Spelling H1: Trema, accentteken en cedile

Spelling H1: Trema, accentteken en cedile
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je boek Nieuw Nederlands, je schrift en je Chromebook.
Stap 3: Vul je ontbrekende letters in: Op de cr...che van mijn zusje werken ze veel met cr...pepapier.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling H1: Trema, accentteken en cedile
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je boek Nieuw Nederlands, je schrift en je Chromebook.
Stap 3: Vul je ontbrekende letters in: Op de cr...che van mijn zusje werken ze veel met cr...pepapier.

Slide 1 - Tekstslide

Mededeling
Al het materiaal gaat naar Microsoft Teams.
SOM wordt alleen nog gebruikt voor:
  • Absentie
  • Contact opnemen met de docent
  • Registratie van huiswerk en toetsen

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt woorden met accenttekens, een cedile en een trema correct spellen.
Hoe bereik je dit doel?
  • H3A: Uitleg fictieopdracht Overspoeld
  • H3A: Aan de slag met fictieopdracht Overspoeld
  • H3B + H3C: Lezen in je leesboek
  • Woorden met een trema
  • Woorden met accentteken en cedile
  • Huiswerk: blz. 35+36 opdr. 1 t/m 4, 6, 7 en 8

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht Overspoeld
- Nieuwsbericht maken van de tsunami op Tweede Kerstdag 2004. 
- De verslaggever komt Pieter tegen op Sri Lanka in 2004, na de tsunami.
- Je schrijft in de bedrijvende vorm.
- Je vertelt wat Pieter heeft meegemaakt.
- De lay-out is zoals een nieuwsbericht op NU.nl/ NOS.nl/ de krant.
- Jouw tekst is oprolbaar: Als je alles weglaat, dan blijft de lead (de inleiding) overeind.
- In jouw tekst komt naar voren: Wie, Wat, Wanneer, Waar, Waarom, Hoe.
Deadline: 4 maart.

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag/lezen
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Maak het meervoud van het woord zee

Slide 6 - Open vraag

Meervoud van porie

Slide 7 - Open vraag

Meervoud van theorie

Slide 8 - Open vraag

Trema
  • Eindigt een woord op -ee? = +ën --> Zeeën, trofeeën
  • Eindigt een woord op -ie Ligt de klemtoon niet op -ie? Dan de trema op de laatste e + n. --> Poriën.
  • Ligt de klemtoon wel op -ie? Dan +ën --> theorieën.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de woorden met een accent (streepje/dakje op de e)
cafe - scene - gene - enquete - creme - coupe - pate - ampere

Slide 10 - Open vraag

De accenttekens
  • Accent grave: streepje naar links: è
  • Accent aigu: streepje naar rechts: é
  • Accent circonflexe: het dakje: ê
  • Cedille: het kriebeltje onder de c om er een s-klank van te maken: Curaçao

Slide 11 - Tekstslide

Noteer het verkleinwoord van baby

Slide 12 - Open vraag

Noteer een andere manier van: in de avond

Slide 13 - Open vraag

Zelfstudie: apostrof
  • Weglatingsteken: Max' vastgoedbedrijf, 's Avonds,  's Hertogenbosch
  • Afleidingen en meervouden: cc'en, dvd'tje, pc's.
  • Verkleinwoorden op y krijgen: 'je, 'tje
  • Om uitspraakproblemen te voorkomen als je er een -s achter schrijft achter woorden die eindigen op één: -a, -u, -o, -i en -y: lolly's, oma's, menu's, auto's, mini's.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Leren: Theorie blz. 34 + aantekeningen LessonUp
Maken: blz. 35 en 36 opdr. 1, 2, 3, 4, 6, 7 & 8.

Klaar: Fictieopdracht maken.
Is je fictieopdracht af? Check op spelling, hoofdletters, leestekens en zinsbouw. Daarna inleveren

Slide 15 - Tekstslide