H2 oefenen voor REP

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets!
Oefen met deze vragen voor de toets. Weet je het antwoord niet? Zoek het op! Dan leer je er meer van dan dat je gokt. 

Slide 2 - Tekstslide

mengsel of
zuiver stof?
A
mengsel
B
zuiver stof
C
niet te zeggen

Slide 3 - Quizvraag

Welk van de volgende stoffen is een mengsel?
A
sinaasappelsap
B
gedestilleerd water
C
diamant
D
kristalsuiker

Slide 4 - Quizvraag

Zuiver bronwater bestaat uit water met daarin verschillende opgeloste stoffen zoals kalk. Zuiver bronwater is....
A
een mengsel
B
een zuivere stof

Slide 5 - Quizvraag

Wat is gedestilleerd water?
A
Gedestilleerd water is zeer zuiver water en bestaat na destillatie alleen uit watermoleculen.
B
Gedestilleerd water is een mengsel van water en bestaat na destillatie alleen uit watermoleculen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het doel van water wanneer je schoonmaakt met zeep?
A
Oplosmiddel
B
Spoelmiddel
C
Emulgator

Slide 7 - Quizvraag

Welke functies zou water niet kunnen hebben?
A
Schoonmaakmiddel
B
Spoelmiddel
C
Oplosmiddel
D
Warmte-transportmiddel

Slide 8 - Quizvraag

De kop van een zeepmolecuul is
A
hydrofiel
B
hydrofoob

Slide 9 - Quizvraag

De staart van een zeepmolecuul is
A
Hydrofiel
B
Hydrofoob

Slide 10 - Quizvraag

Een zeepmolecuul heeft een hydrofiel én een hydrofoob karakter.
Hiermee wordt bedoeld dat:
A
Een zeepmolecuul zich splitst als het in water komt.
B
Het water gesplitst wordt als er zeep in komt.
C
Een zeepmolecuul aan een zeepmolecuul aan één uiteinde goed oplost in water maar de andere kant is waterafstotend.
D
Zeepmoleculen sneller verdampen dan het water waar ze in zitten.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe ontstaat kalkzeep?
A
Synthetische zeep + leidingwater
B
Natuurlijke zeep + leidingwater

Slide 12 - Quizvraag

I Groene zeep is een "natuurlijke"zeep
II Synthetische zeep noemt men ook detergent
A
Alleen bewering I is juist
B
Alleen bewering II is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Van welke stoffen kun je natuurlijke zeep maken?
A
Kokosolie
B
Soda
C
Kaliumhydroxide
D
Zowel A, B en C

Slide 14 - Quizvraag

Wat is onjuist
A
Groene zeep is een natuurlijke ontvetter
B
Soda is een soort zout dat chloor kan vervangen
C
Groene zeep is slecht voor het milieu
D
Soda heeft een ontsmettende werking

Slide 15 - Quizvraag

Zeep is een emulgator.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 17 - Quizvraag

3: Wat is de functie van emulgator?
A
Een emulgator zorgt ervoor dat twee vloeistoffen van elkaar gescheiden kunnen worden
B
Een emulgator kan twee vloeistoffen die van nature niet met elkaar kunnen mengen, laten mengen

Slide 18 - Quizvraag

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 19 - Quizvraag

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 20 - Quizvraag

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 21 - Quizvraag

Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 22 - Quizvraag

Welke stof is een suspensie?
A
Bronwater
B
Cola
C
Shampoo
D
Sinaasappelsap

Slide 23 - Quizvraag

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een basisch schoonmaakmiddel?
A
bleekmiddel
B
schuurmiddel
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent pH = 7
A
pH huidneutraal
B
zuur
C
basisch
D
neutraal

Slide 25 - Quizvraag

PH < 7 is
A
zoet
B
neutraal
C
zuur
D
base

Slide 26 - Quizvraag

Wat weet je als een stof een pH van 7 heeft?
A
Het is zuur
B
Het is basisch
C
Het is neutraal

Slide 27 - Quizvraag

Schoonmaakazijn is
A
basisch en heeft een pH > 7
B
Basisch en heeft een pH<7
C
Zuur en heeft een pH> 7
D
Zuur en heeft een pH <7

