Energizers 1

Energizers

Hoelang duurt één minuut?

Ga staan.

De docent zet straks de timer op 1 minuut en 1 seconde.

• Als je denkt dat je 1 minuut staat, ga je zitten.
• Je moet dus gaan zitten voordat de timer afgaat.
• Wie gaat (bijna) precies op tijd zitten?

 

Wie is de baas?

Één leerling staat op de gang. 

Jullie wijzen de baas aan. De baas maakt steeds een beweging en een geluid. 

Jullie doen de baas na. Jullie doen dus hetzelfde als de baas. 

De leerling die op de gang stond, probeert te raden wie de baas is. Hij/zij krijgt drie kansen om het te raden.

Waar is het voorwerp verstopt?

Één leerling staat op de gang. 

Jullie verstoppen een voorwerp (een ding). De leerling komt terug. Hij/zij gaat het voorwerp zoeken. 

Jullie helpen de leerling door te trommelen op de tafel.

Is de leerling dichtbij het voorwerp? Trommel snel.

Is de leerling ver weg? Trommel langzaam.

Houd je ervan?

De docent zegt dingen, bijvoorbeeld:

ik houd van chocolade.

Als je van chocolade houdt, blijf je staan.

Als je niet van chocolade houdt, ga je zitten.

Waar houd jij van?

Ik houd van ______.

Wie blijft het langst staan?

Je gaat staan als een standbeeld. 

Eén leerling let goed op. 

Als de leerling niet naar jou kijkt, ga je bewegen

en word je een ander standbeeld. 

Als de leerling ziet dat je beweegt, ga je zitten. 

Wie blijft het langst staan?