2.4 Het verteringsstelsel 17 en 22-11-23

Thema 2 Voeding en vertering
2.4 Het verteringsstelsel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering
2.4 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 2.2 en 2.3
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.4 Het verteringsstelsel
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

even herhalen!
- welke 6 groepen voedingsstoffen ken je?
- welke 4 functies kunnen deze voedingsstoffen hebben?
- waarmee kan je zetmeel aantonen?

Slide 3 - Tekstslide

even herhalen!!
6 groepen voedingsstoffen:
- koolhydraten
- vetten-
- eiwitten
- water
- zouten/mineralen
- vitamines

Slide 4 - Tekstslide

even herhalen!!
Voedingsstoffen kunnen 4 functies hebben:
- brandstof
- bouwstof
- reservestof
- beschermende stof

Slide 5 - Tekstslide

even herhalen!!
Je kan zetmeel aantonen met een indicator.
De indicator hiervoor is jodium

Als iets zetmeel bevat, dan kleurt de joodoplossing blauwzwart.

Slide 6 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van verteringssappen en enzymen noemen
- kan je de delen van het gebit noemen met hun functie
- kan je de bouw en werking van de darmen beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig.
Om de voedingsstoffen te gebruiken, moet je lichaam het voedsel verteren.
Dat doet het verteringsstelsel.


Slide 8 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
verteren = voedingsstoffen afbreken tot kleine delen

Vertering vindt plaats in het verteringsstelsel.
De organen van het verteringsstelsel moet je kennen!

Slide 9 - Tekstslide

Het voedsel dat je eet, komt in het darmkanaal.
Het darmkanaal hoort bij het verteringsstelsel.

Het darmkanaal loopt van de mond tot de anus.

Slide 10 - Tekstslide

mondholte
speekselklieren
slokdarm
lever
maag
alvleesklier
12-vingerige darm
dikke darm
dunne darm
endeldarm
anus

Slide 11 - Sleepvraag

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Je voedsel bevat voedingsstoffen.
In het verteringsstelsel worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
Dat gebeurt vooral in de dunne darm.
De voedingsstoffen gaan door de wand van de dunne darm heen.
Zo komen ze in het bloed.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maakwerk
Opdracht 1 t/m 3 op blz. 86 t/m 88

Slide 16 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
De weg van het voedsel:
mondholte -> slokdarm -> maag -> twaalfvingerige darm -> dunne darm -> dikke darm -> endeldarm -> anus

In de dunne darm worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed. In de dikke darm wordt water uit het voedsel gehaald.

Slide 17 - Tekstslide

kauwen
Voedsel komt eerst in je mond.

Hier kauw je het voedsel met je gebit.
Je gebit bestaat uit tanden en kiezen.

Slide 18 - Tekstslide

kauwen
Met snijtanden en hoektanden bijt je een stuk van je voedsel af.

Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Hiermee kan je het voedsel fijnmalen. Het voedsel wordt dan in kleine stukjes verdeeld, zodat je het makkelijker kan doorslikken.

Slide 19 - Tekstslide

2.4 Het spijsverteringsstelsel
In het verteringsstelsel liggen verschillende verteringsklieren.
De verteringsklieren maken verteringssappen. Bijvoorbeeld speeksel en maagsap.

Er zijn 5 verteringsklieren: speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren.


Slide 20 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
De verteringssappen zorgen voor de vertering.
Ze breken je voedsel af tot steeds kleinere deeltjes.

Aan het eind zijn de deeltjes onzichtbaar klein.
Ze kunnen dan door de wand van de dunne darm heen.
Zo gaan de voedingsstoffen naar je bloed.

Slide 21 - Tekstslide

2.4 Het verteringsstelsel
Veel verteringssappen bevatten enzymen.
De enzymen zorgen ervoor dat de vertering sneller gaat.

Slide 22 - Tekstslide

Alles wat je eet en drinkt wordt door het darmkanaal voortgeduwd.
In de wand van het darmkanaal bevinden zich 2 soorten spieren:
- kringspieren
- lengtespieren

Deze spieren kunnen steeds samenknijpen.

Slide 23 - Tekstslide

Achter een brok voedsel knijpen de spieren samen.
Ze duwen het voedsel dan vooruit.

Dit noem je darmperistaltiek.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

2.4 Het verteringsstelsel
In veel plantaardige voedingsmiddelen zitten voedingsvezel. Dit zijn delen van de plant die je lichaam niet kan verteren.

Voedingsvezels helpen bij de darmperistaltiek.

Slide 26 - Tekstslide

Maakwerk
2.4 Het verteringsstelsel: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 4, 6, 8 en 9 maken
(vanaf blz. 89)

Slide 27 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van verteringssappen en enzymen noemen
- kan je de delen van het gebit noemen met hun functie
- kan je de bouw en werking van de darmen beschrijven

Slide 28 - Tekstslide