Slide 28 - Quizvraag

Ammonia is
A
basisch en heeft een pH > 7
B
Basisch en heeft een pH<7
C
Zuur en heeft een pH> 7
D
Zuur en heeft een pH <7

Slide 29 - Quizvraag

Base + zuur =

(in een juiste verhouding)
A
Nog steeds zuur
B
Nog steeds basisch
C
Neutraal

Slide 30 - Quizvraag

Een oplossing heeft pH 10. Deze oplossing is:
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal

Slide 31 - Quizvraag

Een zuur is een bijtende stof.
Welke pictogram moet er op het etiket van een zuur staan?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 32 - Quizvraag

Wat betekent pictogram B?
A
giftig
B
schadelijk/irriterend
C
bijtend/corrosief
D
explosief

Slide 33 - Quizvraag

Het zuur worden van melk is een ...
A
Fase-overgang
B
Chemische reactie

Slide 34 - Quizvraag

Welke kleur krijgt rode koolsap als je er een zuur aan toevoegt?
A
Roze
B
Groen
C
Paars
D
Kleurloos

Slide 35 - Quizvraag

Tijdens een titratie is er 7,5 ml base gebruikt om te neutraliseren. 1ml base reageert met 18,5 mg zuur. Hoeveel zuur was aanwezig in het te onderzoeken 'monster'?
A
2,47 mg
B
0,405 mg
C
138,75 mg
D
26 mg

Slide 36 - Quizvraag

Wat verstaat men onder hard water?
A
Water dat bevroren is.
B
Water dat veel opgelost kalk bevat.
C
Water dat veel opgelost ijzer bevat.
D
Water met zeep.

Slide 37 - Quizvraag

Hoe noem je kalkaanslag ook
A
kalksteen
B
ketelsteen
C
Witte aanslag

Slide 38 - Quizvraag

Wat betekent
dit pictogram
A
Giftig
B
Niet mengen
C
Corrosief
D
Irriterend

Slide 39 - Quizvraag

Waarom staat dit symbool vaak op schoonmaakmiddelen?

Slide 40 - Open vraag

Welke kleur heeft rode koolsap in schoonmaakazijn?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Geel

Slide 41 - Quizvraag

Welke kleur heeft rode koolsap in water?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Geel

Slide 42 - Quizvraag

Welke kleur is fenolftaleine in een zure oplossing?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood

Slide 43 - Quizvraag

ZUUR
NEU-
TRAAL
BASE
Lakmoes rood kleurt blauw
Lakmoes blauw kleurt rood 
Rodekoolsap kleurt blauw
Fenolftaleïne kleurt paars
Rodekoolsap kleurt geel
Broomthymolblauw kleurt geel
Rodekoolsap kleurt rood

Slide 44 - Sleepvraag

Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier rood.
Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
11

Slide 45 - Quizvraag

Een synthetische zeep
A
heeft een hoge pH
B
heeft een lage pH
C
in neutraal

Slide 46 - Quizvraag

Een natuurlijke zeep
A
heeft een hoge pH
B
heeft een lage pH
C
in neutraal

Slide 47 - Quizvraag

Water heeft veel belangrijke functies. Het doet bijvoorbeeld dienst als thermostaat van de aarde.
Leg uit hoe water als thermostaat van de aarde werkt

Slide 48 - Open vraag

Hoe heet het glaswerk (plaatje) die met een titratie wordt gebruikt?
A
buret
B
pipet
C
erlenmeyer
D
koeler

Slide 49 - Quizvraag

Hoe heet het glaswerk (plaatje) die met een titratie wordt gebruikt?
A
buret
B
pipet
C
erlenmeyer
D
koeler

Slide 50 - Quizvraag

Met een titratie kun je de concentratie van een zure oplossing of een basische oplossing bepalen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 51 - Quizvraag

En?
Hoe ging het? 

Als je moeite hebt met bepaalde onderdelen, zoek dan uit in welk hoofdstuk ze horen en lees deze nog goed door. 

Slide 52 - Tekstslide