ka 37 en 38

bespreken proeftoets h8
opname KA's hoofdstuk 8 in Teams
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

bespreken proeftoets h8
opname KA's hoofdstuk 8 in Teams

Slide 1 - Tekstslide

ka 38 Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ideologie?
A
een politieke partij
B
een verzameling politieke ideeën
C
een gevoel voor politiek
D
een vorm van nationalisme

Slide 3 - Quizvraag

Waar wijst het 'totaal' in het woord 'totalitarisme' op?
A
Op de totale hoeveelheid aan ideeën
B
Op het totaal beheersen van de bevolking
C
Op het veroveren van de totale wereld
D
Op het totaal aantal dictaturen

Slide 4 - Quizvraag

Drie landen hadden een totalitair systeem in de tijd van wereldoorlogen. Welke hoort er NIET bij?
A
Duitsland
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Italië

Slide 5 - Quizvraag

Totalitarisme
  • samenleving totaal beheersen
  • denken en handelen volgens ideologie
  • indoctrinatie/ hersenspoelen

Slide 6 - Tekstslide

dictatuur

dictator legt wil aan volk op
met geweld
totalitaire dictatuur

dictator legt wil aan volk op
met geweld

ideologie opleggen

denken en doen mensen bepalen




Slide 7 - Tekstslide

Wat hebben dictators vooral nodig in een totalitaire staat?
A
Propaganda via massamedia
B
nationalisme
C
economische welvaart
D
knokploegen

Slide 8 - Quizvraag

'Recept' totalitaire staat
  • propaganda > verheerlijking leider en ideologie
  • censuur (verbieden kritiek in de media)
  • massaorganisaties (jeugd beïnvloeden)
  • tegenstanders opsluiten (in kampen)
  • knokploegen (bevolking terroriseren)
  • gemeenschappelijke vijand en doel 

Slide 9 - Tekstslide

Fascisme en communisme

Slide 10 - Tekstslide

Het fascisme is....
A
een linkse ideologie
B
een rechtse ideologie

Slide 11 - Quizvraag

Het fascisme komt oorspronkelijk uit...
A
Italië
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Rusland

Slide 12 - Quizvraag

Het communisme is...
A
een linkse ideologie
B
een rechtse ideologie

Slide 13 - Quizvraag

Het communisme is bedacht door....
A
Stalin
B
Marx
C
Mussolini
D
Fidel Castro

Slide 14 - Quizvraag

Wat voorspelde Karl Marx in de 19e eeuw?
A
Door de ongelijkheid zouden arbeiders in opstand komen
B
Arbeiders zouden algemeen kiesrecht krijgen
C
In Rusland zou er een communistische dictatuur komen
D
Na een oorlog zou er democratie in Europa komen

Slide 15 - Quizvraag

Communisme
- Karl Marx bedenker
- Wereldrevolutie: opstand arbeiders tegen rijken
- Gelijkheid voor iedereen
- hamer (arbeiders) en sikkel (boeren)

Slide 16 - Tekstslide

Fascisme
- 1 sterke leider
- sterk nationalistisch
- hiërarchisch > ene mens beter dan andere
- geweld en militarisme
- staat boven individu

Slide 17 - Tekstslide

Ontstaan Fascisme
Italië 
Na WO ontstaan uit onvrede
Mussolini grote leider



Slide 18 - Tekstslide

5

Slide 19 - Video

02:37
Hoe zie je dat de Italianen Mussolini nog steeds niet kunnen vergeten?

Slide 20 - Open vraag

05:05
Hoe gebruikte Mussolini propaganda?

Slide 21 - Open vraag

06:03
Verband Hitler en Mussolini
Wat is NIET waar?
A
Hitler keek neer op Mussolini en wilde het fascisme verbeteren
B
Hitler keek op tegen Mussolini en kopieerde zijn groet en gebaren
C
Mussolini zag Hitler als een scholiertje en nam hem niet serieus
D
Mussolini moest later hulp van Hitler accepteren tijdens de oorlog

Slide 22 - Quizvraag

07:13
Stencil paragraaf 9.3 bespreken

Slide 23 - Tekstslide

07:13
Noem een reden voor de neergang van de populariteit van Mussolini.

