
    B
    ammoniak (g) -> stikstof (g) + waterstof (g)
    C
    Stikstof (g) + waterstof (g) - > ammoniak (g)

    Slide 25 - Quizvraag

    vraag 55 Als waterstof met zuurstof reageert ontstaat water. Leonie schrijft van deze reactie het volgende schema op:
    waterstof (g) + zuurstof (g)-> water (l). leonie geeft aan dat dit de vormingsreactie van water is. Waarom is dit fout?

    Slide 26 - Open vraag

    Dit was het huiswerk
    Zijn er nog vragen?

    Slide 27 - Tekstslide

    uitleg 1e deel 5.3
    Stoffen met formules weergeven

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze les leer je
    • molecuulformules opstellen

    Slide 29 - Tekstslide

    Wat gaan we doen?
    1. wat weet je nog van de vorige lessen? (elementen)
    2. molecuulformules maken

    3. opgaven maken

    Slide 30 - Tekstslide

    de juiste symbolen van de atoomsoorten zink, calcium en broom zijn:
    A
    Zn, Ca, B
    B
    Zn, C, B
    C
    Zn, C, Br
    D
    Zn, Ca, Br

    Slide 31 - Quizvraag

    de juiste symbolen van de atoomsoorten stikstof, fosfor en tin zijn:
    A
    N, P en Sn
    B
    N, F en Ti
    C
    S, P en Ti
    D
    S, F en Sn

    Slide 32 - Quizvraag

    de juiste symbolen van de atoomsoorten cadmium, lood en kwik zijn:
    A
    Ca, I, Hg
    B
    Cd, Pb, Hg
    C
    Ca, Pb, Ag
    D
    Cd, I, Ag

    Slide 33 - Quizvraag

    Slide 34 - Tekstslide

    molecuultekening
    • Elke zuivere stof bestaat uit 1 soort moleculen
    • Elke molecuul bestaat uit  atomen
    • In een molecuultekening hoe de 
          atomen met elkaar verbonden zijn

    Slide 35 - Tekstslide

    molecuultekening -> molecuulformule
    Aan de hand van een tekening (model) kun je de formule afleiden
    In de molecuulformule staan de symbolen van de atoomsoorten die in het molecuul voorkomen en hoeveel


    Slide 36 - Tekstslide

    Tel de verschillende atomen
    C  6x
    H  12 x
    O  6 x
    de formule is
    C6H12O6
    alfabetische volgorde

    Slide 37 - Tekstslide

    formules van ontleedbare stoffen
    de molecuulformule laat zien hoeveel atomen er van elke soort aanwezig zijn:

    index = aantal atomen
    coëfficiënt = aantal moleculen
     
         

    LEER!

    Slide 38 - Tekstslide

    Let op een paar feiten!
    • Moleculen van elementen bestaan uit atomen van dezelfde soort
    • Bijv zuurstof en stikstof
    • Er zijn 7!!! elementen die altijd met 2 atomen in een molecuul zitten
    • Metalen zijn ook elementen, deze bestaan uit 1 atoom

    Slide 39 - Tekstslide

    formules van niet-ontleedbare stoffen
    • een stof = heel veel moleculen samen 
           dit laat je zien met de fase (s), (l), (g), (aq)

           dus:     Fe = 1 atoom ijzer            Fe(s) = de stof ijzer

    Slide 40 - Tekstslide

    formules van niet-ontleedbare stoffen
    er zijn 7 niet-ontleedbare stoffen waarvan de moleculen uit 2 dezelfde atomen bestaan:
          Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breda

    LEER!
    Cl2
    F2
    I2
    H2
    O2
    N2
    Br2

    Slide 41 - Tekstslide

    welke uitspraak over de stof zuurstof is juist
    A
    zuurstof is een ontleedbare stof , want de formule is O2
    B
    zuurstof is een niet-ontleedbare stof, want de formule is O2
    C
    zuurstof is een ontleedbare stof, want de formule is O
    D
    zuurstof is een niet-ontleedbare stof, want de formule is O

    Slide 42 - Quizvraag

    de index "2" staat rechtsonder het atoom
    H2

    Slide 43 - Tekstslide

    Uit hoeveel H-atomen en hoeveel O-atomen bestaat 1 molecuul water? 
    De index "2" staat rechtsonder H, dus er zijn 2 H-atomen
    als een atoom maar 1x voorkomt, laat je de index weg

    Slide 44 - Tekstslide

    Slide 45 - Tekstslide

    Hoeveel atomen zijn er aanwezig in
    6H2SO4
    A
    6H, 2S en 4O
    B
    2H, 1S en 4O
    C
    12H, 6S en 24O
    D
    12H, 1S en 4O

    Slide 46 - Quizvraag

    Aan de slag
    Ik zet jullie als er tijd is in groepjes uit elkaar
    Je maakt opgave 57 t/m 69, volgende les af!
    Let op volgende les SO paragraaf 5.1 en 5.2, telt niet mee, helpt wel om straks een voldoende te kunnen halen voor de volgende PTA toets

    Slide 47 - Tekstslide