kennis ophalen VVT klas 3b

Kennis ophalen!
nog één keer herhaling van behandelde onderwerpen voor jullie de toetsweek in gaan...
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VVTMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kennis ophalen!
nog één keer herhaling van behandelde onderwerpen voor jullie de toetsweek in gaan...

Slide 1 - Tekstslide

Wat past bij een onbehandelde ziekte van Crohn?
A
Vermagering
B
Tekort aan mineralen
C
Tekort aan vitaminen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

Behandeling ziekte van crohn
A
medicatie
B
Therapie
C
Levensreddend
D
Operatie

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn klachten bij de
ziekte van Crohn?
A
Buikpijn, diarree en misselijkheid
B
Koorts, vermoeidheid en bloedverlies
C
A en B zijn niet goed
D
A en, B zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Wat klopt over Colitis Ulcerosa en de Ziekte van Crohn?
A
Colitis is darm ziekte Crohn ziekte van maag
B
Colitis U. is in de dunne darm Crohn dikke darm
C
Colitis dikke darm Crohn dunne darm
D
Colitis U. in de dikke darm Crohn dunne en dikke darm

Slide 5 - Quizvraag

Colitis ulcerosa bevindt zich in:
A
het colon
B
het ileum
C
het duodenum
D
in het gehele spijsverteringtelsel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is géén symptoom van Colitis Ulcerosa?
A
Gewichtsverlies
B
Diarree met bloed bijmenging
C
Koorts
D
Gewichtstoename

Slide 7 - Quizvraag

Wat klopt over Colitis Ulcerosa en de Ziekte van Crohn?
A
Colitis is darm ziekte Crohn ziekte van maag
B
Colitis U. is in de dunne darm Crohn dikke darm
C
Colitis dikke darm Crohn dunne darm
D
Colitis U. in de dikke darm Crohn dunne en dikke darm

Slide 8 - Quizvraag

Wat is acute nierinsufficiëntie?
A
De nieren stoppen ineens met werken
B
Plotselinge achteruitgang van de nierfunctie

Slide 9 - Quizvraag

Zorgvragers met chronische nierinsufficiëntie die dialyseren hebben een strenge vochtbeperking, te weten:
A
1000ml per 24u + de vochtuitscheiding
B
totaal 1500ml per 24uur
C
500ml per 24uur + de vochtuitscheiding
D
1250ml per 24uur

Slide 10 - Quizvraag

Bij hoeveel procent van de overgebleven nierfunctie, spreken we van chronische nierinsufficiëntie?
A
25 %
B
40 %
C
50 %
D
10 %

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken van nierinsufficiëntie?
A
Erfelijke ziekten, urineweginfecties
B
Sommige geneesmiddelen, blaasvergroting
C
Erfelijke ziekten, te veel aan glucose
D
Urineweginfecties, nierdialyse

Slide 12 - Quizvraag

acuut nierfalen
chronisch nierfalen
oorzaken
Hartproblemen
hypertensie
acute Infectie nieren
Brandwonden
Urinestenen
geen afvoer van urine
diabetes mellitus
aangeboren nierafwijking
Aderverkalking

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is de afkorting van ALS?
A
Amyotrofe litaire sclerose
B
Algemene lichamelijke symptomen
C
Amyotrofe laterale sclerose
D
Amyiatfrode lateraal sclerose

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je ALS (Amyotrofe Laterale Sclerose) hebt?
A
Er sterven zenuwcellen in het ruggenmerg af
B
Er sterven zenuwcellen in de hersenstam af
C
De verbinding tussen hersenen en spieren is verbroken
D
Spieren krijgen geen signaal meer om te bewegen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is Duchenne spierdystrofie?
A
Een spierziekte die zich kenmerkt door gevoelsstoornissen
B
Ziekte waarbij spieren een voor een uitvallen en ook ademhalingsspieren
C
Ziekte die spierzwakte en een gering uithoudingsvermogen veroorzaakt
D
Een ernstige erfelijke spierziekte die de spieren aantast en verzwakt

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn verschijnselen bij de ziekte van Duchenne?
A
Gaan later lopen dan andere kinderen en moeite met opstaan vanaf de grond
B
Gaan later lopen dan andere kinderen en moeite met opstaan vanaf de grond
C
Uithoudingsvermogen is beperkt dus sneller moe, lopen vaak met holle rug
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn correct

Slide 17 - Quizvraag

de ziekte van Duchenne is een spierziekte die:
A
met name bij meisjes voorkomt
B
bij zowel jongens als meisjes voorkomt
C
met name bij jongens voorkomt
D
op ouder leeftijd ontstaat

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn varices?
A
Een vorm van eczeem
B
Spataderen
C
Parasieten

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we in de medische term etalagebenen?
A
Ulcus Cruris
B
Aneurysma
C
Varices
D
Claudicatio intermittens

Slide 20 - Quizvraag

hoge bloeddruk
vaatverkalking
hartaanval
astma
COPD
longontsteking
myocardinfarct
pneumonie
hypertensie
door roken
atherosclerose
steriele ontsteking

Slide 21 - Sleepvraag

Bij een myocardinfarct
A
is de aorta afgesloten
B
zijn de kransslagaders afgesloten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is géén klacht bij decompensatio cordis rechts?
A
Oedeem in de benen
B
Stuwing in organen
C
Nycturie
D
Dyspnoe

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet decompensatio cordis in de volksmond?
A
beroerte
B
hartaanval
C
trombosebeen
D
hartfalen

Slide 24 - Quizvraag

Welke klachten treden er doorgaans op bij decompensatio cordis?

A
Dyspnoe
B
Enkeloedeem
C
Nycturie
D
Alle antw zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noem je een ziekte die zich kenmerkt door zwakke botten en ingezakte wervels én waarbij spontane fracturen op kunnen treden?
A
osteoporose
B
reuma
C
bechterew
D
arthrose

Slide 26 - Quizvraag