Slide 24 - Open vraag

Welke groep werd NIET uitgesloten in fascistisch Duitsland?
A
joden
B
zigeuners
C
communisten
D
ariërs

Slide 25 - Quizvraag

Nationaalsocialisme
- uitsluiten bepaalde groepen
- joden, zigeuners, homoseksuelen, politieke vijanden
- verschil met (klassiek) fascisme

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Sovjet-Unie
- 1917 communistische Revolutie door Lenin
- 1922 stichting Sovjet-Unie
- fabrieken en land bezit van de staat (nationalisatie)
- start industriële revolutie

Slide 28 - Tekstslide

Hoe heette de groep die werd uitgesloten in communistisch Rusland?
A
joden
B
socialisten
C
klassenvijanden
D
boeren

Slide 29 - Quizvraag

Wie waren deze klassenvijanden?
1 antwoord hoort er NIET bij?
A
adel
B
rijke boeren
C
arbeiders
D
priesters

Slide 30 - Quizvraag

Welke leider werd er vereerd in de Sovjet-Unie tussen 1924-1956?
A
Jozef Stalin
B
Adolf Hitler
C
Benito Mussolini
D
Vladimir Lenin

Slide 31 - Quizvraag

Waarom is leidersverering in communistisch Rusland eigenlijk vreemd?
A
Stalin was een massamoordenaar
B
Iedereen is volgens het communisme gelijk
C
Er was een totalitaire dictatuur
D
Stalin hield niet van leidersverering

Slide 32 - Quizvraag

9.4 Propaganda en communicatie
KA 37: de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Slide 33 - Tekstslide

Betekenis:
Dankzij moderne communicatiemiddelen wordt de massa sneller en makkelijker geïnformeerd, alleen werd het door staatsvormen verschillend ingezet. Film, fotografie, pers en radio bereiken een groot publiek.

Er ontstaan massaorganisatie als vakbonden, jeugdverenigingen en politieke partijen. De publieke opinie gaat ook een grotere rol spelen in de samenleving.

Propaganda wordt een invloedrijk middel om de mening van het volk te sturen, vooral in totalitaire staten. Zo wordt in Rusland via onderwijs de jongste generatie een communistische leefwijze ingeprent.

Slide 34 - Tekstslide

Massaorganisaties
- enorme mensenmassa's
- mensen waren beter geïnformeerd door de media/geletterd
- massaorganisaties van politieke partijen
- Na WOI gebruiken totalitaire bewegingen massaorganisaties
- Voorbeelden: Arbeitsfront, Hitlerjugend
- Zo krijgen ze meer controle en invloed op de burgers

Slide 35 - Tekstslide

Propaganda
- massamedia werden gebruikt voor propaganda
- kwam o.a. door WOI: mening over de oorlog beïnvloeden 
- censuur
- interbellum (inter= tussen, bellum= oorlog, periode 1919-1939)
- werkelijkheid versimpelt in tegenstellingen
- eigen volk is geweldig, vijand is afschuwelijk

Slide 36 - Tekstslide

Communicatiemiddelen
- pamfletten, kranten, affiches, de film
- invloed van verdere democratisering: algemeen kiesrecht en analfabetisme
- technologische ontwikkelingen (camera, radio, bioscoop)

Slide 37 - Tekstslide

werkblad 9.3 en 9.4

Slide 38 - Tekstslide

huiswerk: maandag 7 maart
Lees: paragraaf 9.5
Opdracht: geef antwoord op de onderstaande vragen (gebruik boek en Google)
1. Welke invloed had de Eerste Wereldoorlog op het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog?
2. Welke gebeurtenissen in het Interbellum hadden invloed op het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog?
3. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen beide wereldoorlogen?
Lees hiervoor de tekst 'Wapens en burgers' goed door.

Slide 39 - Tekstslide