Computational Thinking les 1

Computational thinking, wat heb ik daar nu meer te maken?
  • Waarschijnlijk meer dan je denkt, want Computational Thinking kom je overal tegen, in de wekker die je wakker maakt, het stoplicht dat het verkeer regelt, of de magnetron die je havermout opwarmt en natuurlijk in je smartphone
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Computational thinking, wat heb ik daar nu meer te maken?
  • Waarschijnlijk meer dan je denkt, want Computational Thinking kom je overal tegen, in de wekker die je wakker maakt, het stoplicht dat het verkeer regelt, of de magnetron die je havermout opwarmt en natuurlijk in je smartphone

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Computational Thinking
  1. Het formuleren van uitdagingen zodat ze op te lossen zijn met computers.
  2. Het logisch ordenen, goed bekijken van de informatie, de belangrijkste informatie eruit halen en het weergeven van deze informatie om oplossingen te vinden.
  3. De meest effectieve en efficiënte stappen vinden om tot een antwoord te komen.
  4. Het proberen van eerder gevonden oplossingen bij een nieuw probleem, en bedenken van variaties hierop om zo het huidige probleem op te lossen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Steve Jobs zei ooit: "Iedereen zou moeten leren om te programmeren, want zo kun je leren hoe je moet denken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leren programmeren
  • Programmeren is het schrijven van een programma met instructie voor een computer.
  • Dat klink ingewikkeld, maar je geeft de hele dag door instructies.
  • Als je uitlegt hoe je die heerlijke cupcakes bakt.
  • Maar ook aan computers, als je bijvoorbeeld de oven instelt.
  • In feite ben je beide gevallen aan het programmeren.

Slide 6 - Tekstslide

Instructies voor mens 
Hoe smeer je een boterham met hagelslag?
Je hebt op de aanrecht de volgende benodigdheden liggen:
  • een zak brood
  • een pak hagelslag
  • een pakje boter
  • een bord 
  • een mes

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf hier je instructie voor het maken van een boterham met hagelslag

Slide 8 - Open vraag

Instructies voor robot
  • Een robot heeft minder kennis van de wereld om ons heen. 
  • Daarom moeten onze instructies extra duidelijk zijn.
  • Wat we daarmee bedoelen, ontdek je door het recept van een boterham met hagelslag aan te passen voor Olaf de Robot.

Slide 9 - Tekstslide

Haal met het mes wat boter uit het kuipje
Strooi de hagelslag op de boterham
Maak de zak met brood open
Smeer de boter met het mes op de boterham
Maak het kuipje boter open
Pak een boterham uit de zak met brood
Pak het mes op
Leg het mes neer
Leg de boterham op het bord
Zet het pak hagelslag neer
Pak het pak hagelslag op

Slide 10 - Sleepvraag

Proef op de som
  • Je hebt net je eerste programma geschreven, gefeliciteerd
  • Een computerprogramma moet duidelijker zijn, dan een recept voor mensen.
  • Een computerprogramma noem je een algoritme.
  • De kleine stapjes noem je statements.
  • En om te kijken of het programma werkt ga het programma runnen.
  • Maar werkte het geschreven programma?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Error
  • Als een computer onduidelijk of onjuist gedrag vertoont, doordat de instructies niet helemaal duidelijk zijn, noem je dat een error.
  • Het opsporen van fouten in een computerprogramma noemen we debuggen.

Slide 13 - Tekstslide

Programmeertaal
Algoritme
Statement
Runnen
Debuggen
.. is een ander woord voor het uitvoeren van je programma. Alle instructies die je onder elkaar hebt opgeschreven, worden in die volgorde achter elkaar gerealiseerd. In één keer, van de eerste tot de laatste stap, tenzij er onderweg een error optreedt ;).
.. is een verzameling van eenvoudige stappen die beschrijven hoe je een complexe handeling uit kunt voeren. Net als een recept.
.. is het nalopen van alle instructies om fouten op te sporen en te herstellen. Net zo lang tot de lijst aan alle stappen klopt en compleet is.
.. is een simpele opdracht voor een computer. Bijvoorbeeld "pak op" of "zet een stap" of "leg neer".
.. is een weergave van de instructies die we aan een robot kunnen geven. Net zoals Nederlands en Spaans een weergave zijn hoe wij denken.

Slide 14 - Sleepvraag

Programmeren met micro:bit
Een micro:bit is een microcomputertje met knopjes voor de bediening en een 5x5 led beeldscherm
Programmeren met micro:bit
  • Een micro:bit is een micro-computertje met knoppen voor de bediening en een 5 x 5 led beeldscherm

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Pair je micro:bit
Sluit je micro:bit aan op je laptop

Slide 17 - Tekstslide

Klik op next en klik dan op BBC microbit CMSIS-DAP en op verbinding maken
Je micro:bit is klaar voor gebruik

Slide 18 - Tekstslide

  • Je gaat een knipperend hartje maken met de leds op de micro:bit.
  • Je gaat daarvoor naar de basisblokken en pak daar het blokje toon pictogram en plaats deze in het blok bij opstarten.
  • Daarna moet er een pauze komen en moeten of de leds uitgaan of er moet een ander pictogram te voorschijn komen, anders verandert er niets.
  • Dus probeer maar een knipperend hartje te krijgen.
  • Vergeet je programma niet te downloaden naar je micro:bit zodat je het daarop ook ziet.

Slide 19 - Tekstslide

  • Op deze manier zal het grote hart eerst branden en zal hij daarna op het kleine hartje blijven staan.
  • Dat moet beter kunnen.
  • Probeer het hart constant te laten knipperen. 
  • Tip: kijk bij basis of lussen.

Slide 20 - Tekstslide

  • Het is beter om het blok de hele tijd te gebruiken.
  • Bij opstarten gebruik je om iets te definiëren.

Slide 21 - Tekstslide

  • Probeer nu eens met de invoer blokken verschillende pictogrammen te laten zien door op knop A of knop B te drukken.
  • En vergeet het programma niet te downloaden naar de micro:bit

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • In het boekje staan nog meer programma's die je zelf kunt doen. 
  • Ga hiermee aan de slag tot 10 minuten voor tijd.
  • Dan gaan we even kijken naar wat je geleerd heb deze les door middel van reflectie met emoticons.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom deed ik dit zo? Ik deed zo omdat ....
Zo ga ik de volgende keer doen omdat ...
Als ik erover nadenk dan ..........

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Geef hier met verschillende emoji's wat er goed is gegaan, wat niet zo goed ging en wat je de volgende keer anders gaat doen met een korte uitleg erbij

Slide 27 - Open vraag